Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Claus, Hans, Ann Van Dessel en Nicole Van Overstraeten (red.): Het was de achtste dag. Gedichten bij de Verklaring van 30 november

door Dirk De Geest

Op 30 november 2019 schreef een kleine groep burgers uit het Brusselse samen aan een manifest voor een betere samenleving. Hun uitgangspunt was een idealistisch, maar tegelijk ook realiseerbaar tegengewicht voor de neoliberale maatschappij en de dreigende onverdraagzaamheid die overal merkbaar is. In de gezamenlijke verklaring werd opgeroepen tot een aantal fundamentele hervormingen, die betrekking hadden op de relatie tussen economie en natuur (met een grotere bescherming van mensen en hun levensomgeving), een rechtvaardiger verdeling van middelen en rijkdommen, zowel nationaal als op wereldschaal. Minstens even belangrijk was de klemtoon op menselijke waarden en op de noodzaak om te investeren in onderwijs en cultuur zonder naïef winstbejag. Die verklaring voor een betere wereld is de afgelopen jaren her en der gaan circuleren en heeft voor diverse kleinschalige gemeenschappen inspirerend gewerkt.
 
Drie jaar later hebben 52 dichters (een voor iedere week van het jaar) die ‘Verklaring’ opnieuw gelezen en belangrijke componenten ervan poëtisch vormgegeven. Uitgeverij P (de uitgever van de meeste participerende auteurs) heeft, samen met het Humanistisch Verbond, gezorgd voor een publicatie die zowel de ‘Verklaring’ als de literaire bijdragen een ruimer forum en een grotere bekendheid moeten bezorgen. De hier bijeengebrachte gedichten zijn, zoals verwacht kon worden, erg verschillend van toon en thematiek. Elke dichter heeft zich gericht op bepaalde elementen uit de omvattende ‘Verklaring’ om van daaruit een persoonlijk statement neer te schrijven. Hoe dan ook spreekt uit de bundel een groot menselijk engagement maar ook dat neemt uiteenlopende gedaanten aan. Sommige dichters hebben zich vooral gefocust op de vraag om meer respect, om oprechte en waardevolle menselijke verhoudingen. Deze gedichten zijn doorgaans gesitueerd in de persoonlijke sfeer, met aandacht voor de generaties maar vaak ook een soort van heimwee naar een minder problematisch en hachelijk verleden, naar een onbekommerde kindertijd. Dat paradijs wordt echter ontmaskerd door de rauwe werkelijkheid die her en der binnendringt.
 
Net die nefaste confrontatie met de realiteit vormt voor andere dichters de aanleiding om expliciet positie te kiezen in de aan de gang zijnde debatten. Dat resulteert in gedichten met een sterk engagement, ook al hoeden alle dichters zich ervoor hun vers te herleiden tot simplistische slogans. In een aantal gevallen resulteert dat streven in krachtige verzen die de vitaliteit van geëngageerde poëzie, ook vandaag (of net vandaag), laat zien. Alain Delmotte schrijft een reeks over daklozen, Gerda de Preter schrift een ansichtkaart aan een verdronken vluchteling, Maarten Inghels maant de bomen aan om zo vertraagd mogelijk te blijven bestaan, en Lucienne Stassaert formuleert een reeks kritische bedenkingen bij ons naïeve geloof in de absolute vooruitgang. Het zijn typische voorbeelden van wat deze bundel wil laten zien. Het gaat de dichters echter vaak niet enkel om het aanklagen van wantoestanden, ze roepen ook ons, hun lezers, op om actief bij te dragen aan een betere wereld. In dit opzicht is het slechtste wat wij kunnen doen, deze bundel ongelezen te laten of (al even erg) hem enkel als vrijblijvende poëzie te lezen. De achtste dag is immers de dag waarop God de schepping heeft voltooid en aan de mens overgedragen om er zorg voor te dragen. 
 
Claus, Hans, Ann Van Dessel en Nicole Van Overstraeten (red.): Het was de achtste dag. Gedichten bij de Verklaring van 30 november, P, Leuven 2022, 67 p. ISBN 9789493138933


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri