9+
- In de tweede samenwerking tussen Matthijs Meeuwsen en Paco Vink duikt de
lezer wederom het duister in. Waar we in Een
slijmzoen voor je oma de donkere diepzee
verkenden, blijven we nu grotendeels aan land voor een avontuur vol dieren die
pas wakker worden als wij gaan slapen.
Miljoenen jaren terug kwamen
zoogdieren enkel ’s nachts in beweging, omdat het overdag te gevaarlijk was om
de deur uit te gaan. Nadat de dinosaurussen uitstierven, waren er zoogdieren
die (ook) overdag actief werden, maar veel van hen bleven echte nachtbrakers.
Deze verhalende non-fictie gaat over deze én andere diersoorten die volledig
ingesteld zijn op het leven in het donker.
Deze ‘tofste dieren van het donker’, worden tentoongesteld
in een zwart boek met witte tekst dat vol zit met eveneens donkere, maar toch
kleurige illustraties. Het ene dier kleurt nog mooier op de zwarte pagina’s dan
het andere. Als je de zon of een lamp er op laat schijnen, lijken de
illustraties te schitteren. Alsof je echt in het donker meetuurt met deze
bijzondere nachtdieren. Mijn favoriete illustratie is misschien wel te vinden
op het schutblad, waar boomtoppen, vleerhonden en een volle maan scherp
afsteken tegen de donkerblauwe nacht.
In die lange nacht, leven enkele
ogenschijnlijk schattige wezens. Zoals het aardvarken, dat een sleutelsoort
genoemd wordt omdat zijn graafkunsten zo belangrijk zijn voor veel soorten om
hem heen. Of het schubdier,
dat er onschuldig uit ziet, maar als een onverwoestbare machine 200.000 mieren
en termieten per nacht naar binnen kan werken.
De axolotl, de colocolo en de
matschieboomkangoeroe hebben ook hun fijne uiterlijk mee, maar niet iedere
bladzijde is zo'n lief feestje. Er wandelen, vliegen en zwemmen ook voldoende
beesten rond waarbij de rillingen over je rug lopen, of waarvan je het
hoofdstuk zelfs liever had overgeslagen. Zoals de wimpermijt waarbij ik liever
niet geweten had wat voor wezentjes er in en op mijn lichaam leven. Laat
daarnaast de zoete schijn van het vingerdier op de cover je ook niet bedriegen.
Deze engerd met zijn lange (neus)peutervingers, zou ik zeker niet tegen willen
komen tijdens een nachtelijke wandeling door het bos. Misschien durf ik sowieso
op veel plekken in de wereld het donker niet meer in, na het zien van sommige
wezens uit dit boek.
Meeuwsen weet op humoristische wijze over ieder dier iets bijzonders te
vertellen. Dat doet hij in verschillende stijlen die doen denken aan een mix
tussen Edward van de Vendel en Freek Vonk. Ieder hoofdstuk heeft een originele
invalshoek. Van nieuwsbericht tot interview, van handleiding tot legerverslag.
In een kader aan het einde van ieder hoofdstuk, worden sommige onderdelen iets
serieuzer toegelicht. Zo kun je bijvoorbeeld in het kader over de bruine
nachtboomslang lezen over de groeforganen, die werken als een warmtegevoelige
camera, waardoor de slang warmbloedige prooien op kan sporen.
In Wij zijn de nacht
nemen Matthijs Meeuwsen en Paco Vink de lezer mee op een fascinerende, vaak
verrassende reis door het nachtelijke dierenrijk. Dit boek laat zien dat de
nacht vol mooie verhalen zit en het nodigt jong en oud uit om het licht even
uit te doen om ook in het donker op ontdekking te gaan.
Matthijs Meeuwsen, Paco Vink: Wij zijn de nacht. De tofste dieren van het donker, Querido, Amsterdam 2024, 141 p. : ill. ISBN 9789045130057. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan