Marlon James was de eerste Jamaicaanse auteur ooit om de shortlist van de Booker Prize te halen. Door vervolgens ook de Booker Prize 2015 te winnen schrijft hij meer dan geschiedenis. Vooral omdat geschiedenis de basisstructuur vormt van het winnende boek: Een beknopte geschiedenis van zeven moorden. Hoewel
deze lijvige roman meerdere hoofdpersonages opvoert, werd het geheel opgehangen
aan een specifiek personage: ‘de Zanger’, die in het Jamaica van de jaren
zeventig enkel kan verwijzen naar de reggaezanger Bob Marley.
Anno 1976 was Marley
een superster, die zich naast reggae en de rastafilosofie wou inzetten voor de
verzoening in zijn gepolariseerde land. Zijn optreden voor het Smile Jamaica
Concert zou daaraan bijdragen, ware het niet dat de People’s National Party van
de toenmalige premier Michael Manley het concert organiseerde. Voer voor de
grootste oppositiepartij, de Jamaica’s Labour Party van Edward Seaga, om het
concert voor nationale verzoening als een politieke campagne voor de
herverkiezing van Michael Manley te zien. De spanningen tussen aanhangers van
beide partijen liepen hoog op, wat op 3 december 1976 (twee dagen voor het
concert) uitmondde in een moordaanslag op Bob Marley in zijn eigen huis. Marley
was slechts licht gewond aan arm en borst, maar zijn vrouw en manager raakten
zwaargewond.
De daders werden nooit
gevonden, maar algemeen werd aangenomen dat het om gangsters ging met banden
met de Jamaica’s Labour Party. In Een beknopte geschiedenis van zeven
moorden, een epische mengeling van feiten en fictie, volgt Marlon James de
levensloop van zeven potentiële daders tot ze de een na de andere zelf
neergeschoten worden. Voeg daarbij een ruim gamma aan aparte verhaallijnen met
tientallen personages (een vier bladzijden tellende lijst van personages werd
opgenomen) met hun uiteenlopende Jamaicaanse en Amerikaanse taalregisters en
het resultaat is een polyfonisch boek dat inspanning vraagt van de lezer, maar
voortdurend verrast en bewondering afdwingt.
Centraal staat het
Jamaica van de jaren zeventig en tachtig dat, gebukt onder politieke corruptie,
door een diep economisch dal ging en te maken kreeg met een vloed aan wapens,
drugs en geweld en een sterke aanwezigheid van de CIA om Amerikaanse belangen
veilig te stellen. Dit is het Jamaica dat de jonge opgroeiende Marlon James
weerspiegeld zag in de angstige ogen van zijn ouders. We volgen heel wat
personages in de getto’s van de Jamaicaanse hoofdstad, maar waaieren gaandeweg
ook uit naar de achterbuurten van Miami en New York waar heel wat Jamaicanen
tevergeefs het beloofde paradijs zochten, om uiteindelijk in het nieuwe, meer
toekomstgerichte Jamaica van de jaren negentig te belanden.
Het is Marlon James
verdienste dat hij muziek, misdaad en politiek laat versmelten tot een grootse
vertelling van Dickensiaanse proportie (Dickens geldt als een van de grote
invloeden op zijn oeuvre). Als lezer moet je je wel laten meevoeren op de tonen
van de uiteenlopende taalregisters alsof het om pure reggae gaat. In ruil krijg
je een divers, steeds verrassend en kleurrijk beeld van de Jamaicaanse depressiejaren. Bekroond met de Booker Prize 2015.
Amsterdam
: Lebowski, 2015, 719 p. Oorspr. titel: A brief history of seven killings.
ISBN 9789048825318
deze pagina printen of opslaan