Vertaald proza

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

Perhat Tursun: De achterstraten. Een roman uit Xinjiang

door Bea De Koster

De achterstraten is het enige fictiewerk van Perhat Tursun dat in het Engels is verschenen. Darren Byler, een Amerikaanse antropoloog, vertaalde de roman uit het Oeigoers. Hij kreeg daarbij de hulp van een zekere A.A. die voor zijn eigen veiligheid alleen anoniem wordt vermeld. Hij is overigens rond 2017 ‘verdwenen’ net zoals de auteur zelf en een vriend van de auteur die Byler dit werk toestopte. ‘Verdwenen’ slaat in de regio Xinjiang, het thuisland van de Oeigoeren, in de meeste gevallen op een gevangenisstraf van lange duur. In zijn uitgebreide inleiding doet Byler verslag over zijn ontmoeting met Perhat Tursun en hij  kadert de roman binnen de politieke context. Heel interessant als je het verhaal en de achtergrond waartegen het zich afspeelt, wil begrijpen. Alleen ben ik wel opgehouden op het moment dat Byler de roman en de invloed van Camus op Tursuns schrijfstijl begint te analyseren. Mijn onbevangen blik was ik al kwijt, maar ik wilde het boek niet helemaal door de ogen van een ander lezen, al is die nog zo goed op de hoogte van alles wat de auteur erin kwijt wilde.  

Het verhaal dompelt je inderdaad van bij het begin onder in een Camusiaans absurdisme, doorspekt met dwangneurosen en cijferfetisjisme. Het 21-jarige ik-personage blijft naamloos en zwerft na een dag op kantoor door het mistige Urümqi op zoek naar een kamer. Het relaas van zijn verdwaaltocht – want daar komt het op neer – wordt telkens weer op een associatieve manier  onderbroken door herinneringen aan het kantoor dat hij net verlaten heeft, aan zijn kindertijd op het Oeigoerse platteland, zijn studie in Beijing en zijn, laten we maar zeggen, existentiële overpeinzingen. Dat maakt van het proza een intrigerende, bevreemdende en bijna angstaanjagende ervaring. Het voelt alsof je samen met de ik-verteller vastzit in een nare droom en af en toe het doel van zijn tocht uit het oog verliest. De mensen die opdoemen uit de mist zien de kantoorklerk niet, of ze reageren angstig en slaan voor hem op de vlucht. Oeigoeren worden namelijk door de Chinezen afgeschilderd als een lagere diersoort, zo beweert Darren Byler in zijn inleiding.  
De achterstraten is in zijn geheel een vernietigende kritiek op het Chinese kolonialisme en racisme, maar wel op zo’n bijna abstract niveau dat de aanklacht een universeel of zelfs exemplarisch karakter krijgt. Je moet de situatie een beetje kennen om de concrete verwijzingen te zien. Op bepaalde momenten is het portret van Mao bijvoorbeeld verstikkend aanwezig, maar er is een noot van de vertaler nodig om te weten dat het portret ‘van een man met een moedervlek op zijn kin’ op Mao slaat. En de kantoorklerk moet een Verklaring van Vrijstelling opstellen om het kantoor te ontslaan van de verplichting om hem te huisvesten. Blijkbaar nemen de Chinezen een quota aan Oeigoeren in dienst voor onbetekenende bureaucratische taken om de schijn van een gelijke behandeling met de Han-Chinezen op te houden. De verwarring tussen de Chinese karakters zorgt voor een aantal wrang-grappige passages.
 
Deze roman is geen plotgedreven opeenvolging van gebeurtenissen, al is er wel een zekere spanningsboog met aan het eind de openbaring van het levensgrote persoonlijke trauma van de verteller. De auteur is niet iemand die de werkelijkheid beschrijft – de uitzichtloze situatie van de Oeigoeren in Xinjiang – maar eerder iemand die de werkelijkheid vormgeeft met taal. In zinnen zoals deze: ‘De achterstraten van de stad werden steeds schemeriger, als het gevoel van een lichaam dat wordt doodgeslagen.’  De dreiging die uitgaat van de stad en van de ander wordt bijna tastbaar in de als een mantra terugkerende zin: ‘Ik ken niemand in deze vreemde stad, dus ik kan onmogelijk iemands vriend of vijand zijn.’ En in de soms sublieme beeldspraak. Over de man die alle inwoners van de zes Oeigoerse steden het hoofd af wilde hakken staat er: ‘Aan zijn gezicht was duidelijk af te lezen dat zijn woede aan zijn ziel knaagde. Het was als een rieten dak waar de wind doorheen joeg, of dat misschien vanbinnen werd opgegeten door een worm.’ Of: ‘Alleen de ramen in de hoge gebouwen gloeiden licht, als kwik in het donker – als de ogen van een opgewonden kat.’
 
Ik kan de tekst niet vergelijken met het Engels, laat staan met het Oeigoers waarin het oorspronkelijk is geschreven, maar het Nederlands is bijzonder trefzeker geformuleerd, het leest heel natuurlijk en vanzelfsprekend, alsof het er niet anders had kunnen staan. Dat kan alleen maar de verdienste van een goede vertaler zijn.
 
Perhat Tursun: De achterstraten. Een roman uit Xinjiang, Jurgen Maas Amsterdam 2023, 192 p. ISBN 9789083344119. Vertaling van The Backstreets door Irwan Droog. Distributie EPO

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri