Nederlands proza

Willem Frederik Hermans: Richard Simmillion

door Erik de Smedt

Zes verhalen van Hermans hebben als hoofdpersonage Richard Simmillion. Ze zijn sterk autobiografisch: de schrijver heeft, naar eigen zeggen, niets verzonnen maar hier en daar dingen weggelaten om niet vervelend te worden. Met wat goede wil kun je ze bundelen tot een 'onvoltooide autobiografie' -- meer omdat ze een beeld geven van Hermans' psyche en preoccupaties dan een relaas van wat hij in zijn leven heeft gedaan. Van een aaneensluitend, compleet verhaal kan zeker geen sprake zijn. Als romanschrijver koesterde Hermans strenge opvattingen over de samenhang en functionaliteit van elk detail in een verhaal.

In deze met vitriool geschreven teksten wil dat wel eens tegenvallen. Het zuiverst is 'De elektriseermachine van Wimshurst', het relaas van een jongen, anders dan de anderen, die zijn medeleerlingen en leraar verbluft wil laten staan met zijn wetenschappelijke experimenten. Het ene plan na het andere mislukt, de opgelopen averij wordt de motor van het schrijverschap. Hermans leeft zich hier volledig in in de wereld van de jonge knaap, vertelt met indringende details en zonder de uitweidingen waar hij zich in de andere autobiografische verhalen aan bezondigt. De schets 'Waarom schrijven?' is vooral een anekdotisch essay vol zelfbeklag. 'Een toerist', dat nog niet eerder in boekvorm werd gepubliceerd, beschrijft een zeldzaam gelukkige schooluitstap naar een natuurgebied. Toch is het een echt verhaal van Hermans. Een poging om dit geluk opnieuw te beleven door de vader over te halen met de zoon het uitstapje over te doen wordt een vreselijke flop. De twee volgende, het ene over de tijd in Canada, het andere over een verblijf in Parijs, hebben iets van memoires. Ze werpen licht op de gekwelde geest van de auteur, zijn stokpaardjes en aversies, maar hangen als los zand aan elkaar. Revelerend zijn ze wel: "Ik ben verlegen, een barbaar, gefrustreerd; ik lijd aan zelfhaat; nihilisme; complexen, ressentimenten; ik ben behept met alles wat de pedagogen veroordelen." In het laatste verhaal, 'Dood en weggeraakt', borstelt Hermans sereen het portret van zijn vader, een man zonder ambitie, en verweeft het met het relaas van de obligate bezoekjes aan de kapper, die bruusk een einde nemen. Op het eerste na, kunnen deze verhalen niet in de schaduw staan van het fictionele werk. Ze leggen de privébeerput open van een man die met zijn scheppend nihilisme net trachtte die kleinheid in de greep te krijgen en te overwinnen. Voer dus voor psychologen.

Willem Frederik Hermans, Richard Simmillion, De Bezige Bij Amsterdam, 2005, 230 p., € 19,9. ISBN 902341733X

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2005

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri