Poëzie

Koos Geerds: Dialoog met het eiland

door Dirk De Geest

Koos Geerds is in zekere zin vergroeid met de traditie. Dat blijkt ook uit zijn recentste bundel, Dialoog met het eiland, waarop de lezer ruim tien jaar heeft moeten wachten (sedert Weerribben uit 2003). De dichter is nog steeds verknocht aan het landschap van zijn jeugd en blijft intens verbonden met het verleden. Daarbij speelt de religieuze Tale Kanaäns een niet te onderschatten rol. Die verregaande vertrouwdheid met de Bijbel wordt in Geerds’ jongste bundel gecombineerd met een hele reeks verwijzingen naar klassieke teksten uit de mythologie en de literatuur. Daardoor ontstaat een eigen lyrische toon en taal, vol bevreemdende woorden en litanie-achtige herhalingen. Jezus, de aartsengel Michaël en de antieke held Odysseus treden probleemloos naast elkaar op in deze gedichten. Toch is dit geen hermetische literatuur. Integendeel, de natuur vormt evenzeer een centrale inspiratiebron. Natuur en cultuur zijn, met andere woorden, hecht met elkaar verweven. Geerds ziet in de natuur duidelijk een soort van spoor, dat verwijst naar de eeuwigheid en de ontgrenzing (en dus ook symbool kan staan voor ervaringen van epifanie), maar die natuur is evenzeer een bron van het concrete, van het detail en de anekdote. Precies die dubbelheid geeft de beste gedichten uit Dialoog met het eiland onmiskenbaar een meerwaarde.
Geerds is een dichter van reeksen; dat geeft hem de mogelijkheid om motieven te hernemen en verder uit te werken, om eenzelfde gegeven van uiteenlopende ‘toetsen’ en accenten te voorzien. In Dialoog met het eiland heeft hij alle verzen gegroepeerd. De bundel opent met een soort van ‘jaarkrans’ met daarin de twaalf maanden. Die temporaliteit wordt gekoppeld aan een reeks observaties, zowel van de omgeving als van de geliefde: op die manier ontstaat een subtiele, zij het nogal vage lofzang aan het leven. Tegelijk echter is de dood permanent aanwezig, waardoor het positieve gevoel onmiskenbaar ook verwordt tot een blijvend gemis. De laatste afdeling van de bundel bevat trouwens een aantal bijzonder mooie gedichten waarin verdwijnen en voortleven intens samengaan. De hoofdbrok van deze bundel wordt echter onmiskenbaar gevormd door een reeks zevenregelige gedichten over ‘Schiermonnikoog’. Hier treedt de dichter in dialoog met het eiland, maar tegelijk ook met de bevriende kunstenaar Jan Pieter Gootjes, die aquarellen maakt waarbij het abstracte en het mathematische lijken om te slaan in organische vormen. Iets soortgelijks vindt ook plaats in Geerds’ gedichten. Niet toevallig maakt de dichter hier consequent gebruik van de ‘jij’-vorm, waardoor de spreeksituatie veralgemeend wordt. Het eiland wordt een beeld voor de ruimte, maar ook voor de ruimte van het blad en de ruimte van het individu. Isolement en verbinding vormen daarbij belangrijke leidmotieven. Vooral in deze kortere gedichten weet Geerds optimaal zijn zeggingskracht te benutten. Elders bevat zijn poëzie soms herhalingen of uitweidingen en dreigt de toon minder intens te worden. Dialoog met het eiland vormt in ieder geval een boeiende synthese van Geerds’ oeuvre. Tegelijk doet de bundel uitkijken naar volgend werk.


Koos Geerds, Dialoog met het eiland, De Arbeiderspers Utrecht, 2014, 778 p., € 18,95. ISBN 9789029588393. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf cop. 2014

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri