Nederlands proza

Edzard Mik: Goede tijden

door Erik de Smedt

In een niet bij naam genoemd maar herkenbaar Maastricht heerst watersnood. De Maas treedt buiten haar oevers en voert de stad haast terug naar de chaos van de eerste scheppingsdagen. Het huwelijk van advocaat Vink en zijn vrouw Julia stelt weinig meer voor. Zij zoekt haar geestelijk en emotioneel heil bij Sjef, gewezen danser en standbouwer die zich bekeerd heeft tot het orthodoxe geloof en als een goeroe vrouwen om zich heen verzamelt. Voor Julia vormt Sjef een rustpunt, maar Vink verdenkt zijn vrouw ervan dat ze een verhouding heeft met de goeroe. Zelf gaat hij vreemd met de gretige en jongere Maria. Nadat de vrouw van de dierenbeschermer Batta in verdachte omstandigheden verdwenen is en Batta van moord wordt verdacht, wordt Vink ? die zich vooral met sociale gevallen en de évacués bezighoudt ? door zijn collega's gepusht om de moordzaak aan te nemen. Als Sjef van zijn balkon neerstort, rijzen er allerlei verdenkingen. Het tweede deel van de roman, 'Tussen hemel en aarde', wordt niet langer personeel maar auctoriaal verteld door de overleden Sjef, die beweert alleen een toenadering tussen Vink en Julia op het oog te hebben gehad. Na allerlei verwikkelingen lijkt het ook werkelijk tot een verzoening te komen ? als dat mogelijk is in deze roman, die een vrij schamper beeld ophangt van de advocatuur en de relaties tussen mensen ('Het huwelijk is niets anders dan een guerrilla die door beide kampen gevoerd wordt: de strijd blijft meestal onzichtbaar maar houdt nooit op.').
Levens- en doodsdrift liggen niet alleen in de cynische Vink met elkaar in de clinch. Tweeslachtigheid kenmerkt de handelingen en gedachten van bijna alle personages. Het komt de roman, die geregeld soapallures heeft, hoewel hij daar intellectueel bovenuit wil komen, niet ten goede. Dat Mik herhaaldelijk wordt verleid tot rechttoe rechtaan filosoferen over rechtspraak, liefde, identiteit en andere thema's werkt gênant. De romanfiguren commentariëren bovendien voortdurend zichzelf. 'Zou ze hem verlaten? Was hij daar bang voor? Hij kon zich voorstellen dat hij beter af was zonder haar, bevrijd van haar drukkende aanwezigheid en het verwijt dat ze uitdroeg in haar rug en fragiele schouders. Toch diende een leven waar zij geen deel meer van uitmaakte zich niet aan als een opluchting, maar als een einde, een absoluut einde, als de dood. Hij wilde haar niet kwijt, hij kon niet anders dan met haar verdergaan.' Ook de beeldspraak is vaak gezocht of gechargeerd: 'Het snoer was helemaal uitgetrokken, met zijn grijze draaiingen had het iets van een navelstreng, het leek elk moment te kunnen knappen.' Van de Edzard Mik die in zijn vroege romans zo spits en raadselachtig kon schrijven is in Goede tijden niet veel te merken. De auteur betaalt een zware tol voor zijn ambitie om een breder publiek te bereiken.

Edzard Mik, Goede tijden, De Bezige Bij Amsterdam, 2009, 236 p., € 18,9. ISBN 9789023454212

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2009

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri