De uitgeverswereld
mag dan wel onder zware druk staan, toch worden romans van jonge Italiaanse
auteurs verrassend snel opgepikt in de lage landen. Zo ook De wreedheid van Nicola Lagioia (1973, Bari), die vorig jaar nog de
prestigieuze Strega-prijs wegkaapte. De lijvige roman, de vierde van de auteur,
werd alom geprezen om de rijke taal en pakkende beeldspraak, maar nog meer
omdat De wreedheid in een bijwijlen
beklemmende noir-sfeer baadt.
Alles draait om de
plotse dood van de ooit betoverend mooie Clara, een overlijden dat niemand van
haar familie echt lijkt te deren, tenzij haar halfbroer Michele, die in Rome
als journalist aan de bak probeert te komen. Michele begint dan maar zelf te
graven in het leven van zijn halfzus en reconstrueert zo de laatste tien jaar
waarvan hij eigenlijk geen deel uitmaakte. De waarheid over Clara’s dood, die
een corrupte gerechtsarts als zelfmoord heeft gelabeld, dringt maar langzaam
tot Michele door. Tijdens zijn afwezigheid lijkt zijn zus te zijn vergleden in
een neerwaartse spiraal van drugs, nietszeggende buitenechtelijke relaties en
ontwrichtende groepsseks... Bovendien ontdekt Michele dat Clara’s lot ook nog
eens verweven is met dat van hun vaders zaak, een bouwfirma in Puglia die door
allerlei malafide praktijken misschien wel te gronde wordt gericht.
De 33-jarige Michele geeft niet meteen om het mogelijke
verlies van dat familiefortuin, maar komt wel tot het besef dat zijn geluk niet
kan blijven afhangen van de band met zijn halfzus, wat hun beider toekomst
eigenlijk altijd in de weg stond. Als kind en prille tiener waren hij en Clara
immers heel close, op het zorgwekkende af misschien, terwijl de relatie met de
rest van de familie erg afstandelijk was. Michele mocht dan wel zijn opgegroeid
onder hetzelfde dak in Bari, niemand wilde vergeten dat hij de zoon was van
Micaela, de minnares van zijn vader, die in het kraambed gestorven was. Voor de
rusteloze Michele waren er geen extraatjes, geen dure (taal)vakanties en, in
tegenstelling tot Clara en de andere kinderen, droeg hij ook nooit merkkleding.
En dan was er nog zijn eigenzinnige en buitensporige gedrag, het gevolg van
zijn bipolaire stoornis, met als weerzinwekkende hoogtepunten een poging tot
brandstichting en geweldpleging. Michele heeft ‘op z’n zachtst gezegd een
gecompliceerde band met de werkelijkheid’, lees je halverwege de roman.
De wreedheid
brengt dus niet alleen Michele’s moeizame zoektocht naar de waarheid, maar onthult
ook de identiteit van de halfbroer en -zus. Hun verknipte relatie belicht
Lagioia knap vanuit meerdere perspectieven, die van de ongrijpbare Clara en
Michele, maar ook van andere personages, familieleden of (zaken)relaties. Als
lezer volg je moeiteloos die wisselende vertelperspectieven, net zoals de vele
tijdsprongen in de driedelige roman. Je zou je wellicht wat kunnen storen aan
de vaak erg beladen digressies, waarin insecten en andere dieren de menselijke
wreedheid uitvergroten. Ook op Lagioia’s barokke taal zou je wat kunnen
aanmerken, ware het niet dat vertaalster Els van der Pluijm die meeslepend wist
om te zetten.
Amsterdam : De Bezige Bij 2016,
384 p. Vert. van: La ferocia door Els van der Pluijm. ISBN 9789023494454
deze pagina printen of opslaan