Heerlijk verdwalen
9+
- Ted van Lieshout wordt alom geprezen voor de veelzijdigheid van zijn werk.
Zelf noemt hij zich een ‘letterkundig beeldend kunstenaar’. De vormgeving van
zijn dichtbundels doet hij zelf, op enkele mooie samenwerkingen met Sieb
Posthuma en André Sollie na. Bovendien is hij ook prozaschrijver van onder meer
het prachtige en meermaals heruitgegeven Gebr. (1996, 2011),
een inspirerende kunstgids in zijn zelf samengestelde ‘Papieren Musea’ en
pleitbezorger voor de rechten van jeugdauteurs. Op YouTube vind je hem zelfs
zingend terug. Van Lieshout won talrijke prijzen voor zijn werk, met als
hoogtepunt de driejaarlijkse Theo Thijssenprijs voor zijn oeuvre in 2009.
In hetzelfde
jaar kwam Hou van mij uit (De Leeswelp 2009, nr. 8),
het resultaat van 25 jaar dichterschap. In dit verzameld werk zie je mooi de
evolutie van poëzie én vormgeving. Waar in de dichtbundel Begin een
torentje van niks (1994) tekeningen nog eenvoudigweg bij de gedichten
staan, zie je in latere bundels uitbundig gevarieerde illustraties die hun
eigen verhaal vertellen. Ook de toon van de gedichten verandert grondig: van
overwegend serieus naar overwegend luchtig. Overwegend omdat het nooit helemaal
het één of het ander is bij Van Lieshout. Hou van mij eindigt met een
aantal ‘beeldsonnetten’ zonder woorden. Met Driedelig paard, de eerste
nieuwe dichtbundel sinds Hou van mij, slaagt Van Lieshout erin het
originele register van zijn poëzie nóg verder open te trekken en een
vernieuwend boek aan de jeugdliteratuur toe te voegen. De beeldsonnetten nemen
een prominente plaats in.
De
thema’s en stijl van de gedichten zijn zo uiteenlopend dat je in eerste
instantie heerlijk verdwaalt. Het is elke keer weer zoeken naar degene die aan
het woord is. Van Lieshout legt het zo uit:
‘In Driedelig
paard staan gedichten die de vorm hebben van een blok tekst, zonder de
kenmerken waaraan je kunt zien wat het is. De bedoeling van zo’n blokgedicht kun
je alleen te weten komen door aandachtig te lezen; de tekst moet het helemaal zélf
doen!’
De gedichten zonder alinea’s
behelzen telkens één pagina, de lettergrootte is aangepast aan de lengte van de
tekst. Behalve de inhoudsopgave vooraan het boek, is er geen enkele
inhoudelijke verwijzing naar tekst of beeld. Nieuwsgierige lezers krijgen de
kans om elke keer weer de verteller en de bedoeling van de tekst te ontrafelen.
Je ontdekt persoonlijke brieven, aankondigingen, mijmeringen, vertellingen en
heel wat klachtenbrieven. In een frisse, duidelijke taal schetst Van Lieshout
situaties waarachter een hele wereld verborgen ligt. Terwijl bij
zijn vroegere poëzie het plezier juist ligt op het langzaam proeven en
wegen van de woorden op de tong, hebben deze prozaïsche gedichten een grote
vaart.
In een artikel in De Standaard (20.05.2011)
schrijft Van Lieshout dat hij schatplichtig is aan Annie M.G. Schmidt. Hij
bewondert de luchtigheid waarmee ze de ergste rampen kon laten eindigen op een
vrolijk theekransje, zoals in Het schaap Veronica. Het is die
relativering en nuchtere humor die hij zelf ook in zijn werk opzoekt. Als je
zijn oeuvre bekijkt, is de invloed op het eerste gezicht nochtans moeilijk te
bespeuren. Van Lieshouts poëzie lijkt zwaarmoedig. Dood, ziekte en eenzaamheid
zijn constant aanwezig, zoals in de dichtbundels Mijn botjes zijn
bekleed met deftig vel (1990) en Mama! Waar heb jij het geluk
gelaten? (2005). In vele gedichten worstelt de verteller met zijn
seksuele geaardheid. De relatie van de jonge Van Lieshout met een oudere man
staat beschreven in Zeer kleine liefde (1999). Toch is zelfs
bij het treurigste gedicht de glimlach nooit ver weg. In Driedelig
paard vind je deze thema’s opnieuw terug. De dood van een grootvader
is aanleiding voor een kleinzoon om met grootmoeder te corresponderen: ‘We hopen
dat het al een beetje went, zo alleen in dat grote huis, al zal het wel nooit
helemaal wennen. Gelukkig wonen wij niet zo ver, dus we komen vast vaak langs.’
Er is het ontroerende ‘Ik vind jongens leuker’ en het hilarische ‘Papa heeft
een kinderlokkerjas gekocht’.
Van
Lieshout houdt ervan om op zijn kop te zetten wat wij normaal vinden. Wat hij
over Schmidt zegt, is ook op hem van toepassing: ‘ze was een meester in het
laten zien hoe bizar en bespottelijk het gewóne is’ (De Standaard, 20. 05.2011).
Dat zorgt voor erg grappige maar tegelijk schokkende toestanden.
Een treffend
voorbeeld hiervan is ‘Niet blij met het cadeau voor Moederdag’, waarin een
moeder beklag doet over de onrealistische en lelijke tekening van haar kind. De
verteller is steeds oprecht bezorgd, boos of verontwaardigd. Zoals
het kind dat klaagt over de straf die ze kreeg, omdat ze de was niet op tijd
heeft binnengehaald:
‘Soms twijfel ik wel eens of jullie om mij geven, want dat kun je nergens
aan zien. Jullie zéggen wel dat jullie van mij houden, maar het kan best
zijn dat dat is omdat jullie nu eenmaal míj kregen, en niet een ander kind dat
meer naar jullie zin is. Het is ook heel goed mogelijk dat jullie alleen maar
dóén of jullie liefhebbende ouders zijn, omdat de buren anders wel raar zouden
opkijken.’
Hier
is, zoals zo vaak in Van Lieshouts poëzie, een kind aan het woord dat naar
liefde hunkert. De ouders lijken meestal niet heel erg hun best te doen. Zo ook
in ‘Hebben jullie het maar fijn op vakantie’ en ‘Twee vellen op de
chocolademelk’. Maar de kinderen weten ook donders goed hoe ze de ouders naar
hun hand kunnen zetten. Door hen een schuldgevoel aan te praten proberen de
kinderen in deze gedichten meer zakgeld los te peuteren of school te ontlopen.
De drang naar liefde is het grootst in het gevoelige gedicht ‘Zal er ooit
iemand blij naar mij kijken?’
Van Lieshout speelt eindeloos met
verschillende taalregisters en situaties. De klacht van het kind dat straf krijgt,
lijkt op het eerste gezicht een officiële brief. In een ander gedicht wordt de
afwezigheid van een personeelslid gemeld door zijn kind:
‘Vandaag kan mijn vader helaas
niet tot het einde van de dag blijven, aangezien hij naar de tandarts moet. Het
bleek niet mogelijk om een afspraak te maken op een ander tijdstip. Vandaar.
Als alles goed gaat, zal mijn vader morgen weer op tijd op zijn werk
verschijnen. Maar misschien ook niet. Als hij niet op zijn werk verschijnt,
weet u alvast dat wij hem thuis hebben moeten houden en dat het waarschijnlijk
iets te maken heeft met de tandarts. Dan komt mijn vader pas maandag weer.’
Veel gedichten
staan op zichzelf, maar je ontdekt ook een aantal verhaallijnen: een kabouter
die doodgebeten wordt door een hond, de briefwisseling tussen kleinzoon en
grootmoeder, de allusies op sprookjes… De aankondiging waarin een woning
te koop staat, klinkt als volgt: ‘De woning is gezellig ouderwets, kan wel wat
onderhoud gebruiken en is van alle gemakken te voorzien’. Het gedicht staat
naast het champignonsonnet, wat doet vermoeden dat het iets te maken heeft met
het leegstaande huis van de doodgebeten kabouter. Maar misschien ook niet. Er
valt heel wat zelf in te vullen voor de lezer.
Beeldsonnetten
komen de eerste keer voor in Mama! Waar heb jij het geluk
gelaten? (2005). Ze respecteren de vorm van een sonnet, maar het rijm
bevindt zich binnenin het gedicht door herhaling van hetzelfde voorwerp of
beeld. Allerlei voorwerpen komen in aanmerking voor een beeldsonnet:
cashewnoten, wasknijpers, jongleerballen, schelpen, gedroogde appels. De
sonnetten in Driedelig paard zijn gedrukt op blinkend zwart
papier, waardoor ze erg mooi tot hun recht komen. Ze worden afgewisseld met
tekeningen, grote silhouetten die naast of achter de tekst zijn geplaatst: een
rode kaboutermuts, een roze krulstaart van een varken, een bruine
‘kinderlokkerjas’. De vormgeving is erg harmonieus en sober. Zoals gewoonlijk
legt Van Lieshout in een nawoord uit hoe kinderen zelf aan de slag kunnen met
sonnetten en blokgedichten.
Ted Van Lieshout geeft zijn
boeken volledig zelf vorm, tot de kaft toe. Hij creëert totaalconcepten waarin
tekst en beeld onlosmakelijk verbonden zijn, luchtigheid en serieux komen op
unieke wijze samen en vormen een sprankelend geheel.
Op zijn weblog kondigde hij aan
dat zijn eerste boek voor volwassenen zal verschijnen in september. En dat het
niet veel zal verschillen van zijn kinderboeken. Een nieuw boek van Van
Lieshout is meestal een bijzondere ontdekkingsreis. Driedelig paard is
alvast een ode aan de verbeelding en een pareltje voor fantasierijke lezers van
alle leeftijden.
Ted van Lieshout: Driedelig
paard, Leopold, Amsterdam 2011, 87 p. ill. ISBN 9789025857806. Distributie WPG
Uitgevers
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2011
deze pagina printen of opslaan