Non-fictie

BOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2023

Cees Nooteboom: Het Spaanse van Spanje. Van Ibiza tot Santiago

door Bea De Koster

Deze verzameling stukken die Nooteboom in de loop van zijn leven schreef voor kranten en tijdschriften is voor het grootste deel een heruitgave van een boek uit 1988 met dezelfde, eerlijk gezegd nogal duffe titel. Recuperatie van oud materiaal, zeg maar. Hoewel, dat doet er niet toe, de observaties blijven geldig, en het proza is bij momenten subliem. Daar kun je alleen maar van genieten.  

De reeks artikelen wordt chronologisch gepresenteerd. Ze beslaan een periode van 44 jaar: van 1957 tot 2001. Het interessante is uiteraard dat je de geschiedenis van Spanje krijgt opgedist terwijl de gebeurtenissen zich voordoen. In 1966 schrijft Nooteboom over Franco: ‘…met in elke krant nog steeds het portret van dezelfde kleine man in het wit of het bruin, de leider van de staat, God wil zijn ziel nog steeds niet hebben en als een langgerekte vergissing blijft hij regeren over het land dat zich lijkt om te wentelen in zijn slaap, maar nooit meer zal omwentelen, of toch?’ Nooteboom beschreef op dat moment hoe het was voor hij wist hoe het verderging en daarmee zit er een zekere spanning in het boek. Alsof je zelf niet weet hoe het afgelopen is. Op een paar momenten is de auteur ten prooi aan wanhoop. Na 25 jaar Franco gelooft hij niet meer in de Spaanse wil om te veranderen. Hij ergert zich aan de politieke en religieuze starheid, hij heeft het zelfs over een ‘pittoreske achterlijkheid’. Terwijl hij juist van Spanje houdt om het anders-zijn. In het stuk over Andalusië zegt hij daarover dat het dichter bij Afrika ligt ‘dan mijn eigen hygiënische of hypocriete Noorden.’  
 
Soms kun je Nootebooms reisweg door het land volgen: van Ibiza tot Santiago en alles daar tussenin. Andere stukken zijn dan weer thematisch (over eten, de paradores, een restaurantje in Barcelona) en meer anekdotisch. Een paar keer krijg je een overzicht of een voorlopige balans van waar het met Spanje naartoe gaat. Daar verwijst hij ook regelmatig naar andere auteurs die over Spanje hebben geschreven. Voor wie het land vrij goed kent, zijn veel dingen herkenbaar, maar de inzichten in de Spaanse ziel en de Spaanse politiek zijn even vaak verhelderend en verrassend. Bij dat alles blijft Nooteboom de eeuwige reiziger en vooral de eeuwige vreemdeling, hoe goed zijn Spaans na al die jaren ook mag zijn.
 
Zelfs als je niet bijzonder geïnteresseerd bent in Spanje, is dit een boek om van te smullen. Het Nederlands van Nooteboom is rijk en sprankelend, heel precies geformuleerd, vaak ironisch van toon, maar af en toe ook bijtend sarcastisch. De stukjes worden bijna zonder uitzondering afgesloten met een laconieke pointe. Over een taxichauffeur schrijft hij: ‘hij werpt mij een knipoog toe, zo groot als een verkeerslicht.’ Bij een ochtend op het eiland Formentera noteert hij: ‘Het licht werkt als kleine glaasjes jenever, iedereen begint plotseling te praten, de prijzen van kaas en eieren schallen door het kleine houten kamertje van de bus; de deur van de dag is open.’ Nooteboom kan je helemaal onderdompelen in het moment. Je kijkt met zijn ogen, je luistert met zijn oren.
 
Cees Nooteboom: Het Spaanse van Spanje. Van Ibiza tot Santiago, De Bezige Bij, Amsterdam 2023, 253 p, ISBN 9789403129099. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri