Vertaald proza

BOEKEN NR. 8, OKTOBER 2023

Roy Jacobsen: De kinderen van Barrøy

door Johanna Cassiers

De kinderen van Barrøy is deel vier van Roy Jacobsens epos over het Noorse eilandje Barrøy, waarvan in 2020 het eerste deel De onzichtbaren, verscheen. Wereldoorlog Twee is al een poosje voorbij en op Barrøy gaat het leven weer min of meer zijn gebruikelijke, vooroorlogse gang. Het eiland telt zelfs een recordaantal bewoners: veertien. Daar komt nog eentje bij wanneer Ingrid de vijfjarige Mathias onder haar hoede neemt nadat zijn vader op zee is verdwenen. Al snel is de jongen als een zoon voor haar, en als een broer voor dochter Kaya. Terwijl de samenleving op het vasteland in sneltreinvaart verandert en moderniseert, lijkt op Barrøy de tijd stil te staan. Maar in Ingrid groeit een onrust. Sinds ze moeder is, beseft ze hoe kwetsbaar en vergankelijk het leven is. Ergens heeft ze altijd al geweten dat op een dag het noodlot toe zou slaan.  

In de vorige twee Barrøy-boeken, Witte zee en Ogen van de Riegel)was het de oorlog die Ingrid naar het vasteland dreef, waardoor haar nauwe eilandperspectief noodgedwongen werd opengebroken. En hoezeer Ingrid ook een eilandbewoner is in hart en nieren, het veranderde haar op een onomkeerbare manier. Het veranderde ook het contact tussen Barrøy en de buitenwereld.  Zo is er Mariann, de vriendin uit Trondheim die Ingrid leerde kennen tijdens de zoektocht naar Russische krijgsgevangene Alexander. Zij schrijft Ingrid nog steeds brieven over haar leven in de stad, en gebruikt woorden die Ingrids beperkte eilandervocabulaire te boven gaan, maar haar wel fascineren. Brieven zijn belangrijk geworden voor Ingrid. Ze lijken een veilige manier om op haar eigen tempo contact te maken met de buitenwereld.
 
Net als voorheen is het ook nu de taal die de complexe verhouding tussen Barrøy en de rest van de wereld zichtbaar maakt. Als vanouds hebben de zwijgzame eilanders bij hun dagelijkse bezigheden aan een half woord (of minder) genoeg. Wanneer ze over complexere dingen praten, zoals gevoelens of de wereld buiten Barrøy, vallen er stiltes en wordt het heel moeilijk om elkaar te begrijpen. De buitenwereld is voor hen een wonderlijk (of beangstigend) amalgaam van vreemde woorden, accenten, stijlen en registers. Bij de intelligente Ingrid brengt dat iets teweeg. Ze leert stilaan dat zaken als woordkeuze en register belangrijk kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer je met de gemeente onderhandelt over de prijs van een stuk grond. Het leidt ook weleens tot grappige situaties. Zo kijkt de belezen, in de moderne theologie geschoolde dominee Ingrid vreemd aan wanneer ze een ‘ongebruikelijk’ woord gebruikt: ‘Ingrid beseft dat ze het woord ‘behouden’ niet had moeten gebruiken, dat zijn de woorden van de dominee’.
 
De verteller, die net als in Ogen van de Rigel een eigen stem en perspectief heeft dat nogal van dat van de personages kan afwijken, zet de talenclash nog meer in de verf. Hij vult woorden in waar personages zelf niet opkomen (‘Toen wist Johannes niks zinnigs meer te vragen, zoals bijvoorbeeld: waarom niet?’) en ontvouwt de complexe betekenissen die er achter iemands stilzwijgen of een simpel gebaar zouden kunnen schuilgaan. Hij vat gesprekken samen in een stijl die met geen mogelijkheid aansluit bij die van de gespreksvoerders zelf, zoals de roddelende oude viswijven die ‘insinueren dat het woord waarheid nauwelijks het eerste was wat bij je opkwam als je naar de gedegradeerde koopmansdochter Storm en haar zoon Mattis keek’.
 
De mogelijkheden en tekortkomingen van taal worden helemaal op scherp gezet wanneer er iets verschrikkelijks gebeurt en de eilandbewoners in diepe rouw worden gedompeld. Op zo’n moment schieten woorden schromelijk tekort, getuige de zorgvuldig samengestelde preek van de belezen dominee die bij niemand beklijft. Wat de mensen wél raakt zijn de oprechte tranen die tijdens het preken over zijn wangen rollen. Omgekeerd voelt de vrijwel volledige afwezigheid van taal voor verdriet en rouw op het eiland enorm verstikkend aan. Ingrid beseft dat ze zich bij deze tragedie maar aan één strohalm kan vastklampen: ‘verbergen wat er in haar omging, voor iedereen, anders zouden zij er ook onderdoor gaan’. En toch gaat er iemand onderdoor. Het is onwezenlijk hoeveel verdriet er in de laatste hoofdstukken van dit boek wordt opgeroepen zonder dat er woorden aan gegeven worden. Het maakt De kinderen van Barrøy met voorsprong het droevigste, meest beklijvende en misschien ook wel mooiste boek uit het Barrøy-epos.  
 
Roy Jacobsen: De kinderen van Barrøy, De Bezige Bij, Amsterdam 2023, 284 p. ISBN 9789403116228. Vertaling van Bare en mor door Paula Stevens. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri