Goede
bedoelingen maken helaas nog geen goed boek. Dirk Christiaens – zelf dichter en
voormalig maker van tal van kunstprogramma’s op de radio – is al geruime tijd
gefascineerd door de vergeten dichters uit het rijke Vlaamse verleden. Dat
heeft te maken een brede interesse in ons erfgoed, maar ook met het feit dat
zijn vader, A.G. Christiaens, tijdens het interbellum zo’n gerespecteerde
dichter was die vandaag helaas is vergeten. Ongetwijfeld heeft de zoon van
jongsaf aan een stevig literair bad gekregen. Een aantal jaren geleden
probeerde Dirk Christiaens al enkele dichters uit die interbellumgeneratie
(onder wie René Verbeeck en Jozef de Belder) aan de vergetelheid te ontrukken
door ze via kleine plaquettes opnieuw beschikbaar te maken.
Dit boek ligt in dezelfde lijn,
maar het is duidelijk breder opgevat. Het presenteert tien negentiende-eeuwse
dichters uit de Vlaamse literatuur via een kleine keuze uit hun werk. In die
zin bundelt het in feite tien kleine bloemlezingen. De keuze voor die tien
dichters wordt in feite niet verantwoord. De inleiding blijft beperkt tot een
paar zinnen per figuur, met een paar biografische anekdotes. Dat is bijzonder
jammer, want men kan moeilijk stellen dat de hier bij elkaar gebrachte figuren
nog enige bekendheid genieten. Daarenboven krijgt het boek zo geen enkele
historische omkadering. In feite moet de lezer het stellen met enkel de
gedichten zonder toelichting.
Daardoor zijn ook de
selectiecriteria bijzonder onduidelijk. Enkel mannen zijn geselecteerd, te
beginnen met Karel Lodewijck Ledeganck en eindigend Victor dela Montagne.
Daartussen zijn er Van Rijswijck, Nolet de Brauwere van Steeland, De Laet,
Dodd, De Geyter, De Cort, Vuylsteke en Antheunis. Waarom bijvoorbeeld Van Duyse
of Dautzenberg ontbreken, is niet duidelijk; misschien zijn er gegronde
redenen, maar het zou evengoed om een willekeurige greep kunnen gaan. Ook de
toch wel vreemde omissie van vrouwen wordt nergens verklaard. Misschien zit er
helemaal geen project achter deze keuze en betreft het gewoon een lijstje van
interessante dichters, maar zelfs dan was wat meer situering toch op zijn
plaats geweest.
Hetzelfde kan gezegd worden van de geselecteerde teksten. De keuze lijkt
sterk ingegeven door persoonlijke overwegingen van de samensteller. Wat
Christiaens heeft aangegrepen, schotelt hij hier zijn lezers voor, zonder veel
plichtplegingen. Globaal heeft hij een voorkeur voor vlot leesbare verzen:
anekdotisch en verhalend, maar ook niet vies van enige moralisering of beschouwing.
Maatschappijkritische teksten komen ook aan bod. Langere, verhalende gedichten
zoals ‘De drie zustersteden’ van Ledeganck (toch wel een monument in onze
letteren) blijven buiten beschouwing. Op zich heb ik niets tegen zo’n
persoonlijke keuze, wel integendeel, maar wie hier een literair-historisch
verantwoorde bloemlezing verwacht is aan een fout adres. Dat het boek
verschenen is bij een wetenschappelijke uitgever, maakt de zaak er niet
helderder op overigens. (Die uitgever heeft overigens geprobeerd op het volume
te sparen door soms kolommen te gebruiken en elders weer niet, en zelfs door de
lettergrootte soms aan te passen.) Over kwesties van teksteditie en
woordverklaring wil ik het niet hebben; die zijn er gewoonweg niet.
Kortom, dit is het
boek van een amateur, maar wel van iemand die intens van poëzie houdt en ook
andere lezers in die passie wil laten delen. Toch kan het onmogelijk een
relevanter en representatiever overzicht als dat van Albert Westerlincks Poëtisch panorama – meer dan een halve
eeuw oud, maar nog steeds belangwekkend – vervangen. Hopelijk is Tien van NegenTien dan ook een opstap
voor lezers om zich aan het echte werk te wagen.
Dirk
Christiaens (red.): Tien van NegenTien. Vlaamse poëzie uit de negentiende eeuw,
Garant, Leuven 2017, 185 p. ISBN
9789044135046. Distributie: Maklu Uitgevers
deze pagina printen of opslaan