In haar sterk autobiografisch gekleurde roman Het is stil waar het niet waait brengt
Elisabeth Marain het levensverhaal van haar ouders in kaart. In een sterk
symbolisch geladen openingsscène, die verder in de roman nog wordt aangehaald,
beschrijft Marain hoe haar grootmoeder, die hier onder de naam Madeleine als
personage ten tonele wordt gevoerd, met de kleine Alice (het alter ego van de
schrijfster) in een onweer terechtkomt. Symbolisch, want het leven van Gustave
en Julia, de ouders van Alice, zal niet over rozen lopen.
In korte hoofdstukken, tekens voorzien van een niet altijd
even gelukkig gekozen boventitel – voor mij hoefde die allerminst -, biedt
Marain de lezer een al bij al beklijvende inkijk in de manier waarop de relatie
tussen haar ouders tot stand is gekomen, zich heeft ontwikkeld en vooral: hoe
hun relatie stand heeft gehouden. Dit binnen een tijdskader waarin onder meer
de oorlog sterk bepalend is geweest.
Julia moet haar geliefde delen
met de zee. Als kind al, wanneer hij tijdens na het uitbreken van de Eerste
Wereldoorlog met zijn ouders in Noord-Frankrijk verblijft, raakt Gustave in de
ban van de zee: ‘hij had iets belangrijks veroverd: horizon, ruimte, goddelijke
winden’. Het ligt dan ook in de lijn van de verwachtingen dat hij, mede om aan
de gespannen relatie met zijn moeder te ontkomen, kiest voor een carrière in de
zeevaart. Marain volgt die op de voet, van het moment dat hij als cadet
aanmonstert tot en met zijn functie als kapitein. En steeds blijft een soort
onuitgesproken dreiging aanwezig: het verhaal van een collega wiens vrouw samen
met hun kinderen uit het leven is gestapt, de mogelijke gevaren bij storm en
ontij… Tot de mooiste pagina’s in de roman behoort de beschrijving die Marain
in een soort dagboekachtige stijl opneemt van de reddingsoperatie waarbij
Gustaves schip amper aan het ergste ontsnapt door de besluiteloosheid van de
kapitein.
Parallel aan dit verhaal van de
vaderfiguur tekent Marain een ontroerend portret van haar moeder. De
eenzaamheid ten gevolge van de uithuizigheid van een kapitein ter lange
omvaart, de zorg voor de vijf kinderen die het gezin zal tellen – mede een
gevolg overigens van de streng katholieke lijn die Julia blijft volgen, de
manier waarop zij haar man er zelfs op zeker moment kan van overtuigen de lange
omvaart te laten voor wat die is en als loods te gaan werken.
Gustave gaat tijdens de Tweede Wereldoorlog naïef weg voor
de Duitse bezetter werken. Na de oorlog verliest hij zijn job en moet zelfs
enige tijd als havenarbeider en handelsreiger aan de kost zien te komen. Dat
hij nadien weer als stuurman en als kapitein gehoor geeft aan de lokroep van de
zee, tekent hem ten voeten uit. ‘Met opgeheven hoofd’ luidt het in het
slothoofdstuk waarin beschreven wordt hoe hij de politiek geïnspireerde
tussenkomst weigert om zijn ‘dossier’ uit te zuiveren. Elisabeth Marain heeft
met Het is stil waar het niet waait
een emotioneel geladen, maar ook literair overtuigend monument opgericht voor
haar ouders.
Antwerpen : Vrijdag 2015, 267 p.
ISBN 9789460013980
deze pagina printen of opslaan