Toen Elena Ferrante met haar debuutroman Kwellende liefde in 1992 de literaire arena betrad, maakte ze
duidelijke afspraken met haar uitgever: ze zou haar anonimiteit niet prijsgeven
en ook geen promotie voeren voor haar werk, want als het goed was, zou het
vanzelf lezers vinden. Vooral de laatste jaren is de Italiaanse schrijfster
uitgegroeid tot een fenomeen. Dat haar identiteit nog altijd niet is gelekt,
draagt daar zeker toe bij, net als het lovende artikel dat The New Yorker in 2013 aan haar wijdde.
In de slipstream van het succes
van haar Napolitaanse vierluik over de vriendinnen Lila en Elena, is er een
herziene vertaling van haar debuut uitgebracht. In Kwellende liefde probeert Delia, een vrouw van halfweg de veertig,
de mysterieuze omstandigheden te reconstrueren, waarin haar moeder in zee is
verdronken. Cruciaal in het verhaal is de rol van Caserta. Als jongeman was hij
bevriend met Delia’s ouders, maar doordat hij een boon had voor haar moeder,
werd hij door haar vader van het toneel verdreven. Dit kon echter niet
verhinderen dat de echtelieden bleven ruziën. Een scheiding was mettertijd
onafwendbaar.
Tegen
de achtergrond van een mistroostig Napels schildert Ferrante intense,
zintuiglijke scènes. Zo herinnert Delia zich haar vaders woede over de cadeaus
die de jonge Caserta aan Amalia liet bezorgen als volgt:
‘Nu zag ik bijvoorbeeld de perziken die op de vloer werden
platgetrapt, de rozen die tien, twintig keer op de keukentafel werden geslagen,
de rode bloemblaadjes in de lucht en daarna overal verspreid en de doornige
stelen die nog vastzaten in het zilverpapier, het gebak dat uit het raam werd
geslingerd, de jurk die op het vuur in de keuken werd verbrand.’
Elena Ferrante zit
haar hoofpersoon dicht op de huid. Zoekend naar het hoe en waarom van haar
moeders verdrinkingsdood, komt Delia ook zichzelf tegen, want welk aandeel had
zij als kind in het web van feiten, halve waarheden en hele leugens waarin haar
ouders verstrikt waren geraakt? Delia’s relatie met haar vader was moeilijk, om
nog maar te zwijgen van de band met haar moeder. Enerzijds haatte Delia haar,
aangezien zij de drijfveer was van haar vaders gedachten en bijgevolg van zijn gewelddadige
gedrag. Anderzijds had ze haar gebaren, oogopslag en stembuigingen overgenomen,
om ze later weer van zich af te moeten schudden om zichzelf te kunnen worden.
Die beladen moeder-dochterrelatie werkt nog door in hoe Delia geregeld
gewaarwordt dat er een weerspiegeling van Amalia over de hare glijdt.
De symboliek rond dit
spel met identiteiten mag dan te zwaar zijn aangezet, de kiem van Elena
Ferrante’s overrompelende proza is onmiskenbaar al gelegd in dit doorvoelde
drama vol haat-liefdeverhoudingen.
Wereldbibliotheek : Amsterdam, 2016, 174 p. Vert. van:
L'amore molesto door Manon Smits. ISBN 9789028426603
deze pagina printen of opslaan