Lucienne
Stassaert publiceerde in 2014 een eerste reeks souvenirs. Het waren korte
notities, deels herinneringen, deels dagboekachtige aantekeningen. Ze waren
nadrukkelijk autobiografisch, en in feite bevestigden zij een aantal van de
elementen die lezers van haar werk al lang vermoedden. Zo was er niet alleen
sprake over de invloeden op haar literatuuropvatting, maar ook en vooral over
de problematische relatie in familiekring: het misbruik door haar grootvader,
de relatief ondergeschikte rol van de vader en vooral de moeder, de zoektocht
naar een artistieke identiteit en een emancipatorische rol als vrouw in een
tijd waarin die principes veel minder vanzelfsprekend waren dan vandaag.
Tegelijk viel uit dat boek af te leiden welke teksten en kunsten de
schrijfsters intens hadden beïnvloed, literair maar ook plastisch en muzikaal.
In feite
borduurt dit tweede deel verder op die thema’s. In die zin gaat het niet om een
soort van chronologisch vervolg. Stassaert gelooft niet in de autobiografische
illusie, als zou het mogelijk zijn om een leven te beschrijven vanop afstand,
in alle objectiviteit. Haar notities zijn in alle opzichten gekleurd, wat aan
haar boek een soort van autofictioneel (in plaats van autobiografisch) karakter
verleent. Het vertellende ik is evenzeer een personage dat op zoek is naar
intriges en samenhang. Daarom sluiten deze Souvenirs
in feite goed aan bij het zogenaamd fictionele werk van Stassaert, haar romans
en haar gedichten. Toch heb ik de indruk dat deze nieuwe bundeling minder inzet
op die stilistische complexiteit.
Veel aantekeningen verwijzen naar dagelijkse
gebeurtenissen, vanaf de verhuizing naar een nieuwe woonst (in 2014). De lezer
krijgt een goede inkijk op wat Stassaert bezighoudt, als mens en als auteur.
Zij vertelt over haar familie, over haar dochters, over de Turkse buren bij wie
zijn inwoont, over haar poezen, over lief en leed. Uit die laag spreekt een erg
verzoenende houding; er zijn allerlei problemen die niet opgelost raken, maar
de schrijfster kan zich daarin vinden. De eindigheid en de onvolkomenheid van
het bestaan worden niet zozeer als begrenzingen en beperkingen gezien, maar als
een soort van horizon die allerlei zaken mogelijk maakt.
Daarnaast zijn er de
herinneringen. Opnieuw komen de traumatische jeugdervaringen aan bod. Het
geheim van het misbruik dat geleid heeft tot motieven als lichamelijkheid en
verstening in haar werk, maar ook de invloed die de ouders hebben uitgeoefend.
Daarbij staat uiteraard de kleuring door de tijd centraal. Moeder is afwezig,
maar tegelijk opvallend sterk aanwezig; zij houdt echter niet van haar eigen
vrouwelijkheid en probeert die seksualiteit (gesymboliseerd door onder meer de
menstruatie) te minimaliseren. Vader is erop gebrand om zijn dochter succes te
doen behalen, en als pianiste wordt zij onderworpen aan een grote druk. Als
Stassaert een relatie begint met een kunstenaar, leidt dat tot een nieuwe
impasse. Dergelijke herinneringen krijgen vorm doordat ze een soort van
structuur vormen die een sleutel biedt tot het literaire oeuvre. In dit boek
komen daarnaast overleden vrienden aan bod. De herinneringen aan Wannes van de
Velde en Henri Floris Jespers staan in feite op zich, als bijzonder
gestoffeerde en invoelende portretten. Ze roepen een tijdsbeeld op van de
avant-gardekringen in Antwerpen dat waardevol is voor wie zich met die periode
wil bezighouden.
Minstens even belangrijk is echter ook het thema van het schrijverschap
dat indringend wordt opgeroepen. Dat geldt niet alleen de aanvang van het
schrijven maar ook en vooral de schrijfster vandaag. Stassaert brengt
bijvoorbeeld verslag uit van haar eigen lectuur, en daardoor krijgt de lezer
een beter beeld in wat ze zoekt in het werk van anderen (en ook in dat van
haarzelf). Nog intenser wordt het wanneer zij beschouwingen wijdt aan dichters
die ze vertaalt: het vertalen wordt een vorm van beter lezen, en de duidingen
die dan gegeven worden zijn stimulerend en verrijkend, zelfs voor wie sommige
van die auteurs (hoofdzakelijk uit het Engelse taalgebied) al lang kent. Het
meest intrigerende zijn echter de quasi-surrealistische passages die her en der
voorkomen: als losse zinnen en beelden, maar vooral in de vorm van dromen. Hier
analyseert Stassaert zichzelf, en vaak laat ze zien hoe haar beeldend werk uit
die droombeelden ontstaat.
Wie Stassaert wil leren kennen, als mens met een rijk
gevuld leven en veel wijsheid, maar vooral als een veelzijdige en nog steeds
nieuwsgierige kunstenares kan deze Souvenirs
niet ongelezen laten. Zelf verbaast en ergert zij zich sporadisch over het
gebrek aan aandacht dat het eerste volume herinneringen is te beurt gevallen.
Hopelijk is de situatie nu anders, maar hoe dan ook zijn deze teksten voortaan
beschikbaar. Dat is op zich een belangrijke verdienste.
Lucienne Stassaert: Souvenirs II, Uitgeverij P, Leuven
2017, 189 p. ISBN 9789492339331
deze pagina printen of opslaan