4+ - Talrijke prentenboeken
over de bedrijvigheid op het bouwterrein en de boerderij vinden vandaag hun weg
naar de jongste lezers. Betreurenswaardig genoeg inspireert dergelijk thema nog
geregeld tot genderstereotypering. In de reeks Boer Boris en in Opa bouwt een monstertruck (Steve Goetz
& Eda Kaban, 2016) schopten respectievelijk een jonge landbouwer en een
muzikale opa het tot hoofdpersonage. Kom
uit die kraan!! draait om het
kattenkwaad van de kranige Bart.
Sommige auteurs kiezen echter voor een neutralere
invalshoek door het mannelijke imago van hun werf en voertuigen af te zwakken.
In Slaap maar fijn, bouwterrein
(Sherri Duskey Rinker & Tom Lichtenheld, 2016) worden de slaaprituelen van
antropomorfe trucks belicht en in Feest
voor de machines (Edward van de Vendel, Liesbeth de Stercke, 2016) zijn het
diverse dieren die zich aan het stuur wagen. De laatste jaren is het vooral Leo
Timmers die het ene na het andere vehikel op zijn lezers loslaat. En met
succes. Onder de titel ‘Renny goes to Hollywood’ kondigde hij in een blog op
jeugdliteratuur.org de filmadaptatie van Meneer
René (2012) aan. Behalve een wondermobiel ontwierp Timmers onder andere De kar van de koning (2012), een raket
voor Franky (2014) en een garage voor Gust (Garage Gust, 2015).
Ook in deze prentenboeken worden steevast mannelijke hoofdpersonages —zij het
in dierengedaante— opgevoerd.
Voor zijn nieuwste werk En
dat doen we dus stippelt Timmers samen met eerdere partners Jean Reidy en
Bart Moeyaert (auteur en vertaler van Wij
samen op stap, 2013) een
gelijkaardig pad uit. Alleen is het ditmaal een muisje in rok dat het roer in
handen neemt. Van meet af aan blijkt hoe illustratie en tekst elkaar aanvullen.
Timmers’ spreads gonzen van de activiteit en mocht Moeyaerts eerste zinnetje er
niet op gealludeerd hebben, dan had de lezer haar misschien over het hoofd
gezien (eigen cursivering):
Op maandag gaan we
aan de slag
daar is de baas
zij
heeft een plan.
Telkens is het weer zoeken naar de plek waar de teamleidster zich heeft
opgesteld. Probeer in een crew met werkkrachten als een krokodil, een gorilla,
een olifant en een giraffe maar eens overeind te blijven. Mede dankzij een
megafoon of een fluitje laat muisje zich echter niet platwalsen. Wel breekt het
angstzweet haar uit wanneer het even fout dreigt te lopen. Met poten voor de
ogen kijkt ze toe hoe de lange giraffe het evenwicht tracht te bewaren.
Niettemin weet de muis haar mannetjes met succes langs modderpoelen en
betonkuipen te leiden.
De tekst vestigt niet alleen de aandacht op een vrouwelijke
protagonist, maar bepaalt ook de algehele structuur van het verhaal. Via korte
zinnetjes wordt de lezer op de hoogte gebracht van de volgende dagtaak:
Op dinsdag
gaan we voort
met de
klus stort hier het beton
en dat doen we dus.
Dergelijke eenvoudige en
ritmische zinnen verlenen het prentenboek dynamiek en zorgen ervoor dat de
lezer inzicht verkrijgt in de bouwvorderingen, of algemener het overzicht
bewaart. Want ook Timmers’ illustraties ademen vitaliteit of zelfs gejaagdheid,
maar tegelijkertijd houden ze de blik van de lezer geruime tijd vast. Zowel de
personages als hun omgeving werden gedetailleerd uitgewerkt. Wie naar voorbeeld
van de dieren met grote ogen naar het bouwterrein kijkt, komt niet alleen een
mogelijk resultaat op het spoor, maar ook de terugkerende visuele grapjes. Zo
vindt de familie mol een tijdelijk onderkomen in het hoopje aarde van gorilla’s
laadbak en vliegt een lieveheersbeestje een gestipte betonmolen tegemoet. Na al
het geploeter en gegraaf volgt ten slotte een weekendje vrijaf: de werklieden
ruilen de fluovest in voor hun chiqueste kostuum en genieten samen met de
buurtkinderen van het eindresultaat. Lezers delen in de feestvreugde dankzij
alweer een speelse en kleurrijke zoekprent.
Amsterdam : Querido 2016, 28 p. : ill. Bewerking van Busy
builders. Busy week door Bart Moeyaert. ISBN 9789045119472
deze pagina printen of opslaan