Poëzie

Les A Murray: De planken kathedraal

door Kris van Zeghbroeck

De Australiër Les Murray (1938) heeft de reputatie een van de talentrijkste dichters van zijn generatie te zijn en een potentiële kandidaat voor de Nobelprijs voor de Literatuur. Hij groeide op in de Australische outback (Bunyah, New South Wales) waar de liedjes en verhalen van Schotse immigranten de enige inspiratie waren om zijn talent te ontwikkelen. De Schotse familieclan stond borg voor een vorm van identiteit, maar het verstarde presbyteriaanse calvinisme dat ermee gepaard ging, had een verstikkende invloed. De vroege dood van zijn moeder en de armoedige omstandigheden waarin hij opgroeide, hadden een diepe impact op Murray. Zijn scholing verliep onregelmatig en volgde een sterk autodidactisch spoor. Gepest vanwege zijn afkomst en zwaarlijvigheid koesterde hij een sterke wrok tegen de mensheid. De ontdekking van de moderne poëzie was zijn redding en inspireerde hem om Engelse taal- en letterkunde te studeren. Vanuit de cultuurschok tussen platteland en stad absorbeerde hij een grote diversiteit aan talen, encyclopedische kennis en begon hij uitgebreid te reizen, eerst binnen Australië en later over de hele wereld. Zijn huwelijk met Valerie Gina Morelli, de ‘omarming’ van haar rooms-katholieke geloof en het stichten van een uitgebreid gezin voerde Murray gaandeweg terug naar de plaats van zijn jeugd.

In zijn nawoord op De planken kathedraal, een uitgebreide Engels-Nederlandse bloemlezing, deelt vertaler en samensteller Maarten Elzinga het oeuvre van Les Murray in drie perioden: ‘het vroege werk, tot en met Lunch and Counter Lunch (1974); de jaren van Ethnic Radio (1977) tot en met de Subhuman Redneck Poems (1996) en Fred Neptune (1998), waarin hij zijn onverwisselbare stemgeluid had gevonden en een groot deel van zijn beste werk tot nu toe schreef, met als hoogtepunten onder andere ‘The Buladelah-Taree Holiday Song Cycle’ en de bundel Translations from the Natural World; en ten slotte het werk vanaf de bundel Conscious and Verbal (1999), dat zich onder andere kenmerkt door een allengs toenemende concisie: niet alleen de gedichten, maar ook de verzen worden gemiddeld korter, culminerend in miniaturen als ‘The Great Cuisine Cleaver Dance Sonnet’ en ‘Child Logic’.’

Dat neemt echter niet weg dat Murray’s oeuvre essentieel een uitdieping is van de thematische wortels die van in het begin aanwezig waren. In elk gedicht zitten een aantal andere gedichten ingebed, zodat de Australische dichter Alan Gould spreekt over ‘de ecologie van een weide’ waarin thema’s in verschillende vormen en combinaties gedijen. Zo is er het concept van de rurale Australische identiteit die Murray tegen de intellectuele steedse tijdgeest in ondersteunde. Vertrekkend vanuit de klassieke tegenstelling tussen het intellectuele kosmopolitische machtscentrum Athene en het gedecentraliseerde, met natuur, traditie en geloof verweven Beotië, ontwikkelde de ‘hersen-boer’ Murray een synthese die spreektaal en folklore met het verheven taalgebruik van de kunst verzoende. Nobelprijswinnaar Derek Walcott heeft het in die zin over poëzie ‘geworteld in het sacrale, zo uitbundig lyrisch en tegelijk zo innig en gemoedelijk’. Een notie die tevens in de titel van de vroege bundel The Weatherboard Cathedral vervat zit, die als De planken kathedraal overgenomen werd als overkoepelende titel van deze bloemlezing.

Door zichzelf schertsend de laatste der Jindyworobaks (blanke kunststroming die de aboriginalcultuur ondersteunde) te noemen, onderstreept Murray de invloed van deze beweging in zijn thematische beeldvorming. Als kunstenaar zorgt hij voor een samensmelting van het primitieve bewustzijn (het droomleven) en het actieve bewustzijn, waarbij ongemerkt het lichaam aan de wetten van de poëtische dans onderworpen worden. Doordat de mens van nature poëtisch denkt, manifesteert poëzie zich ‘in alle menselijke activiteiten en denkbeelden die door beide bewustzijnslagen worden gevoed. In feite leeft elke mens in en met een groot aantal gedichten’. Het sacrale — of het nu teruggaat op het voortleven van aboriginal voorouders in planten, dieren, plaatsen en landschappen, op Murrays Keltische en vermeende pre-Keltische (beschilderde Picten) oorsprong, of op zijn bekering tot het katholicisme — is voortdurend in aanwezig in Murrays poëzie. Poëzie en religie staan op voet van gelijkheid: ‘de volgroeide religie is het grote gedicht in liefdevolle herhaling. Het is dezelfde spiegel: als het beweeglijk is en flonkert, noemen we het poëzie, en religie, als de kern is verankerd’. De opvallende overeenkomsten met de negentiende-eeuwse anti-jambische poëzie van priester Gerard Manley Hopkins, waarmee de adolescent Murray zijn enthousiasme voor de poëzie ontwikkelde, omvat tevens de opdracht om met het dichterschap ‘de schepping te prijzen’.

Van Les Murrays zware depressies is relatief weinig terug te vinden in zijn poëzie (er zijn vooral sporen van in zijn latere werk), maar hij verkoos om van zijn poëzie niet het verlengstuk te maken van zijn wanhoop. Humor en ‘de enorme rijkdom en exuberantie van zijn taal’ stonden garant voor het gevoel van intense levenslust. Zijn grote virtuositeit, intense gebruik van woordspelingen en beeldspraak met vaak veelvuldige betekenissen in een naar eigen hand gesmeed Engels, maken voor Maarten Elzinga van de vertaling van Murrays verzen een prachtige uitdaging, maar ook een nachtmerrie waar het onmogelijk wordt om de brontekst te volgen. In die zin reikt hij zijn vertaling aan als een leidraad om grip op de brontekst te krijgen, waarna je in alle vrijheid de originele, Engelse versie kan exploreren. Deze bloemlezing bevat aangepaste versies van alle gedichten uit Elzinga’s oudere bloemlezing De slabonenpreek (1997, 1998) die niet meer verkrijgbaar is.

Les A Murray, De planken kathedraal, De Harmonie Amsterdam, 2013, 525 p., € 24,9. ISBN 9789076168302. Vert. door Maarten Elzinga. Distributie: Elkedag Boeken

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri