14 +
- Met Neem een kip volbrengt Erna Sassen een heuse trilogie, die startte
met Zonder
titel. De vrienden, Joshua (ik-figuur en hoofdpersonage), Dylan,
Lindsey en Sergio hebben vmbo-examen gedaan. Sergio en Joshua gaan naar de havo
voor volwassenen, Dylan gaat naar het cios (opleiding tot sportleider) en
Lindsey heeft besloten tóch naar een dansacademie te gaan.
Ze laat er ook meteen de
gebruikelijke ontkenning in de titel van ál haar young-adultboeken voor
schieten. Dat was al wel een beetje aangekondigd in boek twee, Neem nooit een beste vriend: het slotstuk daarvan had als
enige geen ontkenning in de titel: ‘Neem een hobby’. Daarvoor was er nog een
deel dat ‘Neem geen huisdier’ heet (Joshua’s konijn komt gruwelijk aan z’n
eind). Maar nu knapt Joshua dankzij de (aanstaande) aankoop van een kip
versneld op als hij langzaam uit een depressie komt.
Het verschil tussen grofweg de eerste helft van het boek en
de tweede is enorm. In die eerste helft is Joshua behoorlijk onrustig en
opgefokt, en aan het kankeren op en twijfelen aan van alles, ‘kutzooi’ is het samenvattende
woord van een aantal stukken. Dat betekent niet dat alles ook echt kut gaat,
want hij heeft fijne vrienden, en een dijk van een vriendin, Lindsey. Het
probleem is dat hij geen beslissing kan nemen over zijn toekomst (havo en dan
de kunstacademie?) en dat hij niet weet hoe hij zijn seksleven met Lindsey op orde
kan krijgen zonder steeds in een ruzie te belanden. Dylan en Sergio zijn
uitstekende adviseurs, maar onverwacht komt er eentje bij. Zivan, oervriendin,
in Zonder titel uitgehuwelijkt aan een neef in Irak, zoekt ineens weer
contact.
De
tweede helft van het boek begint met de onverwachte komst van Zivan, met kind,
naar Nederland. Ze betrekt zelfs een caravan bij Josh in de tuin. Hij probeert
hier tegen te zijn, probeert niet van het kind te houden, maakt het uit met
Lindsey, en belandt (weer, zie Zonder titel) in een gierende dip. Dit
stuk is een beetje een herhaling van zetten in het werk van Sassen, ze schreef
er ook al uitvoerig over in Dit is geen dagboek.
Daarna davert ze vrij zoet, ook
in toon en woordgebruik, richting slotfeest, een gelukkig eind voor alles en
iedereen, al moet Sergio een traantje pinken. Zij doet dat door, gesteund door Martijn
van der Linden (Alan in een slot-van-een-filmcirkel, met gesloten ogen met de
kip in zijn armen), zonder gêne lekker sentimenteel vol in te zetten op de
liefde van Joshua (en de anderen) voor het kind, dat hij eerst ziet als een
bedreiging. Dat zijn verzet tegen Alan zal omslaan, zie je al wel aankomen. De
aankoop van een kip (erg leuk geformuleerd met: ‘wat een prachtig concept’) is
de bevestiging van zowel Joshua’s herstel als zijn band met Alan.
Toon en paginabeeld zijn ouderwets Sassen. Een bladzijde
kan ineens bestaan uit een kreet in reusachtige letters, of helemaal vol getypt
met één woord). Er zijn piepkleine en grotere letters tussen de gewone, en er
is een stevig aantal noten, maar liefst 32 deze keer. Er wordt lekker afgegeven
en gefileerd. Onder andere religie (‘ik haat religies’) moet het ontgelden, in
een paar spetterende bladzijdes, waarin vooral getoond wordt hoe de vrouw
steeds de sigaar is. Ook het koningshuis kan niet op genade rekenen van Joshua,
inclusief ‘de drie Amalia’s’. Het wordt ruig en vaak erg geestig gebracht, ook
als Joshua zichzelf beschrijft (‘professor Zoldersnor to the max’).
Zoals gebruikelijk
komt er behoorlijk veel aan de orde, maar toch weet Sassen de boel mooi in de
hand te houden. Met erg goed uitgewerkte, gedurfde stukken over seks, vaak over
hoe het nu zit met de behoeftes van Joshua en die van Lindsey (en de problemen
die daaruit voortkomen). Het etiket ‘veiligheid’ speelt hier, net als in het
vorige boek, een belangrijke rol. Maar ook de andere personages komen qua
seksualiteit in beeld.
Ook zijn er gaaf door het hele verhaal gestrooide verwijzingen
naar een boek dat vrij snel in het begin aan de orde komt: De zeven vinkjes
van Joris Luyendijk (over het witte, mannelijk privilege in de maatschappij). Voortdurend
varieert Erna Sassen op basis daarvan. Het woord ‘vink’ of ’vinkje’ wordt
geestig ingezet. Tot en met de slotpagina, waarop ze, licht moraliserend, net
als in het slot van boek twee, nog een vinkje toevoegt.
Sassen doet ook altijd iets
geinigs met muziek. Soms is dat iets klassieks, hier heeft Joshua een grote
liefde voor de muziek van de gebroeders Jussen (‘Misschien ben ik homo op de
Jussens’). Maar qua tekst én muziek is de hoofdrol voor de Belgische zanger
Stromae (Franstalige singer-songwriter, hiphopper), helper in de nood, trooster
en verbinder.
Martijn
van der Linden heeft opnieuw van alles in de aanbieding. Van een lugubere
weergave van de ‘graftakhekel’ van Joshua aan mensen in het algemeen; een heel
kille omgeving waarin Joshua en Lindsey elkaar weer ontmoeten; een heel bange
poes; tot en met de weergave van de tekeningen van Joshua, zoals zijn pogingen
een zelfportret te maken. Een opdracht aan het begin van zijn schooljaar.
Sassen had hiermee (dus) precies hetzelfde idee als Ludwig Volbeda in Oever.
Het is mooi om aan het eind van
de trilogie de drie covers naast elkaar te leggen, ze vormen een prachtige
eenheid. Op alle drie een portret. Op boek één dat van Zivan, op twee de
dansende Lindsey en op dit laatste Josh zelf. Ook een zelfportret? Erg mooi in
elk geval, perfect kern en titel weergevend en ook verre van sentimenteel. In
het slot is er dan een prent die niet meer ‘poging’ heet, maar gewoon
‘zelfportret’, verrassend (en ook weer niet). Wat niet wil zeggen dat er
onderweg niet ook heel mooie pogingen zijn langsgekomen. Joshua als ‘afgevinkt
vogeltje’, als Frida Kahlo, en (mijn favoriet) ‘Zelfportret, vierde poging’ met
allerlei tekstjes die zijn gezicht vormen en met als onderschrift, in grote,
geschreven, zwarte letters ‘slavink’ (nog een vinkje).
Neem een kip is al met al
een wellicht wat te braaf uitlopend slotdeel, maar dan wel van een als geheel
erg sterke trilogie.
Erna Sassen, Marijn van der Linden: Neem een kip, Leopold, Amsterdam
2025, 309 p. : ill. ISBN 9789025888206. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan