David Szalay (1974), uitgesproken als ‘SOL-loy’, werd geboren in het Canadese
Montreal, maar migreerde als baby al naar het Verenigd Koninkrijk, waar hij
opgroeide in Londen. Hij studeerde aan het Brasenose College (Oxford) en werkte
een tijd in marketing. Intussen heeft hij Londen ingeruild voor
Budapest, in het spoor van zijn Hongaarse roots. Hij schrijft voor een aantal
tijdschriften en voor The Wall Street
Journal.
Na een aantal radiostukken voor de BBC Radio (Escapement (2002), Rebrov (2003) en The Shadow
Man Experience (2004)), debuteerde Szalay met de roman London and the South-East (2008, vert. Mag ik u een aanbod doen?), een marketing-satire bekroond met de Betty
Trask Prize (2008) en de Geoffrey Faber Memorial Prize (2009). Daarna volgden
de romans The Innocent (2009) en Spring (2011).
Op basis van dit palmares werd David Szaly geselecteerd
voor de Granta Best of Young British Novelists 4 (2013), een lijst die om de
tien jaar door het magazine Granta
wordt opgesteld om jong (jonger dan veertig) en veelbelovend Brits talent in de
schijnwerpers te zetten. Zo staat Szalay bekend voor zijn vermogen om de banale,
alledaagse wereld op een scherpzininnige, haast fotografische manier te registereren
en te vertalen in ‘high-definition prose’:
‘Szalay is in pursuit of the feel of a specific
moment, whether that feel is lyrical or mundane. It is one of the many ironies
of his work that it brings a sensory richness to the bleak and the drab.’ (The
Telegraph)
Zijn kortverhalen ‘Youth’ en ‘Lascia Amor e siegui Marte’ werden bekroond met de Plimpton
Prize (The Paris Review). Met zijn laatste
roman, All That Man Is
(2016, Wat een man is) -- opgebouwd
uit negen thematisch met elkaar gelinkte verhalen/novellen waarin de mannelijke
protagonisten steeds in een moeilijk (vaak amoureus of seksueel) parket
terechtkomen, werd hij genomineerd voor de Booker Prize Shortlist 2016.
De los met elkaar verbonden verhaallijnen van steeds ouder
wordende protagonisten (de jongste van het eerste verhaal is de kleinzoon van
de oudste uit het laatste verhaal) stellen een levensloop voor dat paradoxaal
genoeg in de tijdspanne van slechts een paar maanden verloopt. Het geheel lijkt
een staalkaart te vormen van Szalay’s virtuositeit als literair auteur:
‘The story matters, but what matters more is the way
it’s told. Plot, grand ideas and even sustained character development come
second to the evocation of the most transitory moments of lived experience’.
(The Telegraph)
Negen verschillende verhalen met negen verschillende
leeftijden, zes verschillende nationaliteiten op locatie in dertien
verschillende landen. Mannen die in al hun verscheidenheid eenzelfde zelfdestructieve
ingesteldheid delen, die zijn oorsprong vindt in hun diepgewortelde angsten
rond mannelijkheid. In hun obsessieve achtervolging van seks en status, tekent
Szalay niet bepaald een gezond, laat staan appetijtelijk beeld van de moderne
man (van 'wat een man is'):
‘Every character is in crisis, in some crucial way out of
sync, yet Szalay grants each a lyrical moment of sensory immersion in the
world. It is the resonance of these moments of fleeting transcendence that form
the submerged structure of this strange and lucid novel’. (The Telegraph)
David Szalay: Wat een man is, Nijgh & Van Ditmar Amsterdam, 2016, 462 p. ISBN 9789038802541. Vertaling van All That Man Is door Auke Leistra. Distributie: L&M Books
deze pagina printen of opslaan