Vertaald proza

Michael Cunningham: Stralende dagen

door Kris van Zeghbroeck

De Amerikaanse auteur Michael Cunningham (geb. 1952) heeft intussen vijf romans op zijn actief staan, waarvan de laatste vier in het Nederlands vertaald werden. Begin oktober was hij op Het Andere Boek, de Antwerpse alternatieve boekenbeurs, naar aanleiding van zijn nieuwste boek, Stralende dagen (Specimen days -- 2005). Een goedlachse, spontane en attente verschijning die vrouwen met bosjes voor zich inneemt. Het huiselijke soort dat je op een voor hem vreemde hotelkamer -- waar je hem net hebt binnengelaten voor een interview -- verwelkomt, op je gemak stelt en iets te drinken aanbiedt. De ideale man, zij het voor een andere man, waar zijn seksuele voorkeur ligt.

In 1984 verkocht Cunninghams goed besproken debuut Golden states (1984) slechts een handvol exemplaren. Maar sinds zijn internationale doorbraak met Huis aan het einde van de wereld (A home at the end of the world -- 1990) heeft hij met boeken als Bloedverwanten (Flesh and blood -- 1995) en De uren (The hours -- 1998) een stevige reputatie opgebouwd als erudiet auteur van hoogstaande literaire romans die goed in de markt liggen. Vooral zijn voorlaatste roman, De uren, werd een commercieel succes, mede dankzij de verfilming ('The hours', met Meryl Streep, Nicole Kidman en Julianne Moore in de hoofdrollen). De formule waarbij leven en werk van een auteur (i.c. Virginia Woolf en haar roman Mrs. Dalloway) verwerkt worden in een moderne roman, waarin drie verschillende verhaal- en tijdslijnen uiteindelijk in elkaar opgaan, vond superlatieve respons bij publiek en critici.

De verwachtingen waren dan ook zeer hoog gespannen voor zijn nieuwste roman, Stralende dagen, die zeven jaar op zich liet wachten. Een aantal overeenkomsten met The hours dringen zich meteen op: opnieuw gebruikt Cunningham drie verhaallijnen, die zich in een verschillend tijdsegment afspelen en opnieuw wordt een auteur en zijn werk (i.c. Walt Whitman en zijn dichtbundel Leaves of grass) in een roman verwerkt. Toch is hij niet van plan om een succesformule te klonen en elk nieuw boek aan een grote historische schrijver op te hangen. "Wanneer ik mijn research deed voor het eerste deel van de roman, dat gesitueerd is in New York in de jaren'60 van de 19e eeuw, bleek dat het een afschuwelijke plaats was voor de armen: erger dan ik het in mijn boek beschrijf, met overal stront en dode dieren in de straten. En toen kwam ik tot het besef dat dit de tijd was dat Walt Whitman, onze grote klassieke dichter, door de straten flaneerde en het uitschreeuwde dat hij alles buitengewoon, fantastisch en zelfs prachtig vond. Ik hoor sommigen al zeggen: 'Aha, eerst heeft hij Virginia Woolf te gelde gemaakt en nu wil hij een aardige cent aan Walt Whitman verdienen!' Maar uiteindelijk schrijf je het boek dat zich in je hoofd vormt en kan je je niet te veel zorgen maken of het al dan niet gelijkt op je vorige werken."

Waar De uren het verre en minder verre verleden met het heden verbindt, legt Stralende dagen een link tussen verleden, heden en toekomst. Daarbij bedient Cunningham zich telkens van een ander genre: resp. het gothisch-historische, de thriller-detective en sciencefiction. In elk van de drie novellen vinden we schijnbaar dezelfde hoofdpersonages terug: een man, een vrouw en een kind, die luisteren naar de namen Simon, Catherine en Lucas of een variatie daarop. "Ik wou deze drie karakters in drie verhalen opvoeren en ze telkens opnieuw muteren. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in vragen als: wat zouden we zijn als al onze uiterlijke kenmerken veranderen? Wat, als er al iets is, is essentieel aan ons? Mijn oorspronkelijk idee bij het schrijven van De uren -- dat ingrijpend veranderde naarmate ik het boek schreef -- was om Virginia Woolfs personage Mrs. Dalloway in een hedendaagse wereld op te voeren, waarin vrouwen veel minder onderdrukt worden als toen, en te kijken wat voor een persoon ze zou zijn. Hoeveel van Mrs Dalloway's ietwat dwaze, huisvrouwelijke, feestjes organiserende zelf werd bepaald door haar tijd en bewustzijn? Welk deel geeft haar essentiële ik weer? Het is iets waar ik voortdurend mee speel, zoals nu in Stralende dagen. Wat vinden we terug van Catherine, de 19e-eeuwse arbeidster uit een textielfabriek, in de hedendaagse forensische psychologe Cat, of het futuristische, hagedisachtige buitenaardse wezen Catareen? Wat zijn de verschillen en in hoeverre lijken ze op elkaar?

In zekere zin reikt Walt Whitmans Leaves of grass (1855) een sleutel aan in de zoektocht naar wat verschillende personages, of ze nu misvormd, machine of alien zijn, uit verschillende tijden met elkaar verbindt. Uitgangspunt is zijn droom om een nieuwe definitie van de mens in de samenleving te formuleren. Cunningham denkt "dat iedereen die na Whitman komt, schrijft met een uitgebreider concept van menselijkheid. Dat is een gedeelte van zijn erfenis, maar niet van hem alleen. Het was een bredere beweging die benadrukte dat ieder levend wezen belangrijk is; dat ieder levend wezen een geschikt onderwerp is voor een roman. Je kan een roman schrijven over een koning en een kasteel, maar je kan ook een roman schrijven over een bediende. Het is een kwestie van perspectief en de bediende is net zo tragisch, komisch of belangrijk als de koning. Dat is een concept dat pas opkwam in het begin van de 19e eeuw."

Bij uitbreiding beschouwt Michael Cunningham niet alleen elk wezen als het geschikte onderwerp voor een roman, maar ook elk genre als geschikt om een literaire roman vorm te geven. Veel critici zijn ontgoocheld in hem omdat hij met populaire genres als thriller en sciencefiction werkt om Stralende dagen vorm te geven. Vooral omdat het geenszins ironisch of parodiërend bedoeld is: Cunningham benadrukt dat het stuk voor stuk volwaardige literaire genres zijn, zij het met eigen wetten en geplogenheden, waarvan de betere boeken minstens met evenveel respect moeten worden behandeld als zgn. 'serieuze' literaire boeken. Vooral de manier waarop sciencefiction in het verdomhoekje geduwd wordt, maakt bij Cunningham gevoelens los: "Ik denk dat mensen het gewoon totaal verkeerd voor hebben met hun vooroordeel over sciencefiction; critici gaan altijd in de fout. Ik geloof echt dat sommige sciencefictionboeken die tegenwoordig geschreven worden, behoren tot de belangrijkste literatuur die er is. Ik daag eenieder uit om een boek te nemen van Stanislav Lem, Ursula K. LeGuin of Samuel Delaney en mij ervan te overtuigen dat het niet beter geschreven is dan een of andere licht versluierde autobiografie over een kerel wiens vader gemeen tegen hem was en gedumpt werd door zijn vriendin. De intelligente wel belezen jongere mensen die ik ken, houden allemaal van sciencefiction. Dit zijn de mensen die in de toekomst de beslissingen zullen nemen. Je kan de toekomst niet voorspellen, maar ik ben ervan overtuigd dat sciencefiction zal zegevieren. We noemen het 'speculatieve fictie'. In theorie gaat dezelfde vlieger op voor thrillers, maar Michael Cunningham is niet erg te spreken over het Amerikaanse aanbod van zgn. literaire thrillers. Het feit dat hij meegaat in de tendens om het verschil tussen 'hoge' en 'lage' cultuur weg te werken, neemt niet weg dat kwaliteit moet primeren: "Begrijp me niet verkeerd, ik zal een kloteboek een kloteboek blijven noemen."

Tot voor kort had Michael Cunningham geen boodschap aan politieke kritiek als thema voor een roman. Maar de bedroevende situatie in de Verenigde Staten heeft zijn opinie bijgesteld. "Ik heb altijd gedacht dat het de taak van de journalist, de criticus of the filosoof was om het politieke systeem te bekritiseren. Het is niet de taak van de romanschrijver en het is uitzonderlijk dat (Amerikaanse) romans trachten te achterhalen wat het is om gevangen te zitten in het politieke systeem. Als burger is het mijn taak om George Bush' vernietiging van de wereld een halt toe te roepen, maar als romanschrijver moet ik achterhalen wat het betekent om George Bush te zijn. Want ik denk dat niemand, zelfs Bush niet, 's avonds voor de spiegel staat en zegt: 'Tof, weer een dag onheil gesticht'. Het is zo beangstigend dat iedereen denkt dat ze de juiste dingen doen. Maar dan kom je op een punt waar je in een brandend huis zit en zegt, 'Ik schrijf niet over vuur'. We zijn in de Verenigde Staten op een punt gekomen, dat het nog moeilijk wordt om met een goed geweten een roman te schrijven zonder op een of andere manier de politieke situatie rechtstreeks aan te kaarten. Dat neemt niet weg dat Cunningham er zich voor hoedt om romans met een expliciete boodschap te schrijven. Waar Whitman en andere 19e-eeuwse auteurs een uitgesproken missie hadden om hun lezers op te voeden, houdt Michael Cunningham zich liever op de vlakte: "Ik schrijf voor mensen die slimmer zijn dan ikzelf". Lezers die op basis van het aangereikte materiaal hun eigen gedachten vormen. En daar horen overduidelijk niet de mensen bij die voor Bush gestemd hebben en de oorlog in Irak steunen...

Michael Cunningham, Stralende dagen, Prometheus Amsterdam, 2005, 332 p., € 17,95. ISBN 9044606522. Vert. van: Specimen days

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2005

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri