No
was amper zes toen zijn moeder overleed. Zijn enige echte herinnering aan haar
hangt vast aan een houten beeldje, maar dat blijkt nu door zijn vader te zijn
verpatst. Althans, dat maakt de ontredderde student zijn kotgenoot Simon wijs.
Die hakt meteen de knoop: als het zandlopervormig vruchtbaarheidsbeeld bij een
vriend van No’s moeder in München is, dan gaan ze het toch gewoon
terughalen.
Een eerste, hitsige etappe
brengt hen naar Keulen in het kielzog van twee vrijgevochten Françaises die ze
op de trein rond hun vinger hebben gewonden. Vandaar kunnen ze mee achterop bij
de bikers van motorclub Maria Bid Voor Ons. Die houden er een nachtleven op na
dat veel minder deugdzaam is dan hun naam doet vermoeden. No en Simon zijn dan
ook opgelucht, wanneer ze bij München afscheid van hen nemen. In München
stuiten de twee vrijwel meteen op een vriendin van No’s moeder en vernemen van
haar dat de man die ze zoeken net is verhuisd naar Avignon. Al liftend reizen
ze zo verder het fictieve beeld achterna, tot in de Spaanse Pyreneeën.
De twee kompanen kennen onderweg momenten van bijzondere
verbondenheid maar geregeld botst het ook tussen de impulsieve Simon en de
fragiele No. Vooral No wordt door een klauwend verleden en angsten gekweld.
Steeds vaker verliest hij het contact met de werkelijkheid. Al gauw voel je dat
Licht en geluid niet gewoon een
roadtrip is van twee jonge snaken die zich vol overgave in het vrije leven
storten en zich daarbij laten sturen door een vage zucht naar avontuur, seks en
alcohol. Geleidelijk aan wordt duidelijk dat hun belevenissen zijn vermengd met
ijldromen ontsproten aan No’s verwarde geest.
No is
zich erg bewust van alles wat hij voelt, wat beroerde passages oplevert zoals
‘Haar parfum werkt zich via mijn neusgaten naar mijn onderbuik. Ik sta als een
zak diepvriesgroente in de woonkamer naar de vloer te staren, voel haar
brandende blik op me rusten, tot ik verlegen glimlach’. Op manke metaforen
schuift de auteur, die in 2012 de schrijfwedstrijd Write Now! won, in zijn
debuutroman geregeld uit. Om er nog eentje uit te pikken: ‘Simon holt als een
vogel aan een touwtje achter me aan’.
Meermaals wordt de afwezige moeder op een gezwollen manier in herinnering
gebracht, zoals in ‘Het regent nog steeds en ik merk het meteen: deze stad
ruikt naar mijn moeder’. Vincent Van Meenen bestaat het zelfs om in de kruin
van een iep iets moederlijks te zien.
Het
kluwen van waarheid, leugens en psychotische waanbeelden met onder meer
verstenende mensen en een geitje waarmee meer dan één ziel in de roman zich
verbonden voelt, kan aan het eind min of meer worden ontward. Niettemin blijft Licht en geluid een onvoldoende
uitgebalanceerde roman.
Amsterdam : Nijgh
& Van Ditmar 2016, 238 p., ISBN 9789038800929
deze pagina printen of opslaan