In januari 2024 mocht Anjet Daanje (1965) de Constantijn Huygens-prijs in ontvangst nemen voor
haar hele oeuvre. Elf romans heeft de Groningse schrijfster inmiddels op haar
naam staan. Rond haar werk heeft NRC-recensent Thomas de Veen op vraag
van uitgeverij Pluim de essaybundel Over leven, dood en bramenjam samengesteld.
Mede dankzij diens
lovende bespreking van haar roman De herinnerde soldaat (Passage 2019) kreeg
haar werk in 2020 de wind in de zeilen. Twee jaar later brak ze helemaal door
met Het lied van ooievaar en dromedaris. Het uitgangspunt van deze vuistdikke roman is
het korte, droevige leven van de mythische schrijfster Eliza May Drayden. Haar
doen en laten is gebaseerd op dat van Emily Brontë en speelt zich af in het dorp Bridge Fowling in West-Yorkshire,
de fictieve tegenhanger van Haworth, waar de zussen Brontë vandaan kwamen. Vanuit
deze negentiende-eeuwse setting springt Anjet Daanje via de lotgevallen van telkens
weer andere bijkomende personages heen en weer in de tijd. Zo spoelt ze door tot in 2030.
In zijn inleiding stelt Thomas de Veen dat het boek ‘zo
breed, diep en hoog’ is dat interpretaties uit verschillende hoeken welkom zijn
om de veelzijdigheid ervan op waarde te schatten. Het lied van ooievaar en
dromedaris vormt dan ook de rode draad in deze essaybundel.
Zo raakte dichter
Yentl van Stokkum ontroerd door de vele Brontë-sporen die er in de roman te
volgen vallen. Haar fascinatie voor de Brontës gaat terug tot haar zeventiende,
toen ze Wuthering Heights voor het eerst las. Tien jaar
later, tijdens haar Brontë-bedevaart in Haworth, hoopte ze iets terug te vinden
van haar gevoel bij die eerste lezing van Emily Brontë’s roman rond het
kwaad dat voortkwam uit de gekwetste ziel van een verlatene. Net als Anjet Daanje probeerde ze dichter
bij de schrijfster te komen door stukken van de puzzel van haar leven en werk bijeen
te sprokkelen en vervolgens te kiezen waar ze betekenis aan zou geven.
Iduna
Paalman borduurt op haar beurt verder op die intertekstualiteit door in te gaan
op de vrijheid die Anjet Daanje neemt om gedichten van Emily Brontë naar haar
hand te zetten, zowel in de poëziebundel Uitdijende gronden, die
parallel met de roman verscheen,
als in de roman zelf.
Hoogleraar genderstudies, feminist en biograaf Maaike
Meijer zoomt in op de omgang van schrijvers met hun voorgangers. Enerzijds
knokken ze voor een eigen plek in de literatuur, anderzijds kunnen of willen ze
soms niet per se om de voetsporen van hun voorgangers heen. Binnen dit spanningsveld
speelt Anjet Daanje volgens haar behendig met haar bewondering voor Emily
Brontë zonder dat haar volstrekt eigen oorspronkelijkheid in het gedrang komt.
Twee van de zes gastbijdragen
zijn minder literair geïnspireerd. In de ene stelt filosoof en theoloog Rik
Peels scherp op de rol van religiositeit in Het lied van ooievaar en dromedaris. De andere is van Beatrice de Graaf, hoogleraar in de geschiedenis van
internationale betrekkingen. Binnen haar vakgebied heeft ze in het bijzonder
aandacht voor veiligheid en terrorismebestrijding. Zij gaat in op de vele toevalligheden
en motieven (zoals bramenjam) die in Anjet Daanjes turf een samenhang
suggereren, die soms doet denken aan complottheorieën.
Pas in de tweede helft van Over
leven, dood en bramenjam gaat er meer aandacht naar andere romans van Anjet
Daanje. Het meest uitgebreid gebeurt dit in de boeiende bijdrage van
neerlandicus en germanist Marie-José Klaver. Zij heeft het daarin over de
seriemoordenaar in de roman Suikerbeest.
De
afsluitende tekst is van de hand van samensteller Thomas de Veen. Daarin duikt
hij kort in Anjet Daanjes boek Gezel in marmer (2006, Pluim 2021), om
vervolgens te eindigen met een fragment uit een interview dat hij eind 2022 met
de schrijfster had. Ze licht daarin een tipje op van de sluier over hoe ze
denkt, redeneert en werkt. Het is dan ook fijn om haar aan het slot van dit
eerbetoon zelf even aan het woord te horen.
In het schetsen van de achtergrond waartegen de auteurs van deze essays
hun punt maken, is er best wat overlap. Dit neemt niet weg dat het punt
uiteindelijk primeert, namelijk dat Anjet Daanje in Het lied van ooievaar en
dromedaris bijzonder ingenieus te werk gaat om almaar verder vertakkende verhalen
in elkaar te laten doorklinken. Over leven, dood en bramenjam is zowel
een hommage aan de media mijdende schrijfster als een uitnodiging om haar te
(her)lezen en je te laten meeslepen door haar gelaagde universum, waarvan ook de
jury van de Constantijn Huygens-prijs onderstreept dat het qua spanwijdte en
verteldrift zijn gelijke niet kent.
Thomas De Veen e.a.: Over
leven, dood en bramenjam. Het veelzijdige oeuvre van Anjet Daanje, Pluim,
Amsterdam 2024, 140 p. ISBN 9789493339187. Distributie De Wolken
deze pagina printen of opslaan