In de brieven aan zijn al decennia in Mexico wonende broer Jules uit ¡Querido hermano! (1988) legt Walter van den Broeck uit waarom hij nooit is geëmigreerd: "Hoe ongaarne ik het ook toegeef, ik ben bijgod een Belg, een Vlaming, een Kempenaar, die om de benepenheid van zich af te houden globaal denkt maar lokaal handelt." Het mooiste bewijs van hoe globalisering en lokalisering elkaar kunnen bevruchten, levert hij met zijn 'crisisroman' Terug naar Walden. Hij begon eraan te werken nog voor de mondiale kredietcrisis uitbrak, en toch tekent die het boek op elke bladzijde, al besteedt de auteur er nauwelijks expliciet aandacht aan. Het zou ook dwaas zijn te willen concurreren met economische en financiële experten à la Geert Noels. Wat thematiek en genre aangaat, is deze roman veel ruimer. Het hoofdpersonage is de schatrijke oude man Ruler Marsh, die zijn imperium bestuurt op de hoogste etage van een wolkenkrabber in Manhattan. Die letterlijk en figuurlijk hoge positie geeft hem goddelijke allures. Maar hij blijkt een god van het wrekende type, die slechts zo rijk is geworden om wraak te nemen op het systeem dat ooit, tijdens de depressie in de jaren '30 van de vorige eeuw, het hele gezin Marsh op straat heeft gezet. Een dokter heeft hem meegedeeld dat hij lijdt aan een ziekte waar geen kruid tegen gewassen is en maar kort meer te leven heeft. Voor hem het moment om de beurzen over heel de wereld als dominostenen te laten vallen.
De roman bestaat uit bijna vijftig korte hoofdstukken, verteld vanuit de meest verscheidene 'kleine mensen', al weet iedereen die iets van Van den Broeck heeft gelezen dat die term voor hem onzinnig is. Die afwisseling, samen met de luchtige maar trefzekere zinnen en pittige vergelijkingen, brengt vaart in het boek, dat ? het lijkt wel een cliché ? filmische allures krijgt. De reminiscentie aan Orson Welles' 'Citizen Kane' komt de lezer trouwens wel vaker voor de geest. En over clichés gesproken: Van den Broeck schuwt ze niet, integendeel, hij trekt ze aan om er een superieur spel mee te spelen. De op haar baas verliefde secretaresse Miss Daffodil, de drukte en het lawaai in New York, het chauvinisme, de American Dream om uit de ellende van anderen munt te slaan (een zakenman die tegen grof geld kubussen van de gesmolten Twin Towers verkoopt), een duo lijfwachten met de sympathieke namen Laurel en Hardy (maar welke gruwelijke werkelijkheid zit achter hen verborgen!), de 'roeping' om zomaar het vliegtuig naar Brussel te nemen en terug te keren naar zijn roots... De plotselinge verdwijning van hun 'god' zorgt bij de duizenden werknemers van Ruler Marsh voor deining, en het levert hoogst vermakelijke passages op wanneer hij ook nog eens ongemerkt uit het Brusselse Hiltonhotel kan ontkomen en na de kennismaking met Kaat Vermeulen, een in Antwerpen als hoertje bijklussende studente filosofie, in het Kempense dorp Wallem verzeilt, waar geen mens van zijn achtergrond op de hoogte is.
Een slapstickroman? Daar lijkt het soms even op, maar het is een veel te eenzijdig etiket voor al wat de auteur hier bijeenbrengt. Terug naar Walden is net zo goed een maatschappijkritisch boek over sociale uitbuiting, een liefdesroman (ook over het soort liefde dat vaak nog moeizaam wordt aanvaard), een misdaadroman, een utopische roman (die zich hoofdzakelijk in gedachten afspeelt, maar toch ook feitelijk verwijst naar Frederik van Eedens sociale experimenten aan het eind van de 19e eeuw en zijn propagandatocht daarover in de VS) en zelfs ? opmerkelijk voor een schrijver die lange tijd "in onmin leefde met de Baas van het leven" ? een roman over mystieke ervaringen, niet zozeer in religieuze zin als in de betekenis die "de mystiek bij klaarlichte dag" heeft in het werk van Robert Musil. Verschillende personages hebben op een bepaald ogenblik het gevoel niet langer te kijken naar de wereld, maar door het leven bekeken te worden, op te gaan in de onwerkelijk lijkende witte ruimte tussen de pixels van een steeds verder uitvergrote realistische foto. Het wordt, na veel peripetieën die hier beter niet worden verklapt, ook de ervaring van Ruler Marsh, wiens grootvader Vermeersch uit de Kempen naar Amerika is geëmigreerd.
Wat de luchtshow van aëroclub De Duinen, de plaatselijke verhoudingen in Wallem, het onregelmatig brandende groene kruis van de apotheek van Jos Vergif, de bizarre Amerikanen die in hotel Het Paradijs logeren, de spoorloos verdwenen Steve Fossett, de ten onrechte van een parachutemoord verdachte Lies Somers, de wormgatentheorie van heemkundige Kevin Verhelst, de geheimzinnige Engelenplas en het jonge meisje Lotte dat haar eerste maandstonden krijgt en een prachtige droom verwoordt hoe zij de wereld zou inrichten als ze rijk was ? wat al die schijnbare zijpaden die de romanschrijver inslaat met de ontwikkeling (of ontbolstering) van Ruler Marsh te maken hebben, moet de lezer zelf ontdekken. "Dit kan niet bestaan zonder dat" is een van de lapidaire sleutelzinnen van het boek. Meer wil ik niet verraden. Terug naar Walden is een briljant geconstrueerde roman, onderhoudend en met verrassende diepgang. Ik heb hem gelezen met het geluksgevoel waarmee ik lang geleden jongensboeken heb verslonden waarin alles mogelijk leek. En moest herhaaldelijk denken aan een zin uit Heinrich von Kleists opstel 'Over het marionettentheater': "Dus zouden we weer van de boom der kennis moeten eten, om terug te vallen in de toestand van onschuld?"
Walter Van den Broeck, Terug naar Walden, Meulenhoff/Manteau Antwerpen, 2009, 287 p., € 22,5. ISBN 9789085422136
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2009
deze pagina printen of opslaan