Letterkunde

BOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2023

Karin Amatmoekrim: In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet

door Jo Vanderwegen

Versplintering

‘Migratie is een versplinterende ervaring’, zegt Karin Amatmoekrim (1976) in het vijfde hoofdstuk van haar werk over Anil Ramdas. Dat geldt ook voor de schrijfster zelf, getuige haar eerdere romans als Het Gym en Wanneer wij samen zijn, een generatieroman over haar eigen familiegeschiedenis in Suriname en Nederland en over de gespletenheid waaraan haar personages (en ook zijzelf, en bij uitbreiding migranten in het algemeen) ten prooi vielen. Amatmoekrim werd geboren in Paramaribo, maar groeide vanaf haar vijfde levensjaar op in Nederland. In die zin zal ze zichzelf in haar onderwerp herkend hebben. Want hoewel Ramdas en Amatmoekrim elkander slechts één keer in levende lijve ontmoetten, voelde Amatmoekrim naarmate haar onderzoekswerk vorderde een groeiende verbondenheid met een deel van de problemen waarmee Ramdas worstelde.

Hoe dan ook, de Surinaams-Nederlandse Karin Amatmoekrim deed vijf jaar over het schrijven van bovenvermeld promotieonderzoek naar schrijver Anil Ramdas (1958-2012). Tegelijk met haar openbare verdediging verscheen haar werk in boekvorm. Het resultaat is een zeer onderhoudend en gedegen boek, met tal van foto’s uit privé-archieven en inhoudelijk gebaseerd op talrijke gesprekken met nabestaanden en collega’s. Voor het schrijven van haar wetenschappelijk onderbouwde biografie kreeg Amatmoekrim dozen vol persoonlijke documenten, dagboeken en agenda’s in bruikleen van de weduwe van Ramdas. De selectie welke fragmenten zouden gebruikt worden, gebeurde een enkele keer in samenspraak met de familie. Zo zijn al te persoonlijke e-mails die Ramdas aan het einde van zijn leven schreef, niet gepubliceerd op vraag van zijn familie. Hoewel ze prachtig en invoelend geschreven waren, aldus Amatmoekrim, kon ze niet anders dan het verzoek honoreren van zijn familie er niet uit te citeren.

Wie was Anil Ramdas écht? Op deze vraag kennen we in grote mate het antwoord na het lezen van In wat voor land leef ik eigenlijk? Het grote publiek kende hem aanvankelijk vooral als de bevlogen analist, nonchalant rokend in de gemakkelijke stoel bij presentator Peter van Ingen, in een vroege uitzending van Zomergasten uit 1992. Schijnbaar uit de losse pols en aan de hand van televisiefragmenten illustreerde de jongeman zijn opinie over wat migratie in Nederland betekende. Het gemak waarmee hij dat deed, werd in latere afleveringen van het populaire avondvullende programma zelden nog geëvenaard. Maar tot die tijd was Ramdas’ roem slechts in beperkte kring doorgedrongen, namelijk tot bij hen die zijn essays en opiniërende artikelen in kranten en tijdschriften lazen.

Anil Ramdas was een Nederlandse Surinamer met Indische achtergrond. Hij werd geboren in 1958 in het arme, afgelegen district Nickerie in een gegoede familie van brahmanen. Studie en kennis werden hogelijk gewaardeerd. Vanaf 1977 studeerde Anil Ramdas in Nederland sociale geografie. Hij was daartoe ‘helemaal’ uit Nickerie gekomen, het rijstdistrict dat zowel mentaal als fysiek erg ver van Paramaribo verwijderd was, of, zoals Ramdas het ooit zelf formuleerde, ‘die grensplaats tussen verveling en verderf’. In Suriname werd hij geprezen omwille van zijn intelligentie, in Nederland viel hij aanvankelijk niet zo op. Hij deed na het behalen van zijn diploma promotieonderzoek naar hoe de Nederlandse vreemdelingendiensten verhalen van vluchtelingen en asielzoekers construeerden.

Na een conflict met het Ministerie van Justitie moest Ramdas zijn onderzoek noodgedwongen stopzetten. Ramdas trouwde met Chandra, het vriendinnetje dat hij al in Suriname had leren kennen en zocht vervolgens zijn weg in de journalistiek. Ramdas ging schrijven voor het linkse blad De Groene Amsterdammer, waar hij zijn zielsverwant Stephan Sanders leerde kennen. Samen maakten ze een aantal televisieprogramma’s en documentaires. Zijn ultieme wens was niet langer als buitenstaander gezien te worden, als immigrant, maar beoordeeld te worden op zijn merites. Hoe meer hij dat probeerde, hoe minder hij daarin slaagde, mede door het veranderende sociale klimaat in Nederland.

Op vraag van NRC Handelsblad trok hij in 2000 naar India, het land waar zijn vroege voorouders vandaan kwamen. Toen hij na drie jaar naar Nederland terugkeerde, waren het politieke klimaat én de samenleving grondig veranderd. De vraag uit de titel spookte Anil Ramdas steeds meer door het hoofd. Nederland was echter grondig veranderd, meer bepaald het politieke klimaat en de mentaliteit van de mensen. Ramdas voelde zich steeds minder thuis in het land dat ook hij ooit beschouwde als de plaats waar hij erkenning voor zijn intellectualisme zou vinden.

Pim Fortuyn had zijn rechtse politieke partij opgericht en was inmiddels vermoord, rechts en links stonden scherper tegenover elkaar en de sfeer was in het algemeen verruwd. De zin voor nuance was, ook in het openbare debat, verdwenen. Ramdas probeerde in zijn daaropvolgende functie als directeur van het befaamde debatcentrum De Balie in Amsterdam tegenwind te bieden door het organiseren van lezingen en gesprekken. Hij moest er echter vertrekken doordat het instituut financieel in zwaar weer verkeerde, alsook door een groot persoonlijk probleem, zichtbaar voor iedereen die met hem in contact kwam: alcoholisme kreeg Anil Ramdas steeds meer in zijn greep.

Hoewel hij zijn positie in het openbare debat wilde behouden, slaagde hij daar steeds minder in en kwam hij steeds vaker in een polemiek terecht. Een voorbeeld daarvan is die met Joost Zwagerman, nadat Ramdas in 2010 een stuk had gepubliceerd op de website van het Vlaams-Nederlands huis De Buren.

Wat er ook van zij, Karin Amatmoekrim schetst een beklijvend beeld van de ondergang van een man die ooit met zoveel ambitie naar Nederland was gekomen. Een familieman die zich uiteindelijk ook in zijn eigen gezin geïsoleerd zou voelen en uiteindelijk de dood boven het leven zou verkiezen. De biografe weet fragmenten uit zijn (autobiografische) werk, zijn sociologische analyses en zijn essays feilloos te verweven met feiten die ze verzamelt uit de interviews die ze hield met zijn naasten. Steeds weer komt het kernthema uit zijn werk en leven terug: versplintering. Zo is er het verschil tussen hoe Ramdas denkt dat hij is en hoe hij door de buitenwereld wordt waargenomen; het contrast Suriname-Nederland; tussen hoe hij in Suriname wordt gezien en hoe hij in Nederland wordt gezien; de familieman versus de schrijver en analist… Het boek is tevens een zedenschets van het land dat Nederland in de jaren 1980 en ‘90 was en hoe het nu is geworden.

Amatmoekrim weet droge analyses te vermijden en illustreert hoe warm Ramdas tegelijkertijd was voor zijn gezin. Zij vond immers notitieboekjes terug uit de tijd dat hij naar India trok op prospectie, ter voorbereiding van de verhuizing met zijn vrouw en jonge kinderen daarheen. Hij noteerde er bijvoorbeeld ook praktische vragen als ‘hoeveel kost een kok hier?’ of het zeer aardse ‘waar kan ik hagelslag vinden?’.

Karin Amatmoekrim heeft de juiste balans gevonden in haar werk tussen analyse van het professionele leven van Ramdas en diens persoonlijke achtergrond. Ze bewaart voldoende emotionele afstand en blijft nuchter in haar benadering van de hachelijke situaties waarin Ramdas meer dan eens verkeert.

De literatuurlijst en het uitgebreide notenapparaat maken van In wat voor land leef ik eigenlijk? een buitengewoon interessant naslagwerk. Het is tevens een tijdsdocument, onontbeerlijk voor zij die de evolutie in Nederland aan de hand van een scherpzinnig en bevlogen auteur – eeuwig tussen twee culturen – beter willen leren kennen.

Karin Amatmoekrim: In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet, Prometheus, Amsterdam 2023, 516 p. ISBN 9789044637250. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri