Nederlands proza

Max Pam: De Herenclub

door Erik de Smedt

Hoge bomen vangen veel wind. Geen wonder dus dat de beroemde Nederlandse schrijver Harry Mulisch onder de naam Horus Mimir de hoofdfiguur werd in deze satirische sleutelroman van columnist en literatuurcriticus Max Pam. Hij zal de Grote Prijs der Nederlandse Letterkunde ontvangen uit de handen van Hare Majesteit de Koningin en besluit een klein diner te geven voor zijn vrienden, een "diner voor heren". Met enige moeite krijgt hij twaalf apostelen bij elkaar, het puik van de Nederlandse politieke, financiële en culturele wereld. Tijdens de wekelijkse 'gastronomische' bijeenkomsten (de kok heet Braakensiek) wordt er gediscussieerd en gelobbyd. Mimir verzeilt in het mediacircus en kan maar niet begrijpen of zijn vriend de omroepdirecteur Hendrik van Dijk (Marcel van Dam) nu voor of tegen de commerciëlen is. Pierre Dwars (Peter Schat) stelt hem pregnante vragen over zijn houding tegenover het repressieve Cuba, waarop Mimir reageert: "Men moet niet spuwen in de bron waaruit men gedronken heeft". Er zit ook een liefdesverhaal in, hilarische scènes met een minister die te diep in het glas kijkt, een directeur van de Nederlandse bank die alle tijd heeft om te golfen en een journalist die zich heeft toegelegd op de studie van neusapen. Als enige concurrent-schrijver zit Gees Kruidentuin in de Herenclub, "neergesabeld in Nederland, maar unaniem bewonderd in Praag". Is dat niet het lot van Cees Nooteboom? Hij wordt behoorlijk over de hekel gehaald en komt passend aan zijn einde. Een van de amusantste hoofdstukken is het relaas van 'Das literarische Bacchanal', een tv-uitzending waarin de Duitse literatuurpaus Heiner Rache-Radetzky -- als twee druppels water Marcel Reich-Ranicki -- Mimirs boek Ich bin das Universum neersabelt, maar Elegie der Erscheinungsformen van Kruidentuin voordraagt voor de Nobelprijs. Voor wie de geviseerde figuren enigszins kent, is dit een geestige en onderhoudende roman, een briljante karikatuur. Meedogenloos is het boek niet. Bij Mimirs maagoperatie schemert bewondering voor diens levenswil door, en de prins-gemaal die mee een boottochtje maakt en het wereldleed torst is een mooie hommage aan prins Claus. Hier hanteert de auteur een techniek die hij ook voor Mimir gebruikt: herhaalde, licht gevarieerde zinnetjes die een handeling van het personage karakteriseren. "De prins keek erbij met de voor eeuwig bevroren ogen van iemand die getuige is geweest van een alles vernietigende catastrofe. [...] zei de prins met een gezicht alsof zojuist een stofwolk van uraniumdeeltjes over de randstad was getrokken". Hij krijgt iets van de tragische Hamlet. "Regendruppels. Regendruppels in het water. [...] 'En die regendruppels maken kringen,' ging de prins verder, 'en die kringen maken nieuwe kringen, en die nieuwe kringen maken weer nieuwe kringen. Zonder ophouden, steeds weidser, zonder ophouden.'" De epiloog beschrijft Horus Mimirs levenseinde op een manier die Mulisch niet zou kunnen verbeteren. Geslaagde humoristische romans zijn dun gezaaid in de Nederlandse literatuur. Dit is er een.

Max Pam, De Herenclub, Prometheus Amsterdam, 2005, 208 p., € 12,5. ISBN 9044606220

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2005

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri