Vertaald proza

Joyce Carol Oates: Sexy

door Kris van Zeghbroeck

Ondanks een zeer uitgebreid oeuvre, blijft de Amerikaanse auteur Joyce Carol Oates sterk ondergewaardeerd bij de critici en het brede publiek in de Verenigde Staten. De Britse professor Gavin Cologne-Brookes is een van de weinigen die het volle potentieel van haar werk tracht te achterhalen. Bij ons krijgt Oates sinds kort enige voet aan de grond als jeugdauteur met de vertaling van een paar adolescentenromans. Maar haar veel uitgebreidere werk voor volwassenen blijft, ondanks een handvol vertalingen in de periode 1975-1993, een grote onbekende.

Joyce Carol Oates werd geboren op 16 juni 1938 als oudste van een gezin van drie kinderen. Haar familie is van Hongaarse, Iers-katholieke en Duits-joodse afkomst; een mooie doorsnede van de 19e-eeuwse emigratie uit Europa naar de Verenigde Staten. Zelf groeide ze op in het landelijke binnenland van de staat New York nabij Lockport, waar de basisschool uit een enkel klaslokaal bestond. Deze achtergrond en een fascinatie voor de bittere armoede en het haast endemische geweld waarmee migranten van de eerste en tweede generatie (zoals haar grootouders en ouders) worstelden, bleken een vruchtbare voedingsbodem voor haar oeuvre. Zo werd haar grootvader aan moeders kant vermoord in een kroegenruzie en pleegde haar Duitse betovergrootvader zelfmoord nadat hij zijn vrouw met een hamer bewerkte. Dit verklaart tot op zekere hoogte de onophoudelijke stroom van geweld die in Oates' werk opduikt. Niet zozeer vanuit een obsessie als schrijver, maar vanuit het besef dat geweld nu eenmaal deel uitmaakt van de dagdagelijkse Amerikaanse cultuur. Zelfs de liefdevolle en veilige wereld van het ouderlijke huis kon de jonge Oates niet voor het geweld van buitenaf beschermen. Dat maakt dat ze als auteur een grote empathie heeft voor misdeelden en jonge (vaak vrouwelijke) slachtoffers.

Met grote, donkere ogen werpt Oates haar licht op de Amerikaanse samenleving, letterlijk en figuurlijk. Haar benige gelaatstrekken met grote haast uitgeteerde ogen, doen denken aan een 19e-eeuwse van melancholie en spleen doordrongen psyche. Het traditioneel daarmee verbonden ziektebeeld is nochtans geen inbeelding: van in haar studententijd lijdt Oates sporadisch aan vlagen van verlammende hartkloppingen als gevolg van een hartziekte. Dat heeft haar ertoe aangezet om het beste te maken van de tijd die haar rest. Naast een succesvolle academische carrière -- Oates stevent op de zeventig af en is als professor nog steeds aan de Princeton University verbonden -- heeft ze een gigantisch oeuvre bij elkaar geschreven dat nog elk jaar aangroeit. Naast zo'n 40 romans en novellen heeft Oates, drie adolescentenromans, een 15-tal poëziebundels, 20 toneelstukken, ca. 25 verhalenbundels en 10 non-fictie werken op haar naam staan. De ambitieuze drive waarmee ze zich uit de anonimiteit van het platteland in de schijnwerpers opgewerkt heeft, is ook terug te vinden in de thematiek van haar werk.

Joyce Carol Oates is sinds 1978 lid van de American Academy of Arts and Letters en in 2003 ontving ze de Common Wealth Literature Award of Distinguished Service. Daarnaast werden haar romans tot vijf maal toe genomineerd voor de National Book Award (1968 (A garden of earthly delights, 1969 (Expensive people), 1970 (Them), 1990 (Because it is bitter, and because it is my heart) en 2001 (Blonde)), die ze uiteindelijk won met Them; en drie maal was ze finaliste van de Pulitzer Prize (1993 (Black water), 1995 (What I lived for), 2001 (Blonde)). Maar ondanks haar palmares blijft Oates een sterk onderschatte schrijver.

Een reden waarom Oates zich maar niet in het publieke geheugen kan nestelen, is de te grote diversiteit van haar romans: realisme, gothisch surrealisme, experimentele stream-of-consciousness zijn enkele van de uiteenlopende labels die voor een paar van haar romans in aanmerking komen. De Oates van de ene roman is totaal verschillend van de Oates van de andere. Zo ontbreekt het haar aan herkenbaarheid opdat de critici haar zouden kunnen categoriseren of de lezers zich met haar werk kunnen identificeren. Auteurs als o.m. Anne Tyler, John Updike en John Barth onderstrepen echter haar unieke rol binnen de naoorlogse Amerikaanse literatuur, waarbinnen ze het hele esthetische palet bespeelt. Volgens Updike is zij de enige die voor die periode volkomen gerechtvaardigd de titel "woman of letters" kan opeisen.

Een tijd lang leek Oates in Nederlandse vertaling aan te slaan: in de periode 1975-1993 werden drie romans (Doe met me wat je wil (1973), Een Amerikaanse droom (1989) en de novelle Zwart water (1992)) en twee verhalenbundels (Het rad van liefde (1970) en Het onschendbare huwelijk (1972)) bij ons gepubliceerd met een tussentijd van drie à zes jaar. Maar uitgerekend na Zwart water (verplichte lectuur in vele Amerikaanse literatuuropleidingen) werd hier niets meer van haar gehoord. Tot recent met Grote bek en lelijk wijf (2002) en Freaky groene ogen (2003) twee adolescentenromans vertaald werden. Hopelijk een springplank om haar beste romans voor volwassenen te vertalen : Them (1969), Wonderland (1971), Bellefleur (1980), Marya (1986), You must remember this (1987), What I lived for (1994) en We were the Mulvaneys (1996).

Een constante in Oates' oeuvre is de uittekening van een welomschreven historische context. Voor haar zijn prozaschrijvers per definitie geschiedschrijvers die de wereld herscheppen en betekenis geven met behulp van taal (want stilte, het tegengestelde van taal, staat voor de dood). Reflectie over het verleden dat de toekomst voedt, is essentieel bij Oates. Het geeft haar werk een sociale dimensie waarbinnen de relatie tussen het individu en de Amerikaanse maatschappij verbeeld wordt. In die zin hoort Oates thuis in de realistische traditie (van schrijvers als Balzac) waarin de pijnlijke relatie tussen individu en tijdsgeest op een kruispunt in de geschiedenis beschreven wordt. Zij zoomt in op de tweede helft van de 20e eeuw met een speciale interesse voor de maatschappelijke omwentelingen van de jaren '50 en '60. Dat levert scherpe analyses op van menselijke gedragingen en relaties in verhouding tot de complexe machtsverhoudingen binnen de Verenigde Staten. Waar Oates in de eerste helft van haar oeuvre slechts indirect ruimte laat voor introspectie, groeit gaandeweg de plaats van de auteur binnen de romans. Vooral naarmate ze zich kan distantiëren van de personages en thema's (bv. seksueel misbruik, anorexia en literaire ambitie) die raakpunten met haar persoonlijke leven vertonen. Die mix van het sociale en het innerlijke vormt de sleutel tot het unieke schrijverschap waarbinnen een veelheid aan literaire experimenten het licht zagen.

Wat de Britse professor Gavin Cologne-Brookes nog summier samenvatte in zijn bijdrage over Joyce Carol Oates voor Post-war Literatures in English (1998) kreeg dit jaar zijn beslag in een omvangrijke studie getiteld Dark eyes on America: the novels of Joyce Carol Oates. Aan de hand van een uitgebreide analyse van haar belangrijkste werken illustreert hij de ontwikkeling van een abstracte naar een praktischer invalshoek in haar aanpak van persoonlijke en sociale problematiek. Door een verband te leggen tussen Oates' thematiek en de Amerikaanse pragmatische filosofische traditie onderbouwt Cologne-Brookes de sociale dimensie van Oates' werk en haar bereidheid om de verscheidenheid binnen de Amerikaanse realiteit te exploreren. Tot slot toont hij aan dat achter Oates' donkere visie op de Verenigde Staten, een geloof in de verbetering van de wereld door menselijk streven schuil gaat.

Om een idee te krijgen van het doorgedreven tempo waarmee Joyce Carol Oates haar oeuvre blijft uitbreiden, overloop ik kort wat ze sinds 2003 gepubliceerd heeft. In dat jaar bezorgde ze voor volwassenen een roman (The tattooed girl), een novelle (Rape, a love story) en een non-fictie boek (The faith of a writer: life, craft, art); en profileerde ze zich sterker als jeugdauteur voor adolescenten met een verhalenbundel (Small avalanches) en een roman (Freaky groene ogen). In 2004 volgden voor volwassenen een roman (The falls) en een verhalenbundel (met de symbolische titel I am no one you know). Voor 2005 verschenen (voorlopig) het non-fictie boek Uncensored: views and (re)views en de adolescentenroman Sexy.

Bij die overvloed rijst automatisch de vraag hoe Oates enige vorm van kwaliteit kan blijven garanderen. Wat voor de lezers van Balzac of Dickens een aanvaardbaar tempo was, wordt vandaag al gauw met enige argwaan bekeken. Een alsmaar, haast obsessief terugkerend thema is de herschepping van het 'ik'. Het getaoeeerde meisje uit de gelijknamige roman staat symbool voor de vele jonge meisjes die ze opvoert. Stuk voor stuk op zoek naar een manier om zich veilig in hun vel te voelen, ondanks de littekens van seksueel misbruik. Liefde is essentieel in dit proces van herschepping, maar dat maakt dat de slachtoffers voldoende zelfvertrouwen moeten opbouwen om zich opnieuw open te stellen voor anderen. Niet zo eenvoudig, wanneer geweld en nachtmerrieachtige toestanden voor een belangrijk deel het verloop van de plot bepalen. Ondanks het ongelooflijke tempo waarbinnen Oates haar literaire productie vorm geeft, hanteert ze een verregaande hang naar symboliek en mythologie om haar werk te stofferen.

Goede en verontrustende lectuur blijft gegarandeerd voor de Oates-fans. Toch kan je van de meeste lezers niet verwachten dat ze zonder richtlijnen dit gigantische oeuvre doorploegen. De novelle Zwart water en de kortverhalen zijn aan te bevelen in afwachting van de vertaling vaar haar (hierboven vermelde) beter romans. Het non-fictie werk Uncensored: views and (re)views kan gezien worden als de opvolger van (Woman) Writer: occasions and opportunities. Centraal staat Oates' visie op haar literaire tijdgenoten en voorgangers (vnl. uit de Amerikaanse, Britse en Ierse literatuur). Onvermijdelijk klinkt er in haar appreciatie van andere auteurs -- een van de hoofdstukken luidt ietwat pretentieus 'Our contemporaries, ourselves' -- de visie op haar eigen creatieve proces door: "For prose is a kind of music: music creates 'mood'. What is argued on the surface may be but ripples rising from a deeper, subtextual urgency."

Joyce Carol Oates, Sexy, HarperTempest New York, 2005, 263 p., € 12,75. ISBN 0060541490

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2005

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri