Nederlands proza

Gilles Van der Loo: Het laatste kind

door Jooris Van Hulle

Het (fictieve) Zuid-Amerikaanse stadje Palladina, eertijds een bloeiend handelsoord, is door een algenplaag die de haven doet dichtslibben volledig in verval geraakt. Wie er nog woont, heeft weinig of geen vooruitzichten. Van der Loo, die met deze thematiek van ‘een stervende stad’ in het spoor treedt van Richard Russo (Brug der zuchten), legt de verteller die in het tweede hoofdstuk aan het woord komt, deze bedenking in de mond: ‘Als ik vroeg waar hun zonen en dochters waren, schudden ze hun hoofd. Magere nekken draaiden in sleetse kragen. Amerika. Duitsland. Australië. Spanje. Niet hier, zeiden ze, alsof Palladina zelf de banden doorgesneden had. Alsof de stad geen gezinsleven verdroeg.’
In de verschillende hoofdstukken, die in wezen elk een eigen verhaal vertellen waarin een ik-personage aan het woord wordt gelaten, wordt gefocust op verbroken gezinsrelaties. Zo komen in het eerste verhaal afwisselend Solace, die troost en steun vindt bij haar zoontje, en Joseph aan het woord. Joseph is uit Palladina weggetrokken om als bouwvakker in een vreemd land de kost te verdienen. Omdat hij geen werkvergunning heeft, zal hij noodgedwongen moeten terugkeren, maar dit blijft hem bij: ‘Ik ben onderweg, en onderweg is nergens’. De schrijver Oscar komt aan het woord in het tweede verhaal: hij is naar Palladina getrokken om er aan zijn boek te werken, maar raakt in de ban van de overleden Léon Valle, die zelf een aantal geschriften heeft nagelaten die Oscars boek komen overschaduwen. En zo kabbelt de roman verder met figuren die in hun afzondering zichzelf trachten te overtuigen van de zin van het leven dat ze leiden tussen het verval door. Zoals het zeventienjarige meisje Eva, dat door een monteur wordt misbruikt en dan meemaakt dat haar opa de man ombrengt. Dan is er Gustavo, die ooit zijn broer naar Palladina is gevolgd, maar daar ontdekt dat zijn broer alleen sier maakt omdat hij in de drugshandel zit. Naar het einde toe buigt Van der Loo zijn roman om naar een positiever beeld, dat onder meer vorm krijgt in de blauwe gloed die de algen afgeven. En zo kan het dat in het slothoofdstuk een beeld wordt opgehangen van de stad in volle bloei van weleer, zodat de lezer toch nog een idee krijgt van hoe het allemaal had kunnen lopen. Het laatste kind is geschreven vanuit een sterk inlevingsvermogen: Gilles van der Loo evoceert in een suggestieve stijl de sfeer die een stad letterlijk en figuurlijk in duisternis hult. Het ontbreekt de roman aan samenhang tussen de verschillende deelfragmenten. De ‘verhalen’ blijven op zichzelf staande bouwstenen van een geheel dat niet genoeg uit de verf komt.

Gilles Van der Loo, Het laatste kind, Van Oorschot Amsterdam, 2013, 187 p., € 16,5. ISBN 9789028260924

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri