Hedwig Selles is onderhand al aan haar vierde dichtbundel
toe, maar ze kan telkens bij een andere uitgeverij terecht. Dat vergemakkelijkt
haar herkenbaarheid als schrijfster niet meteen, want geïnteresseerde lezers
moeten heel wat moeite doen om haar vroegere werk (Jaarringen, IJzerbijt en
Schadenfreude) te vinden. De titel van haar jongste bundel klinkt op het
eerste gezicht onheilspellend: hij doet immers denken aan Dantes beroemde vers
‘Wie hier binnentreedt, laat alle hoop varen’. De dichteres kiest echter voor
een andere, hoopvollere invulling: ‘Wie hier binnentreedt doet eerst een wens’.
Het leven is weliswaar onvervuld, maar de hoop en de verlangens houden ons
overeind. Het ‘verlangen naar schoonheid’ is immers ‘ijdel / en onuitwisbaar’,
zoals het in het openingsvers heet. Dat vormt een soort van tegengewicht tegen
de wisselvalligheden en de tijdelijkheid van het bestaan.
Dat besef van de tijd vormt overigens een constante in de
bundel. De dichteres is zich niet enkel bewust van de voorlopigheid van het
bestaan, ze ziet de menselijke existentie als niet meer dan een ogenblik in een
veel langere evolutie. Heel wat gedichten verwijzen naar een voortijd of naar
een lange termijn. Ook de manier waarop de dichteres zich identificeert met
uiteenlopende dieren past in dat relativerende perspectief. Vaak zijn die
(kleine) dieren een soort van alter ego van het dichterlijke ik. Tegelijk zijn
dieren niet louter lief, maar kennen ze ook de wreedheid en het cynisme van
mensen. Hun bewustzijn is haast menselijk te noemen, tenminste in de projectie
die wij daarvan krijgen.
Algemeen aarzelt de
bundel tussen dood en leven. Voortdurend gaat de blik achteruit, naar de geboorte
of een soort van voorwereldse harmonie die altijd al verbroken lijkt.
Anderzijds is de blik vooruit een blik die gericht is op de eindigheid en de
dood. Die dood is onontkoombaar, maar daarom niet louterend. Een soort van
innerlijke breekbaarheid lijkt wel het enige redmiddel, of in de woorden van
het slotgedicht ‘Bladwijzer’:
‘Er is geen weg dan
in het gistend
gezelschap van kiemend zaad
jezelf in
de aarde te storten.’
Geboorte en dood, belofte en
voleinding smelten in deze beelden op een treffende wijze samen. Dit is
helemaal de stijl van Selles door het gebruik van beeldend taalgebruik en
concrete details in samenhang met meer afstandelijke beschouwingen. Wie hier
binnentreedt is een bundel met een zeker risico, maar de meerwaarde zal de
lezer zeker aantreffen.
Antwerpen : Vrijdag 2015, ISBN 9789460013744
deze pagina printen of opslaan