Poëzie

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2024

Eva Meijer: Het witste woord

door Dirk De Geest

De bijzonder productieve Eva Meijer heeft de afgelopen jaren haar sporen verdiend in de Nederlandse literatuur met haar essays en haar romans. In veel van haar werk onderzoekt zij het menselijke bestaan in een context waarin de mens niet langer het centrum van het heelal vormt, maar in feite niet meer is dan de anorganische wereld, de fauna en de flora waarvan hij zich onterecht meester acht. Hetzelfde geldt voor de taal en de communicatie: Meijer heeft onderzoek verricht naar de taal van dieren, om te tonen hoe ook die kwaliteit niet exclusief menselijk genoemd kan worden: het bewustzijn van een samenhang met soortgenoten is veel universeler dan tot voor kort werd aangenomen.  

Met Het witste woord debuteert Eva Meijer nu ook als dichter. Haar poëzie is nadrukkelijk dialogisch. Steeds opnieuw wordt een ‘je’ opgevoerd, die een echte toehoorder kan zijn, maar evenzeer een afsplitsing van het lyrische ik (dat in zichzelf praat) of een verwijzing naar de lezer. De hele bundel lijkt trouwens de structuur aan te nemen van een intieme brief, met aan het eind een prachtige liefdesverklaring in de vorm van een postscriptum. Hoe dan ook introduceert dat een soort van dramatiek in het vers, waardoor de lezer zich direct aangesproken voelt en telkens opnieuw in een specifieke rol wordt gedrongen. De taal opent zo de mogelijkheid van communicatie maar legt tegelijk vast welke plaats subjecten (mensen of niet-mensen) toegewezen krijgen. Op een subtiele wijze maakt Meijer ons duidelijk welke patronen en categorieën ons denken beheersen. Tevens gaat ze op zoek naar meer ‘glijdende’ manieren om boodschappen te vertolken in een poging om aan de gangbare tegenstellingen en onderscheidingen te ontsnappen. De meerzinnige spreeksituatie is daarvan overigens al een sprekend voorbeeld.
 
Ook het universum van deze bundel is ‘anders’, doordat planten en dieren er een prominente plaats in krijgen. Ze zijn daarenboven niet louter elementen van het decor of objecten maar integendeel de meest intieme vrienden van het dichterlijke ik; de planten worden letterlijk haar kinderen, en met kleine dieren als muizen of amfibieën gaat zij moeiteloos een diepzinnig gesprek aan. Anders dan bij sprookjes gaat het daarbij niet om een retorische beeldspraak maar om een poging om de grenzen tussen het menselijke en het niet-menselijke zover mogelijk uit te wissen. Niet toevallig stelt een eenregelig gedicht: ‘Misschien bestaan we alleen echt in de ogen van de dieren’. Heel wat verzen leggen dat dierlijke bestaan bloot, dat qua emoties en cognitieve processen niet onderdoet voor dat van mensen. Meijer gaat zelfs nog een stap verder door ook de ruimte intens te bezielen. Speciaal haar voorliefde voor de winter springt daarbij in het oog, een seizoen dat zij als bijzonder intiem en tastbaar ervaart. Een dergelijke visie op de aarde heeft ontegensprekelijk ook gevolgen voor de ervaring van de eigen subjectiviteit; het dichterlijke ik wordt in sommige gedichten ook letterlijk een dier of een boom, een hecht onderdeel van de kosmos die als een onlosmakelijk geheel wordt voorgesteld.
 
Uiteindelijk is het project van Meijer een talig project. Ze probeert die nieuwe visie op de werkelijkheid zover mogelijk door te denken, en daartoe moet ze noodzakelijk ook op zoek naar nieuwe manieren van verwoorden. De personificatie is daarbij een uitgelezen stijlfiguur om de grens tussen het levende en het levenloze op te zoeken. Ook de vele beelden hebben een soortgelijke functie. Op macroniveau zoekt Meijer diverse tekstvormen, van lyrische beschrijvingen tot verhaaltjes of dialogen. Andere teksten zijn dan weer opgezet als didactische filosofische oefeningen of socratische dialogen. Het zijn allemaal strategieën die duidelijk nog niet radicaal genoeg zijn om haar visie echt vorm te geven, maar ze zetten de lezer wel aan tot nadenken. Meermaals moet zij of hij vooropgestelde ideeën en overtuigingen achterwege laten omdat deze gedichten dat vragen. In die zin is dit daadwerkelijk geëngageerde poëzie in de zuiverste betekenis van dat begrip. 
 
Eva Meijer: Het witste woord, Cossee, Amsterdam 2023, 55 p. ISBN 9789464520842. Distributie Pelckmans Uitgevers 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri