Een drietal weken voor de longlist van de Booker Prize 2017
aangekondigd wordt, zijn we in de Lage Landen nog druk bezig om de shortlist van
de Booker Prize 2016 te verteren. David Szalay (Wat een man is) verscheen al een drietal weken na de bekendmaking
van de laureaat in vertaling, terwijl Paul Beatty (De verrader) en Ottessa Moshfegh (Eileen) pas midden maart 2017 het licht zagen; en voor Graeme Macrae
Burnet (Zijn bloedige plan) en Deborah
Levy (Warme melk) was het wachten tot
respectievelijk midden mei en eind juni 2017, terwijl er tot nader order geen
vertaling is aangekondigd van Madeleine Thien (Do Not Say We Have Nothing).
Er lijkt wat sleet te komen op de Booker-formule in
Vlaanderen en Nederland, met een latere doorstroming van de vertalingen. Heeft
het te maken met de uitbreiding van de bekroning naar auteurs uit de Verenigde
Staten sinds 2014, een gegeven dat in 2016 resulteerde in de eerste Amerikaanse
Booker Prize winnaar ooit: Paul Beatty? De vraag rijst bij sommigen of die
drang naar expansie de eigenheid van de Booker Prize niet teniet zal doen.
Voor de Britse Booker Prize-laureaten Julian Barnes en Peter
Carey is het een vorm van concurrentievervalsing omdat de belangrijkste Amerikaanse
prijzen als de Pulitzer Prize en de National Book Award niet openstaan voor bijvoorbeeld
Britten of Australiërs. ‘If you also include Americans - and get a couple of
heavy hitters - then the unknown Canadian novelist hasn't got a chance.’ (Julian
Barnes in The Radio Times)
Ondanks de vaak bekritiseerde koloniale achtergrond, zou er volgens
Peter Carey nog steeds een levendige Commonwealth-cultuur zijn (tot 2013 was de
Booker Prize voorbehouden voor auteurs uit de Commonwealth, Ierland &
Zimbabwe), die met de teloorgang van de minder bekende Commonwealth Prize en de
openstelling van de Booker Prize voor Amerikanen (die geen deel uitmaken van
die typische Commonwealth-cultuur), haar internationale platform en eigenheid aan
het verliezen is.
Als we de drie shortlists sinds 2014 (de Amerikaanse
intrede) vergelijken met de vier shortlists daarvoor sinds 2010, valt meteen op
dat sinds 2014 standaard twee Amerikanen en twee Britten (inclusief Schotten)
de shortlist halen (in 2016 zelfs drie Britten met de jong naar Engeland
gemigreerde, in Zuid-Afrika geboren, Deborah Levy). De (één of) twee overblijvende
plaatsen krijgen dan een (beurtelingse?) invulling uit de klassieke
Commonwealth-formule: Canada, Ierland, Jamaica, India, Australië (afwachten
welke landen later volgen).
Was die groep vroeger beter vertegenwoordigd? Wel op basis
van de shortlist van 2013 (bijna een bewuste laatste viering van de
Commonwealth verscheidenheid), waar twee derde van de genomineerden niet Brits
waren en één van de Britten eigenlijk een Indiaas-Amerikaanse is (Jhumpa
Lahiri) die een paar jaar na haar geboorte in Londen migreerde naar de VS. De
drie jaar daarvoor (2010-2012) zijn ze met twee derde Britten tegenover een
derde andere (India, Maleisië, Zuid-Afrika, Ierland en twee maal Canada) op
de shortlists niet bepaald veel beter vertegenwoordigd.
Het verschil met de laatste drie jaren en de jaren 2010-2012
zit vooral in het vrijwel halveren van het Britse aandeel ten voordele van de
Amerikanen. Maar belangrijke kanttekening blijft dat door migratie en
globalisering de klassieke Commonwealth oorsprong soms te traceren is in de
officieel Britse en (naar de toekomst meer en meer) Amerikaanse auteurs. De typische melting
pot van de Amerikaanse literatuur zal gaandeweg steeds meer van de zogenaamde Commonwealth
auteurs assimileren.
Deze bevindingen staan los van de impact van de Amerikanen op
de longlist van de Booker Prize, waar mogelijk andere tendensen zichtbaar zijn.
Maar globaal kunnen we stellen dat een deel van de Britse eigenheid uit handen
gegeven wordt, dat de klassieke ruimte voor debuten verdwenen lijkt, en dat Commonwealth
auteurs die vanuit hun (koloniale) thuisbasis opereren (Ierland, Afrika, Azië, Oceanië,
Cariben en Canada), zonder op te gaan in de grote literaire blokken van het Verenigd
Koninkrijk of de Verenigde Staten, (internationaal) sterk benadeeld blijven in
de concurrentieslag om de Booker Prize.
Booker Prize Shortlist 2016
Paul Beatty: De verrader (winnaar)
Ottessa Moshfegh: Eileen
Deborah Levy: Warme melk
David Szalay: Wat een man is
Graeme Macrae Burnet: Zijn bloedige plan
deze pagina printen of opslaan