8+ - De laatste reis
van de Ballerinus is een boek dat geschreven moest worden, Arienne Bolt
stopte ervoor met lesgeven. Een goede reden, maar moet die ook op een flap van
het stofomslag? Zo’n mededeling schept enorme verwachtingen. Dan blijkt het
verhaal als kern ook nog een reis over de wereldzeeën te hebben, wat al
behoorlijk vaak gedaan is in de (jeugd)literatuur. Probeer deze roman maar eens
te lezen zonder aan Paul Biegels De
kleine kapitein te denken.
Hoofdpersoon is een dapper, alleen in een caravan wonend kind met de naam
Ravi (‘zonnegod’). Zijn moeder heette Luna (‘maan’) en hij slaapt onder een
door haar met sterren beschilderd plafond. Later, op zee, is het natuurlijk een
en al ster - sterren komen ook in het motto terug. Zijn caravan staat aan het
water, in een haven bij een kanaal, dicht bij het strand. Overdag is hij
vergezeld van zwerfhond, IJs. Een dag voor zijn verjaardag meert er een schip,
de Ballerinus, aan in zijn buurtje. De kapitein ervan is min of meer
uitgevaren, hij kan de concurrentie met de grotere schepen niet aan. Zijn
huisdier is een papegaai, die in denken, communiceren en handelen niet
onderdoet voor een mens; ook in de liefde, blijkt later, gedraagt hij zich als
een mens (zogenaamd niet echt verliefd, vast niet van plan zich te binden,
enz.). Deze papegaai, John, kent ook alle talen van de dieren, zodat hij de
schakel is tussen mens en dier. Ravi en kapitein Sep redden de dieren uit een
verloederd circus uit de klauwen van de schurk van het verhaal, de slager. Ze
loodsen ze naar de Ballerinus en besluiten ze terug te brengen naar hun
oorspronkelijke woongebied.
En zo begint een
lange reis. Als nummer één met veel lieve ceremonie, maar zonder veel
spanning, is ‘uitgezet’, weet je dat er nog een flink aantal moet: het
boek is te dik. Nu en dan komt de schurk even gemeen doen, soms zit het schip
vast, maar dan mobiliseert John gewoon de walvissen of de neushoorns. In de
liefde is de spanning eveneens niet te snijden: iedereen krijgt zijn of haar
liefje (behalve de slager natuurlijk), Ravi het nichtje van een sjeik, Ilana (‘zonneschijn’!).
Ook bij de dieren vormen zich stelletjes. Slechts één keertje wil de auteur
vertellen wat de gebeurtenissen met de hoofdpersoon doen: Sep constateert dat
Ravi snel groter wordt, en Ravi beseft dat hij zijn caravan en zijn moeder niet
meer nodig zal hebben om zich staande te houden in het leven. Hij wil na deze
eerste zeereis een echte ontdekkingsreiziger worden, in een fantasieverhaal kan
dat natuurlijk nog. Het eerste schip dat zich op de slotpagina voor hem
aandient, doet bekend aan. Twee vette cliffhangers! Bolt zal toch niet gestopt
zijn als lerares voor maar één boek…? Dit is een boek voor de liefhebbers van
het vriendelijke, niet per se originele en tijdloze fantasieverhaal.
Het is
verheugend dat Lemniscaat opnieuw zo veel ruimte geeft aan de illustratie.
Linde Faas gebruikt dezelfde techniek als in de andere jeugdromans die ze voor
Lemniscaat illustreerde (hier en daar de pen, waterverf en potlood door elkaar,
met vaak van die gezellig rommelige contourlijnen). Er is ook het
capuchonjasje/-vest dat een hoofdpersonage bij haar graag draagt. Hoewel niet
in topvorm, levert ze weer enkele juweeltjes af. Wellicht was het lastig bijna
een heel boek veroordeeld te zijn tot een schip op het water, en het uitbeelden
van een paar min of meer bekende typetjes (de ‘Italiaanse’ circusdirecteur, de
schurk, het dikkertje). De afbeelding op het voorplat hebben we al eerder
gezien, bij voorbeeld in De kleine
kapitein. Maar voor al die dubbele pagina’s met alleen een varend schip
vond ze hier en daar gave oplossingen: steeds een andere kleur, een doorkijkje
vanaf de wal, een mistlandschap met verrassend veel groen en bruin en een
oranjerode lucht vol flamingo’s. Gaaf zijn ook het paadje tussen de rotsen,
Ravi die naar aap Oscar zwaait en de schutbladen, waar de fladderige
werelddelen met slordige contouren ervoor zorgen dat de hele aarde lijkt te
drijven.
Rotterdam : Lemniscaat 2016, 334
p. + ill. ISBN 9789047707752
deze pagina printen of opslaan