Vertaald proza

BOEKEN NR. 2, FEBRUARI 2017

Aki Ollikainen: Witte honger

door Freek Adriaens

De winter heeft dit jaar de hemel naar beneden gehaald en er de aarde mee weggeveegd, zo wit zijn de landschappen. Zwervers doorkruisen lege sneeuwvlaktes zonder horizon en klampen onderweg hun redders aan: bewoners van grote huizen, rijken in arrensleeën, verdwaalde dokters. Marja heeft haar man achtergelaten in de armen van de hongerdood en trekt nu verder met haar kinderen in de richting van Sint-Petersburg. In de hoofdstad van het Russische rijk, waar Finland in de negentiende eeuw deel van uitmaakt, moet er toch genoeg te eten zijn. De tsaar dicht ze goddelijke gaven toe, terwijl haar land- en lotgenoten alleen maar hun klauwen tonen. Om de volgende dag te halen moet ze bedelen om dunne pap of stukjes brood van boomschorsmeel, en zelfs dat krijgt ze pas als ze belooft dat ze niet te lang blijft dralen in de gloed van het laatste beetje hartverwarmende menselijkheid dat nog niet is bezweken onder de elementen. Sneller dan de sneeuw kan vallen maakt ze zich telkens weer uit de voeten. Tijd om op krachten te komen krijgt ze niet. De gevolgen laten zich raden.
 
Aki Ollikainens debuutroman is geen verhaal om vrolijk van te worden. Het speelt zich af in een tijd toen Scandinavië nog lang niet knus was in de winter. Alleen de rijken hebben het behaaglijk in hun herenhuizen in de hoofdstad, maar ook zij kunnen niet om de ellende van de gewone mensen heen. Witte honger is een dun boekje met veel inhoud: de omzwervingen van Marja worden gedetailleerd verwoord in beeldrijk, bijna symbolistisch aandoend proza, maar ook onderbroken voor scènes uit het leven in de hoofdstad, waar de auteur een paar van zijn andere hoofdpersonages situeert. Rijk of arm, allemaal lijken ze even hard gebukt te gaan onder de ellende van het menselijke bestaan. Liefde is er niet, bedreven wordt ze alleen uit medelijden of zelfbehoud. In de herbergen wordt gevochten en gemoord om hompen diepgevroren vlees. Een van de minst aanwezige personages, een senator, plant een spoorweg ter verbetering van het lot van de Finnen, maar de bouw ervan zal uiteindelijk nog meer slachtoffers eisen dan het uitblijven van de dooi.
 
Witte honger werd genomineerd voor de Man Bookerprijs en men kan begrijpen waarom. Het verhaal is aangrijpend en de schrijver heeft werk gemaakt van zijn schrijfstijl. Hij schudt vergelijkingen en droombeelden uit zijn mouw zonder een dweperige dichttoon aan te slaan, maar spaart zijn lezers niet als hij personages ten prooi laat vallen aan de honger en beschrijft hoe ze naar massagraven worden gesleept. De opbouw van het verhaal is dan weer niet altijd even evenwichtig: sommige passages worden te onverwacht ingelast, en niet elke intrige is even uitgewerkt, waardoor het lijkt alsof bepaalde personages uit een andere roman weggelopen zijn. Qua thematiek en vertelstijl doet Witte honger nog het meest denken aan de trilogie van Jon Kalmar Stefansson, ook al een Scandinaviër. Of Ollikainen zelf nog een vervolg plant aan zijn debuut, weten we niet, maar dat hij nog meer van zich zal laten horen, valt niet in twijfel te trekken.
 
Amsterdam : Ambo/Anthos 2016, 143 p. Vert. van Nälkävuosi door Annemarie Raas.  ISBN 9789026335839 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri