volw. non-fictie

Cees Nooteboom, Simone Sassen (fot.): Saigoku

door Marjan Bex

Notities zijn het, geplukt uit een reisdagboek van een trip naar Japan. In de extensieve proloog vertelt Cees Nooteboom hoe hij ertoe kwam de zware pelgrimstocht rondom Kyoto, ook bekend als ‘Saigoku Sanjūsan-sho’, te ondernemen. Centraal in elke tempel staat Kannon (Avilokitesvara, de belichaming van de genade in het boeddhisme). Eén reis werd twee reizen, en zo kwam het dat hij tussen 1998 en 2010 uiteindelijk vijfmaal op zoek ging naar de magie van die pelgrimage. Te voet, met de bus of met de trein, doorheen alle seizoenen zag Nooteboom, met aan zijn zijde zijn vrouw Simone Sassen, de tempels. De weg erheen was vaak pittig, de bekroning bij de aankomst weldadig zoet. Twee boeken vormden daarbij zijn onontbeerlijke leidraad: een (Engelstalige) reisgids waarin beschreven werd hoe de tempels te bereiken waren, en natuurlijk het Verhaal van Prins Genji van Murasaki Shikibu uit het jaar 1000. Het relaas over de intriges uit het leven van de Prins van het Licht wordt beschouwd als de basis van de klassieke Japanse literatuur. De eerste Nederlandse vertaling van de ‘Genji Monogatari’ van de hand van Jos Vos, staat op stapel en is voorzien van een voorwoord door Nooteboom zelf. Nootebooms fascinatie voor de het verhaal over Genji — intriges, dames achter kamerschermen die zo met hun minnaar converseren — kruidt het verhaal over de tocht. Want in feite is het prachtige, hardcoverfotoboek een opsomming van de 33 tempels, met een verslag van hoe Nooteboom ze beleefde, in het echt en in de literatuur. Zo bestaat hoofdstuk 25, over de Kiyomizu-dera, vrijwel uitsluitend uit een lang citaat uit een ander dagboek (Kagero Nikki, in het Engels bekend als ‘The Gossamer Years’), van een van de vrouwen van de machtige tiende-eeuwse heerser Fujiwara no Kaneie. De woorden brengen de lezer eeuwen terug, in de authentieke sfeer van het toenmalige hof. Nooteboom is erin geslaagd om de verwondering over te brengen die hij ervaart bij het zien van monumenten die er soms al stonden toen de klassieke Japanse literatuur geschreven werd. Steeds meer lijkt hij in een staat van onthechting te komen, getuige zijn opmerking dat er 'iets rustgevends [is] aan mededelingen die je niet kunt lezen, je loopt voortdurend in een vreemd universum beladen met betekenis die van je afglijdt alsof je allang niet meer echt bij de wereld hoort'.
Zijn belezenheid in de wereldliteratuur, en natuurlijk ook zijn talent om verleden en heden, persoonlijk beleven en algemene kennis met elkaar te verweven, maken van ‘Saigoku’ een prettige belevenis voor de lezer. Nootebooms enthousiasme werkt aanstekelijk; de mooie foto’s van Simone Stassen zijn nu eens mysterieus, maar soms ook ‘gewone’ vakantiekiekjes (zonder Stassen en Nooteboom zelf in beeld te brengen). De tekst is sterk genoeg om op zichzelf te staan, maar de gekozen vorm — hardcover en groot formaat — rechtvaardigt de foto’s. Het boek bestaat zoals gezegd uit een opsomming van de tempels; de hoofdstukken kunnen in willekeurige volgorde en onafhankelijk van elkaar gelezen worden.

Cees Nooteboom, Simone Sassen (fot.), Saigoku, Ludion [S.l.], 2013, 200 p., ill. € 49,9. ISBN 9789461301086. Distributie: WPG Uitgevers

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri