Vertaald proza

BOEKEN NR. 10, NOVEMBER 2017

Paul Auster: 4321 / Levenswerk

door Kris van Zeghbroeck

Schrijven als overlevingsstrategie : toeval en illusie bij Paul Auster

Het lijkt wel of de zeventigjarige Paul Auster zijn schrijverscarrière aan het aftellen is. 4321 luidt de titel van zijn nieuwste roman. De kroon op een ‘levenswerk’? Levenswerk is niet toevallig de titel van de Nederlandse vertaling van zijn Collected Prose, Austers verzamelde non-fictie. Het globale Austeriaanse oeuvre stoelt in hoge mate op herkenbaarheid: de hand Austers.

‘Bij Auster bestaan geen scheidslijnen tussen de genres, zijn fictie zit vol non-fictie, zijn non-fictie heeft alle trekken van fictie, zijn proza klinkt als poëzie, zijn poëzie leest als een essay.’ Het bindmiddel bij uitstek van zijn oeuvre is het begrip ‘toeval’ Toeval dat als het noodlot de mens in een neerwaartse spiraal stort voor een nieuw bestaan kan opgebouwd worden.

En leven en schrijven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden bij Auster, zoals autobiografische schrijfsels als ‘Het rode notitieboekje’, ‘Van de hand in de tand’ en ‘Het spinsel van de eenzaamheid’ en het programmatische essay ‘Hongerkunst’ gebundeld in Levenswerk onderlijnen. Onder het motto ‘ik schrijf dus ik besta’ lijkt Auster aan een nihilistisch magnum opus te werken waarin alles in een ingewikkeld netwerk van illusies, allusies en toevalligheden samenkomt, zonder enige duiding of richting te geven.

‘Auster beschrijft innerlijke landschappen: verkenningen van het wezen van de identiteit, de voortdurende druk van het geheugen en het verleden op het heden, de hoop op transcendentie en verlossing [en] het ‘aanvaarden van de ambiguïteit.’’

Elk werk wordt per definitie ondermijnd en in vraag gesteld, zodat een nieuw boek telkens weer als een feniks uit de as kan herrijzen: steeds weer een nieuwe variatie op hetzelfde thema. Tegelijkertijd spint Auster zich in zijn oeuvre in als in een cocon, waar auteur en werk met elkaar versmelten. Schrijven op zich wordt zo een overlevingsstrategie die, met het oog op een geboeide lezer, steeds ingewikkelder wordt.

Ondanks de soms verregaande spielerei blijven zijn boeken uitdagende leeservaringen, zeker omdat de worsteling van de lezer met de geloofwaardigheid van de opvoering een onderdeel wordt van het concept. Austers typische kale, wat koudbloedige maar toch poëtische manier van schrijven wordt wel eens omschreven als een kruising tussen Samuel Beckett en Nathaniel Hawthorne, twee invloeden waarvan zijn oeuvre sterk doordrongen is.

In 4321 volgen we in de loop van zeven hoofdstukken telkens vier versies van hetzelfde personage (bijvoorbeeld 1.1, 1.2, 1.3, 1.4) die op verschillende wijze de weg naar volwassenheid bewandelen. Met andere woorden vier bildungromans voor de prijs van één. De eerste, formatieve twintig jaren waarin de mens zich ontwikkelt staan gekaderd binnen de tijdgeest van de jaren vijftig en zestig in de regio New York (Newark, New Jersey en New York City).

Hoofdpersonage Archibald Ferguson is niet biografisch maar deelt een groot aantal kenmerken met Auster. Ze hebben dezelfde Joodse familieachtergrond, zijn in hetzelfde jaar geboren, wonen op dezelfde plaatsen en delen een aantal levensfeiten. Hoewel er duidelijke verschillen blijven wordt door de overlappingen de versmelting van auteur, personage en boek in de verf gezet. Uiteindelijk dirigeert Auster als auteur toevalligheden die hij als personage ondergaat:

‘It has been called a novel about chance, but I prefer to use the idea of ‘the unexpected’. ‘Accident’ is another word that could apply. In philosophical terms, an accident is something that need not occur, a contingent fact, and yet of course we are all involved in accidents of one kind or another and continually meet up with the unexpected throughout our lives.’ (The Guardian)

Naar eigen zeggen is het de eerste keer dat Auster historische gebeurtenissen een centrale plaats geeft in zijn fictie. In een tumultueuze politieke periode met onder meer de Vietnamoorlog, de moord op JF Kennedy en de Civil Rights Movement ondergaat Archibald zijn verschillenden reizen naar volwassenheid. Het caleidoscopische spel van toevalligheden, de voor Auster ongebruikelijk gedetailleerde beschrijvingen en de onvermijdelijke viervoudige herhalingen, maken dat de auteur zijn doorgaans minimalistische aanpak inruilt voor een epische dimensie.

Ondanks de schijnbare toegankelijkheid van zijn proza, kan je Paul Auster best als een writer’s writer bestempelen die met uitgepuurde finesse en zin voor de details van de alledaagse werkelijkheid zijn materie eindeloos herkauwt in steeds nieuwe variaties. Zijn teleurstelling over het uitblijven van reacties op zijn beschrijvingen van racisme uit die periode, geeft aan dat hij op het einde van de rit met zijn postmoderne taalspel dan toch een maatschappelijke boodschap ambieert.

Paul Auster: 4321, De Bezige Bij Amsterdam 2017, 941 p. ISBN 9789023454878. Vertaling van 4321 door Ronald Vlek. Distributie: WPG Uitgevers

Paul Auster: Levenswerk, De Bezige Bij Amsterdam 2014, 684 p. ISBN 9789023487692. Vertaling van Collected Prose door Annelies Eulen, Mea Flothuis, Ton Heuvelmans, Johannes Jonkers en René Kurpershoek. Distributie: WPG Uitgevers

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri