Een fabel is al sinds de oudheid en de
middeleeuwen een satirisch of in ieder geval kritisch verhaal (allegorie) dat
zich in de dierenwereld afspeelt, zoals aan het hof van koning Nobel, maar
waarin duidelijk verwezen wordt naar de realiteit van de mensen. Een
gelijkaardige traditie bestond ook in de Arabisch-islamitische wereld met de
zogenaamde adab-literatuur, ‘waarin de kennis was vervat waarover een
ontwikkeld man moest beschikken om zich in beschaafde kringen te bewegen en
waarvan een fabel als Hay ibn Yaqzan uit 1110-1185 van de Andalusische
filosoof heel goed als voorbeeld heeft kunnen dienen’ (uit het nawoord door
Richard Van Leeuwen).
Deze fabel uit 1943 van de Palestijnse intellectueel,
filoloog en vertaler Ishaq Musa Al-Husseini (1904-1990) uit de bekende en
invloedrijke Husseini familie in Jeruzalem zou inderdaad als een voortzetting
van deze educatieve traditie kunnen worden beschouwd, maar kan volgens mij
beter gelezen worden als een utopisch-politiek pamflet over de beste manier om
met recente maatschappelijke problemen om te gaan, zoals daar zijn de instroom
van vreemden, het beste humanistische programma voor het verzet, de kwestie van
de vluchtelingen enzovoort. Niet zo direct als bijvoorbeeld de figuren en types
in bijvoorbeeld het Reinaert-verhaal, maar eerder begrepen als ‘genres’
(de vreemdeling, de man in zijn harem ,’der Hahn im Korb’), concreet geschetst
maar met een bijna universele betekenis.
En, ten tweede, de idyllische
visie van een vreedzame wereld, waar liefde, affectie en wederzijds begrip
sterker blijken te zijn dan wantrouwen, woede en vijandschap. Ik weet niet in
hoever de omstandigheden, waarin Husseini zijn utopische visie neerschreef,
überhaupt kunnen vergeleken worden met de huidige periode, waarin er nog
nauwelijks van een Palestijnse aanwezigheid, laat staan een gelijkwaardige toekomst
voor alle bewoners van dit land kan gesproken worden -- dat wil zeggen of hij
ook vandaag zou geloven in de kracht van de alleen zaligmakende goedheid en
begrip. Het is mogelijk dat hij zijn standpunt en zijn project zou blijven
verdedigen, maar dan toch wel met de nodige nuances en caveats.
In 1943, toen een vreedzame oplossing van het conflict voor
velen nog net mogelijk leek, had zijn project, dat wil zeggen de visie van de
kip-filosofe met de bijna idyllische visioenen van vrede en verzoening, een
weliswaar gewaagde kwaliteit: laat ons als zendelingen van een nieuwe wereld
overal vrede en verzoening gaan prediken (terwijl men tegelijkertijd de idee
van het recht op het geboorteland blijkbaar had opgegeven), in de hoop dat men
onze boodschap zal begrijpen. Ik begrijp dat er zelfs toen al Palestijnen waren
die zich daar vragen bij stelden. Indien we deze boodschap twee generaties
later als ongewijzigde oplossing voorstellen, terwijl tegenover die toegeving
alleen maar de abstracte hoop staat dat de anderen daar zullen op ingaan,
klinkt het meer als een resignatie dan als een rechtvaardig en voor alle zijden
aanvaardbaar toekomstvisioen.
Ishaq Musa Al-Husseini: Memoires van een kip. Een
Palestijnse fabel, Jürgen Maas, Amsterdam 2024, 155 p. ISBN 9789083381282.
Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan