De
belangstelling voor Junichiro Tanizaki, een van de beste Japanse schrijvers van
de 20ste eeuw, is nooit weggeweest. Toch blijft het een verrassing
dat er dit najaar maar liefst drie boeken van hem verschijnen: een pure
verwennerij voor de literatuurliefhebber. In tegenstelling tot het onlangs voor
het eerst in het Nederlands vertaalde Een kat, een man en twee vrouwen, is Kruisende lijnen een van
de allerbekendste werken van Tanizaki. Hoewel deze uitstekende vertaling van
Jacques Westerhoven al in 1989 verscheen, komt een heruitgave als geroepen,
want op deze manier kan een nieuwe generatie kennismaken met Tanizaki’s werk.
Kruisende
lijnen volgt de jonge vrouw Sonoko, die tijdens haar huwelijk haar man
bedriegt met de knappe Mitsuko, een studente schilderkunst. De vrouwen hebben
elkaar leren kennen op de tekenacademie en brengen al snel hele dagen door met
elkaar. Maar dit verhaal van overspel is nog maar het topje van de ijsberg,
want alle personages uit Kruisende lijnen spelen vuil spel, bedotten
elkaar en zichzelf, zodat de lezer voortdurend op het verkeerde been wordt
gezet en er het raden naar heeft hoe alles gaat aflopen – hoewel het van meet
af aan duidelijk mag zijn dat een explosieve climax de enige realistische optie
is. Het boek neemt daarbij de vorm aan van een bekentenis die Sonoko aan de
schrijver Tanizaki doet (die op zijn beurt bij de lezer verslag uitbrengt): het
vertelstandpunt van de trouweloze, manipulerende Sonoko, die het bedrog van de
anderen ook niet altijd doorheeft, maakt het allemaal nóg spannender.
Hoewel Kruisende
lijnen al in 1931 verscheen, is het allesbehalve oubollig. Door de taboedoorbrekende
plot, de vele onverwachte wendingen, de vlot geschreven dialogen en de elkaar
snel opvolgende handelingen, voelt het gewoon aan als een hedendaags werk. De
actualiteit en urgentie die Tanizaki weet over te brengen, kenmerken net zijn
grote klasse als tijdloze auteur. Toch zou het onrechtvaardig zijn te stellen
dat Kruisende lijnen om de intriges in een driehoeksrelatie draait. Het
is niet meer dan een raamwerk waar Tanizaki zijn lievelingsthema’s aan kan
ophangen. Het doorwerken van de klassieke Japanse ethiek en het boeddhisme in
de twintigste eeuw, de (erotische) aantrekkingskracht van het moreel
verwerpelijke of het conflict tussen het traditionele en het nieuwe,
industriële Japan, zijn maar een paar van die elementen die het boek zijn ware,
volle diepgang geven.
Gelukkig hoeft niemand een Japankenner of letterkundige te
zijn om ten volle van Kruisende lijnen te kunnen genieten. Vertaler
Jacques Westerhoven voorzag in een uitgebreid nawoord van maar liefst vijftien
pagina’s. Daarin vertelt hij over de plaats die dit boek in Tanizaki’s oeuvre
inneemt, het belang van de verschillende aangekaarte onderwerpen, of geeft hij
wat tips over hoe de toespelingen op het boeddhisme geïnterpreteerd kunnen
worden. Ook getuigt Westerhoven over Tanizaki’s speciale schrijfstijl en welke
keuzes hij als vertaler maakte om die zo goed mogelijk naar het Nederlands om
te zetten. Het mag duidelijk zijn dat Kruisende lijnen een klassiek
meesterwerk is dat bijna honderd jaar na zijn eerste verschijnen nog altijd
onvermoeibaar begeestert én stof tot nadenken biedt. Warm aanbevolen.
Junichiro Tanizaki:
Kruisende lijnen, Veen Klassiek, Amsterdam 2024. 256 p. ISBN 9789020417579.
Vertaling van Manji door Jacques Westerhoven. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan