Woest reiken de golven naar de
okeren hemel, in de verte gloort aarzelend maar onontkoombaar de zon – het
knappe omslagwerk van Brigitte Slangen kon de hoop in de harten van de
vertrekkers naar een betere wereld niet beter illustreren. 'De onervarenen'
Odile en Koben besluiten in 1847
in te gaan op het aanbod van de Maatschappij voor
Overzeese Volksplanting om een beter leven de beginnen elders. Waterkou,
ijsbloemen, gort worden een herinnering wanneer ze van de boot stappen in het
land van hitte en broodwortels. Joke Van Leeuwen vertelt het avontuur vanuit
het standpunt van Odile, die terugkijkt op haar jeugd zonder vader en met een
eigenzinnige moeder.
Met De onervarenen trekt Van
Leeuwen de lijn verder die we herkennen uit eerder, bekroond werk. Net als
Feest van het begin (2012) is De onervarenen een historische roman, zonder
expliciete geografische duiding, over mensen, geleid door de gebeurtenissen om
hen heen en door de keuzes die ze daardoor moeten maken voor hun verdere leven.
Er zijn meer parallellen te trekken tussen de romans, zoals de eenzaamheid van
de hoofdpersonen en de eigenzinnigheid die hen karakteriseert. In De
onervarenen is dat de moeder van Odile, die zich door haar voor die tijd
afwijkende opvattingen opgenomen ziet in een krankzinnigengesticht. Ook in het
nieuwe land blijft ze de buitenstaander.
Het boek
lijkt bijzonder actueel: vluchtelingen die zich in onbekend gebied proberen te
settelen. Anders echter dan wat we dagelijks in het journaal zien, is er in De
onervarenen amper sprake van een confrontatie met oorspronkelijke bewoners. Van
Leeuwen belicht in haar boek vooral de groepsdynamiek die er ontstaat als een
groep van zowat vijftig streekgenoten naar onbekend gebied verhuist. Ze heeft
minder aandacht voor de fysieke omgeving waarin de migranten terecht komen,
toch zolang die geen directe impact op hun bestaan heeft.
Het zijn vooral de sterke personages die beklijven, zoals Koben die zich
van een onzeker, sympathiek type ontwikkelt tot de leider van de groep, of
Jakob, met zijn haar in een palmboom op zijn hoofd gebonden. Joke van Leeuwen
tekent ze krachtig uit; haar taal is helder, ze gebruikt poëtische beelden en
zo nu en dan ook ouderwetse termen, die je nog eens naar een encyclopedie doen
grijpen. Af en toe roept ze daarmee het werk van de betreurde Rascha Peper in
herinnering.
Amsterdam : Querido 2015, 237 p. ISBN
9789021400242
deze pagina printen of opslaan