Vertaald proza

BOEKEN NR. 1, JANUARI 2024

Karel Čapek, Josef Čapek (ill.): 9 Sprookjes + 1 Extra

door Christophe Van Eecke

De Tsjechische Schrijver Karel Capek (1890-1938) is bij ons weinig bekend (al publiceerde uitgeverij Voetnoot eerder al verschillende vertalingen van zijn werk) maar is een belangrijk figuur in de literatuur van zijn vaderland. Een internationaal publiek kent hem vermoedelijk nog het best als de auteur van het toneelstuk De Zaak Makropoulos (1922), dat de basis vormde voor Janaceks gelijknamige opera. Daarnaast is zijn internationale reputatie ook in grote mate te danken aan een aantal moderne sprookjes die hij schreef, en die gebundeld werden in deze uitgave, die oorspronkelijk in 1932 het licht zag. Karels broer Josef, die ook een van de verhalen schreef, verzorgde de schitterende kinderlijke illustraties en is verder vooral belangrijk als de bedenker van het woord ‘robot’ dat via Karels toentertijd beroemde toneelstuk R.U.R. (1920) wereldwijd ingang vond.  

De sprookjes zijn een openbaring. Čapek publiceerde verschillende studies over sprookjes, over hun structuur en personages, en heeft die inzichten gebruikt om moderne varianten op oude literaire tropen te creëren. Zijn sprookjes lopen dan ook vol hedendaagse figuren zoals politie-agenten, detectives en postbodes, maar ook meer traditionele figuren zoals rovers, feeën, draken, magiërs en watermannen. Wat ze allemaal gemeen hebben, is hun gewoonte om gebruik te maken van moderne attributen: auto’s, stoomboten, treinen, en wat dies meer zij. Zo ontstaan eclectische sprookjes die bol staan van de actie, maar die toch onverminderd de wonderlijke elementen bevatten die we in traditionele sprookjes verwachten, van sprekende dieren over betoverde prinsessen tot miraculeuze transformaties.
 
De sprookjes lezen als een trein. Er is geen enkel moment van verveling en de loutere verbeeldingskracht die Čapek aan de dag legt (van een oud vrouwtje dat op alfabetische wijze een eindeloze reeks scheldwoorden spuit tot een veelkoppige draak die van het dierenasiel naar de flat van een burgermannetje verhuist) is verbluffend. De sprookjes zijn ook zeer wijdlopig, met eindeloze nevenverhalen, uitweidingen en verhalen-in-het-verhaal. Zeker het eerste en langste sprookje, ‘Het Grote Kattensprookje’, is in dat opzicht een tour de force. Maar alles wordt tegelijk zo compact en levendig verteld dat je als lezer door de bladzijden heen raast, geholpen door de faux-naïeve tekeningen van broer Josef.
 
De presentatie van het boek is ongewoon. De huisstijl van uitgeverij Voetnoot is old school gepixelleerd, wat een onverwachte verpakking is voor sprookjes, zelfs sprookjes uit de moderne avant-garde van de jaren 1920 en 1930. Samen met de nostalgische tekeningen van Josef werkt dat zeer goed, niet het minst omdat het ongewoon geblokte lettertype zich in de praktijk zeer vlot laat lezen. Op die manier is ook de presentatie van het boek een leuke knipoog naar het idee van moderne sprookjes die zich nadrukkelijk in de wereld van de moderne technologie begeven. Maar bovenal is dit boek verrukkelijk om te lezen, van begin tot eind een puur literair genoegen.
 
Karel Čapek, Josef Čapek: 9 Sprookjes + 1 Extra, Voetnoot, Amsterdam 2023, 262 p. : ill. ISBN 9789491738883. Vertaling van Devatero pohádek door Edgar de Bruin. Distributie EPO 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri