Canadese literatuur

Margaret Atwood: Moreel verval / Moral disorder

door Kris van Zeghbroeck

Een Atwoodiaanse 'verhaalsuite'

Margaret Atwood is vooral bekend om haar romans, maar haar kortverhalen zijn essentieel in het doorgronden van haar oeuvre. Ze kunnen zeer uiteenlopende vormen aannemen (nanoverhaal, prozagedicht, klassiek kortverhaal of zelfs kleine novelle), maar allemaal worden ze gekenmerkt door complexe personages in moeilijke situaties of relaties die een lastige emotionele weg moeten afleggen om een verandering of oplossing te bewerkstelligen. Doordrenkt met de nodige ironie worden de weerhaken des levens wat draaglijker en gerelativeerder, zonder aan de ernst af te doen. Zoals bv. in dit titelloze zes woorden lange nanoverhaal: “Longed for him. Got him. Shit.”, dat je in al zijn beknoptheid toch nog vol kan raken. Het cynisch getinte verhaal ‘Happy endings’ uit de bundel Murder in the dark (1983) maakt brandhout van de traditionele focus op de (alternatieve) afloop van een levensverhaal: “John and Mary meet. What happens next? [...] You’ll have to face it, the endings are the same however you slice it. [...] they’re all fake [...]. The only authentic ending is [death.] Beginnings are always more fun. True connoisseurs, however, are known to favour the stretch in between, since it’s the hardest to do anything with. That’s about all that can be said for plots, which anyway are just one thing after another, a what and a what and a what. Now try How and Why.” Dit is nu net wat Margaret Atwood aanbiedt in haar nieuwste boek Moral disorder (vert. Moreel verval): het structureel en thematisch savoureren van de uiteenlopende aanzetten, verlopen en open eindes in het leven van één persoon. Wat daarbij opvalt, is dat de Mary van dienst, Nell, opvallende overeenkomsten vertoont met Atwood zelf, wat van Moreel verval het meest autobiografische fictieboek maakt dat zij ooit geschreven heeft. Ook de vormgeving intrigeert: Moreel verval “could be seen as a collection of eleven stories that is almost a novel... or a novel broken up in eleven stories”. Laten we de obsessie om verhalen tot een roman te bundelen links liggen en in navolging van Ursula LeGuinn spreken van een ‘verhalensuite’ in zijn eigen recht; niet bijna een roman, maar meer dan een roman!
Het boek is opgedragen aan Atwoods familie en het titelblad van de originele uitgave toont een foto van een schijnbaar afgelegen, onderkomen boerderij in een weinig uitnodigend winterlandschap. Met deze foto van Graeme Gibson, Atwoods man, lijkt meteen een sfeerbeeld van hard labeur in een onuitnodigende natuur gekozen (een courant thema in Atwoods werk), waartegen deze verhalen zich afspelen. Het openingsverhaal ‘Het slechte nieuws’ brengt Nell en Tig, een bejaard koppel dat een broos evenwicht bereikt heeft in het omgaan met elkaars hebbelijkheden. Om te onderstrepen dat het emoties van alle tijden zijn, voert Atwood hetzelfde koppel nog eens op in het Romeinse Rijk. De verhalen die volgen, vertrekken van de jeugd van Nell, om schijnbaar chronologisch via verschillende versies van de volwassen Nell (filmster, minnares, gouvernante of een relatie met Tig) uiteindelijk in de verhalen van lichamelijke aftakeling van Nells vader en moeder uit te monden. De verhalen vormen een fotoalbum, stapstenen in een onafgesloten leven dat alle kanten had kunnen opgaan, maar uiteindelijk enkel naar de dood kan leiden. Het lijkt wel of Atwood de vingeroefening “What happens next?” (Kies A,B,C, D of F) uit het hierboven aangehaalde verhaal ‘Happy Endings’ in de praktijk omzet, geïnspireerd door haar eigen leven. Met de onafwendbare dood voor ogen is dit boek een onsentimentele ode aan het leven (“the stretch in between”) in al zijn variaties en de morele keuzes die het sturen. Hoe harder het leven hoe mooier, lijkt Atwood soms met enige ironie te betogen. Herinneringen worden opgehaald, maar ze zijn slechts een schim van wat was. Wat overblijft wordt onvermijdelijk bijgekleurd en tussen de herinneringen vallen hiaten en stiltes die veel aan de verbeelding overlaten. Atwood brengt in de geest van ‘Happy Endings’ geen afgeronde verhalen, maar flarden uit een leven die nooit hetzelfde personage laten zien, wat maakt dat Nell een complexe, moeilijk vast te pinnen identiteit krijgt, net zoals het leven zich niet laat vastprikken. Ondanks die fragmentatie staat deze bundel als een huis, omdat het een van de zeldzame verhalenbundels is die een echte samenhang vertonen. Weliswaar een samenhang die je als lezer zelf moet vinden door tussen de lijnen door in spleten en openingen te kijken, stiltes te overbruggen en (morele) keuzes te maken binnen de oneindige A, B, C, D-variaties die de lectuur kunnen opleveren. Een rafelige verhalenbundel die meer kan bieden dan een gepolijste roman.
De titel van het boek Moral disorder ontleende Margaret aan de roman waarmee haar man Graeme bezig was toen hij in 1996 besloot te stoppen met schrijven. Niet toevallig is het de titel van het verhaal waarin ze de relatie tussen Nell/Margaret en Tig/Graeme op een boerderij (van de eerder vermelde foto) opvoert, als een van de mogelijke versies van Nells leven. Maar ondanks die biografische elementen blijft Moreel verval pure fictie; het zijn verhalen, geen memoires. Dat onderstreept Atwood o.m. in het laatste verhaal door het paard van haar moeder de naam Nell te geven. “There has to be some blood in the cookie to make the Gingerbread Person come alive”: zo omschrijft Atwood in een interview het biografische gehalte van het boek. Een typische Atwoodiaanse signatuur eigen aan O.W. Toad, haar favoriete anagram.

Margaret Atwood: Moreel verval, Prometheus Amsterdam, 2006, 241 p., € 19,95
ISBN 9789044609295. Vert. van Moral disorder door Kees Mollema. Distributie: Standaard Uitgeverij
Margaret Atwood: Moral disorder, Bloomsbury London, 2006, 260 p., € 21,45
ISBN 9780747581628. Distributie: Penguin Books Benelux
verhalen / relaties / vrouwen

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2006


deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri