Een ‘vreugdenvolle moppetrommel’ (sic), treffen we
in het boek aan, aldus Neerlandicus Dr.E.I. Kipping in het Tegenwoord (‘geen
Voor- maar een Tegenwoord’) ter inleiding van Kees Van Kootens Karrevrachten
pennevruchten, waarna een uiteenzetting over de tussen-n volgt.
Een alternatieve titel voor het kloeke boekwerk had
Vijfenzeventigjaarlijkse Balansopruiming kunnen zijn, aldus nog Van
Kootens alter ego. Dat is inderdaad wat de succesvolle schrijver en helft van
het eertijds succesvolle cabaretduo Van Kooten en De Bie gedaan heeft: een
balans gemaakt van een leven lang schrijven – te beginnen met het allereerste
kattebelletje (op vijfjarige leeftijd) aan zijn vader, ‘ik bleif aan de gang
met de sreiffen’.
Kopijpapier
allerhande, ongepubliceerde theaterteksten, verhalen en serieuzere essays zijn
opgenomen – en dat alles prachtig vormgegeven door Piet Schreuders, ook bekend
van het ontwerp van bijvoorbeeld covers van boeken van Gerrit Komrij en de Poezenkrant.
Zijn artistieke bijdrage levert een zeer afwisselend beeld op, bladzijde na
bladzijde, ruim vierhonderd pagina’s lang. Geen van de teksten werden ooit
eerder in boekvorm uitgegeven. Wel zijn er naast veel ongepubliceerd materiaal,
ook vertalingen van een van des schrijvers lievelingsdichters – de Amerikaan
Billy Collins – en columns voor het weekblad Humo opgenomen.
Zelf had Van Kooten een soort Margriet-Winterboek voor
ogen, waar je op de ene pagina een raadsel vond en op de andere een verhaal –
net zo is Karrevrachten pennevruchten een oneindig en boeiend leesboek
geworden voor lange avonden op de bank of heerlijk in de zon – het doet er niet
toe. De afwisseling in thematiek, in lay-out en in stijl zorgen ervoor dat het
moeilijk is om het knappe overzicht opzij te leggen. Maar niet alleen is het
werk een feest voor oog en geest, ook de taalliefhebber komt uitzonderlijk goed
aan zijn trekken. Verzorgd taalgebruik en veel humor zijn namelijk enkele van
de wezenskenmerken van de teksten, of het nu persiflages of ernstigere
overpeinzingen zijn.
Zelfs gelegenheidstoespraken, zoals Van Kootens dankwoord bij het
aanvaarden van de Gouden Ganzenveer in 2004 omwille van zijn grote betekenis
voor het geschreven en gedrukte woord in de Nederlandse taal, een eerbetoon aan
regisseur Jop Pannekoek of een toespraak voor het Willem Elsschotgenootschap,
zijn opgenomen. Maar ook de inleiding van het boek van Ida de Ridder Fine.
Levenslang met Willem Elsschot, een eerbetoon aan haar moeder (inclusief
een paar prachtige foto’s), zijn na te slaan.
Nog persoonlijker is het voorwoord bij het voorwoord in de
haikubundel die zijn moeder uitgaf, Waarlangs streek de wind? (1981) en
de bijbehorende briefwisseling met de boekhandel hierover. Ook de aandacht voor
het jaren-zestig cabaretgezelschap Lurelei, opgericht door Erik Herfst,
komt niet uit de lucht vallen: Kees van Kooten maakte er een seizoen lang deel
van uit. In Karrevrachten pennevruchten beschrijft hij zijn ervaringen
en nam hij de monoloog op die hij voor hen schreef, alsook een lied dat hij
voor Jasperina de Jong maakte (Maak es wat af).
De
teksten die Kees van Kooten tot zijn twintigste schreef zijn chronologisch
geordend, daarna is overgegaan tot een thematische aanpak, zoals bijvoorbeeld
liedteksten van de typetjes Koos Koets en de Vieze Man (bekend van de hit Ballen
in me buik). Misschien sluit Karrevrachten pennevruchten ook
een tijdperk af, namelijk dat van het papier. Dat de volgende generaties
herinneringen en ideeën veeleer op digitale kennisdragers zullen bewaren zorgt
ervoor dat stijl, kleur en vorm ongetwijfeld zullen vervlakken, en een minder
tastbaar archief zullen vormen.
Het is
zoveel en alles van zo’n onnavolgbare kwaliteit dat Karrevrachten pennevruchten met
recht een nieuwe kers op de taart mag zijn die het knappe oeuvre van Kees van
Kooten tot nog toe al vormt, met niet alleen tal van verzamelbundels zoals Modermismen
maar zeker ook het knappe Hartstochtjes (2012) en Leve het
Welwezen (2015). Je blijft lezen, kijken, bladeren, herlezen en dat is wat
de schrijver voor zijn publiek had gehoopt. Hij mag zeer tevreden
achteroverleunen.
Kees van Kooten: Karrevrachten pennevruchten, De Harmonie, Amsterdam
2017, 471 p. ill. ISBN 9789463360166. Distributie: Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan