Vertaald proza

Kurt Vonnegut, Mark Vonnegut (inl.): Armageddon achteraf

door Kris van Zeghbroeck

Kleine geschiedenis van de Amerikaanse literatuur (2)



De Verenigde Staten hebben in hun relatief korte geschiedenis een stevige appetijt voor oorlog ontwikkeld. Het begon allemaal intern met de onafhankelijkheidsstrijd, de oorlog van 1812, de burgeroorlog en indianenoorlogen, maar waaierde uit met de Amerikaans-Mexicaanse en de Filippijns-Amerikaanse oorlog. De eerste stappen op het Europese continent tijdens de Eerste Wereldoorlog waren vrij aarzelend, maar bij de Tweede Wereldoorlog kwamen de Amerikanen steviger op dreef, om daarna vrijwel ononderbroken in staat van oorlog te zijn met een gedeelte van de wereld om hun rol als wereldmacht kracht bij te zetten: de Koude Oorlog en de wapenwedloop, Korea, Vietnam, Somalië, Koeweit, Irak, ex-Joegoslavië, na 9/11 weer een nieuwe oorlog op lange termijn met de war against terrorism. Afghanistan en Irak werden platgebombardeerd, terwijl andere staten van de axis of evil zoals Iran en Noord-Korea geviseerd werden als potentieel doelwit.

Indien oorlog als bindmiddel van de geschiedenis moet worden gezien, die zijn stempel drukt op de cultuur, moet de Amerikaanse cultuur sterk van het begrip oorlog doordrongen zijn. Martin van Creveld verwoordt het in de flaptekst van zijn recent verschenen boek Oorlogscultuur als volgt: "Zoals oorlog verbonden is aan onze geschiedenis, zo is cultuur onlosmakelijk verbonden aan oorlog". In de Amerikaanse literatuur zijn de voorbeelden legio van oorlogsromans of werken die thematisch of door het tijdsbeeld verbonden zijn aan een conflictperiode. Sommige ontstaan kort na de gebeurtenissen, maar doorgaans is er een bepaalde afstand nodig om een conflict literair te verwerken. In hun studie Amerikaanse literatuur, een geschiedenis (De Leeswolf 2008, p. 676) hebben Theo D'haen en Hans Bertens, als onderdeel van het hoofdstuk 'Proza na het modernisme', aandacht voor de nadrukkelijke aanwezigheid van de oorlog in de Amerikaanse fictie van na 1980. Of het nu om de Amerikaanse burgeroorlog, de Tweede Wereldoorlog of Vietnam gaat, de populariteit van het thema en de behoefte om het literair te verwerken neemt niet af. Integendeel, sinds het nieuwe millennium lijkt het aanbod exponentieel gegroeid. Het fin-de-siècle en de nasleep van 9/11 hebben heel wat zekerheden ondermijnd. De geschiedenis herhaalt zich en in een zoektocht naar houvast omarmen we het verleden.



Amerikaanse Burgeroorlog



Aanleiding tot de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) was de afscheuring van 11 zuidelijke staten. Zij zagen Lincolns anti-slavernijpolitiek niet zitten en vormden samen de Confederacy, die zich afzette tegen de noordelijke staten, de Union. 620.000 doden later zegevierde de Union, wat het pad effende naar de afschaffing van slavernij. Stephen Cranes roman The red badge of courage (1895) wordt gezien als een van de werken die het genre van de oorlogsroman op de sporen zette. Pas in de jaren '30 zou de populariteit van historische romans over voorbije oorlogen groeien in het zog van Margaret Mitchells Gone with the wind (1936). In de jaren '90 groeit het aantal romans over de Amerikaanse Burgeroorlog plots sterk aan, wat een paar bestsellers opleverde als Charles Fraziers Cold mountain (1997) en Russel Banks' Cloudsplitter (1998). Daar stopt het niet want in het nieuwe millennium lijkt het aantal romans wel te verdubbelen, aldus de Amerikaanse site 'Guide to Civil War Novels'. Amerikaanse auteurs als E.L. Doctorow en Stephen Wright, maar ook Amerikaans georiënteerde auteurs als de Ier Joseph, O'Connor en de Australische Geraldine Brooks publiceerden de voorbije jaren over de burgeroorlog.

Zowel Doctorow als Wright hebben de mars van generaal Sherman als onderwerp. Op het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog trok Sherman met 60.000 noordelijke manschappen een spoor van vernietiging door de staten Georgia en Zuid- en Noord-Carolina, het zgn. hart van de Confederatie. Normaal wordt zo'n troepenmacht ondersteund door tonnen wapens, voedsel en medicijnen die van achter de frontlijn via spoorwegen worden aangevoerd. (De economische activiteit daarachter vormt de prille basis van de industrialisering die van de Verenigde Staten in de aanloop van de Eerste Wereldoorlog een (economische) supermacht zal maken.) Maar Sherman besloot tijdens zijn veroveringstocht van het land te leven, wat het leven in deze staten totaal ontwrichtte. Steden werden platgebrand, moord, plundering en verkrachting brachten de bevolking op haar knieën. Deze tactiek van verschroeide aarde vernietigde niet alleen de voorraden van de zuidelijken, maar gaf Sherman ook de gelegenheid om het conflict te beslechten. Door zijn opmars door vijandelijk gebied kon hij de zuidelijke hoofdmacht, in Virginia vastgepind door Generaal Grant, in de tang nemen. Hoewel Doctorow geen heil ziet in 19e-eeuws realisme, wordt deze roman door sommigen als een veelstemmige Tolstojaanse roman beschouwd. Bij Doctorow primeert echter de maakbaarheid van de geschiedenis: in zijn historische romans wordt alles van de grond heropgebouwd door historische feiten met fictie te vermengen. Zo doen bv. de vader van Coalhouse Walker uit Ragtime en hoofdpersonage Wrede Sartorius uit Waterworks hier hun intrede. Zowel de auteur als zijn personages (in dit geval is de oorlog het allesomvattende hoofdpersonage) nemen de concrete gegevens van geschiedenis en afstamming als uitgangspunt om ze te herschikken tot een nieuwe werkelijkheid of een nieuwe lotsbestemming.

Stephen Wright, die met Meditations in green (1983) een postmoderne roman schreef over de oorlog in Vietnam, plaatst in The amalgamation polka de protagonist Liberty Fish in de rangen van Sherman. Als zoon van uitgesproken abolitionisten en kleinzoon van halstarrige slavenhouders uit Carolina koestert hij de hoop om zijn familie te verzoenen. Wanneer Shermans troepen in de buurt van het landgoed van zijn grootouders komen, deserteert hij om de heksenketel van de oorlog voor een ontluisterend gekkenhuis in te ruilen. Zijn grootvader blijkt er namelijk een slavenkweekstal op na te houden die grotendeels gebaseerd is op incest met zijn halfbloeddochters. Wright kruidt zijn roman met intertekstuele knipoogjes naar 19e-eeuwse klassiekers (Mark Twain, Joseph Conrad en Herman Melville) en verwijzingen naar de populaire cultuur van de periode.

Geraldine Brooks hoofdpersonage March uit haar gelijknamige roman, is overgenomen uit Louisa May Alcotts (jeugd)klassieker Little women (1868-69), een van de eerste romans die (zij het zijdelings) de burgeroorlog als onderwerp heeft. March is daarin de afwezige vaderfiguur, die als legeraalmoezenier met de noordelijken naar het front getrokken is. Daar stopt volgens Brooks, op een thuiskomstscène na, de overlapping met het boek. Toch baseerde ze het personage van March uitgebreid op de dagboeken en brieven van Alcotts vader, ook omdat Alcott zich voor haar roman op haar eigen familie inspireerde. Brooks laat in haar historische romans het fictieve verhaal zoveel mogelijk op feiten steunen. Als er al van de geschiedenis afgeweken wordt, vermeldt ze dat in een nawoord zoals bij de historische romanschrijver Mary Renault. Zo bestudeerde Brooks de geschiedenis van de oorlogsaalmoezeniers en de zgn. 'contraband', de slaven die onder de hoede van de noordelijken kwamen naarmate die oprukten.

De hyperkinetische vertelstijl van Joseph O'Connor maakt van Redemption Falls, een roman die zich afspeelt in de wetteloze periode aan het einde van de burgeroorlog, geen rechtlijnig verhaal. Een verscheidenheid van gezichtspunten en terugblikken op de burgeroorlog komen samen in één personage: de in diskrediet geraakte Iers-Amerikaanse ex-militair James O'Keeffe. Hij is een soort goeverneur van de 'territories', een fictief en afgelegen westelijk gebied met als hoofdplaats Redemption Falls. Deze experimentele roman in de beste Ierse traditie combineert foto's, verzen, brieven, documenten, voetnoten, fragmenten uit notitieboekjes en kranten tot een caleidoscopisch typografisch geheel dat de verscheidenheid aan personages (bandieten, rebellen, slaven op de vlucht...) en verhalen ingebed in verhalen reflecteert. Een gegeven dat we ook terugvinden in John Dos Passos' 'USA-trilogy'. Redemption Falls is een amalgaam van liefde en oorlog waarin het leven uiteindelijk mysterieus en ondoorgrondelijk blijft, ondanks het feit dat mensen daden van zelfopoffering, idealisme en moed stellen. Er is altijd hoop op de verlossing die in de naam van het stadje schuilgaat, maar dat lijkt eerder een kwelling dan een verwachting te zijn. Vandaar misschien O'Keeffes petitie om de naam van de stad in Dublin City te veranderen. Een wervelende taalvirtuose roman die zijn onderwerp overstijgt.



Eerste en Tweede Wereldoorlog



Romans over de Eerste Wereldoorlog zijn niet bepaald legio in de Amerikaanse literatuur. Amerika hield zich lange tijd afzijdig van het conflict en trok zich na een korte interventie terug in haar isolement. Schoolvoorbeeld van de Amerikaanse Eerste Wereldoorlogsroman is John Dos Passos' Three soldiers. Passos diende met twee collega-schrijvers, E.E. Cummings en Robert Hillyer, als ambulancier in Europa. Andrea Barrett weet iets van dit minder ontgonnen terrein bloot te leggen in The air we breathe (vert. Levenslucht). In het najaar van 1916 zijn er felle debatten over de vraag van deelname aan de Europese oorlog. Er worden preparedness parades gehouden en de krantenkoppen waarschuwen voor Duitse spionnen. Tegen die achtergrond vinden we de tbc-patiënten van het geïsoleerde stadje Adirondacks (New York). De armere patiënten zijn vnl. migranten, ondergebracht in het sanatorium, waar de tijd stil lijkt te staan. Daar worden ze geconfronteerd met het gemis van hun familie en geliefden. Ze zoeken troost in onderlinge contacten en het uitwisselen van verhalen en roddels.

Wat de Tweede Wereldoorlog betreft, zien Theo D'haen en Hans Bertens een blijvend sterke aanwezigheid in de Amerikaanse literatuur na 1980. De gevolgen van '40-'45 waren dan ook erg ingrijpend voor de Amerikaanse samenleving. Daarbij springen vooral het werk van Philip Roth, William T. Vollmann en Shirley Hazzard in het oog. Vooral in The plot against America leeft Roth zich uit in een Amerikaans doemscenario, waarbij een Lindenbergh met nazi-sympathieën Roosevelt verslaat bij de verkiezingen. Lindenbergh houdt Amerika buiten de Tweede Wereldoorlog en start een subtiele discriminatiecampagne tegen de Joden: "in het belang van de Joodse gemeenschap zelf". Bij Hazzard en Vollmann gaat het om de met de National Book Award bekroonde The great fire (2003) en Central Europe (2005). Waar Hazzard zich op het Verre Oosten en Oceanië concentreert, zoekt Vollmann inspiratie in de strijd tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie. Het lijvige boek "voert een aantal historische personages ten tonele, zoals de componist Dimitri Shostakovitch en de beeldhouwster Kathe Kollwitz. Zoals in al zijn werk toont Vollmann ook hier een obsessie met geweld en met de morele dilemma's waarvoor mensen zich gesteld zien in tijden van oorlog en verdrukking".

Ook David Benioff zoekt met City of thieves de Tweede Wereldoorlog in de Sovjet-Unie, meer bepaald het beleg van Stalingrad. Twee ter dood veroordeelden, een tiener en een deserteur, krijgen nog een kans. In vijf dagen moeten ze een dozijn eieren vinden voor het trouwgebak van de dochter van een machtige kolonel. Van de wetteloze straten van het belegerde Stalingrad tot het platteland achter de vijandige linies zoeken beiden zich een weg en smeden gaandeweg een band. Het verhaal kadert in een raamvertelling van een Amerikaanse journalist die zijn grootouders interviewt over hun ervaringen tijdens het beleg.

Een van de beklijvendste romans over de Tweede Wereldoorlog blijft ongetwijfeld Kurt Vonneguts Slaughterhouse five (1969). In zijn postuum gepubliceerde Armageddon achteraf werden een aantal ongepubliceerde verhalen gebundeld over oorlog en vrede. Een aantal daarvan hebben zijn stationering in het Duitse Dresden als onderwerp, waar hij de ravage van de allesvernietigende bombardementen uit eerste hand kon ervaren.



Korea en Vietnam



In zijn laatste roman Indignation (vert. Verontwaardiging) neemt Philip Roth de oorlog in Korea als achtergrond. De Joodse Marcus Messner studeert aan de conservatieve Winesburg Universiteit (Ohio). Uit het New Yorkse Newark afkomstig, heeft hij daar zijn heil gezocht om aan een overbezorgde vader, een koosjere slager, te ontsnappen. Liefde en trots voeden de angsten van de vader, maar bij de zoon roept hij alleen woede op. Nu moet Marcus, op weg naar volwassenheid in het midwesten, zijn weg zoeken langs de gebruiken en beperkingen van een nieuwe Amerikaanse wereld. En dat kan verregaande gevolgen hebben. Op basis van een aantal conflicten wordt hij aan de deur gezet. Daardoor wordt Marcus automatisch opgeroepen om zijn dienstplicht in Korea te vervullen, waar hij uiteindelijk sneuvelt. Niet dat de dood Messner bevrijdt van het leven; als dode verteller is hij gedoemd om de episodes van zijn leven te overlopen.

Wat Vietnam betreft, blijft Michael Herrs Dispatches een van de ijkpunten van de literatuur. Theo D'haen en Hans Berten halen voor de periode na 1980 vooral Frederick Busch, Bobbie Ann Mason, Tim O'Brien, Tobias Wolff en Robert Olen Butler aan. Denis Johnson bewijst met zijn lijvige roman Tree of smoke (vert. Een zuil van rook ? bekroond met de Pulitzer Prize) dat er nog altijd leven zit in het Vietnam-verleden van de Verenigde Staten. CIA-spion Skip Sands beweegt zich (al dan niet) in de schemerzone van psychologische operaties gericht tegen de Vietcong. Zijn oom, een CIA-kolonel, wordt door de interne politiek tegengewerkt, maar draait mogelijk helemaal door ('Apocalyps now' lijkt hier even over je schouder mee te lezen). En dan zijn er nog een paar personages waarvan het niet duidelijk is voor welk kamp ze werken. Het resultaat van al die verwarring is een surrealistische reis van personage naar personage, die peilt naar de condition humaine. Of gewoon het verhaal van een "quiet & ugly American" die een "wise & good American" wou zijn, maar uiteindelijk zichzelf zag als een "real & fucking American". Dit boek staat niet alleen voor een harde veroordeling van de oorlog in Vietnam, maar ook van het morele bankroet van de VS.

Met America America (vert. Amerika Amerika) wordt de politieke realiteit op het thuisfront tijdens de Vietnamperiode tegen het licht gehouden. Nixon zit in het Witte Huis en Watergate is voorlopig nog de weinig opvallende naam van een hotel in Washington. Corey Sifter, een 16-jarige jongen uit de arbeidersklasse, wordt een klusjesman op het landgoed van de Metary-familie. Zij betalen zijn studies en bezorgen hem een job als assistent van een ambitieuze senator. Die komt echter ten val en pleegt zelfmoord. Een bildungsroman waarin een onschuldige jongen langzaam zijn weg vindt in de harde, corrupte wereld van de politiek. Het knap opgebouwde verhaal wordt gelardeerd met verwijzingen naar een toekomstige politieke catastrofe. Het is nl. de bejaarde Corey die na de verwerking van de gebeurtenissen op zijn weg naar volwassenheid terugkijkt. De mengeling van cynisme en idealisme maakt dat er geen gemakkelijke keuzes kunnen worden gemaakt.

Kurt Vonnegut, Mark Vonnegut (inl.), Armageddon achteraf, Meulenhoff Amsterdam, 2008, 221 p., ill. € 17,9. ISBN 9789029082464. Vert. van: Armageddon in retrospect

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2008

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri