Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2018

Gabriele d’Annunzio: De schoonheid van de nacht

door Inge Lanslots

‘Met de uitgave van De schoonheid van de nacht is het mijn bedoeling de in Nederland zo goed als vergeten Italiaans schrijver Gabriele d’Annunzio te herintroduceren. Dit doe ik aan de hand van drie autobiografische geschriften van hem die bij mijn weten nooit eerder in het Nederlands zijn vertaald en die samen een rijk geschakeerd beeld van de auteur en de persoon achter de auteur bieden.’
 
Zo verantwoordt de gevestigde literaire vertaler Jan van der Haar deze uitgave binnen de ‘Privé-Domein’-reeks van De Arbeiderspers. Je kan Van der Haar onmogelijk ongelijk geven. d’Annunzio (1863-1938) wordt nog amper in het Nederlands gelezen in de lage landen en de laatste vertalingen van gedichten/brieven dateren alweer van halverwege de jaren negentig en begin deze eeuw. De publicatie van De schoonheid van de nacht komt dus als geroepen en samen met de begeleidende teksten en het notenapparaat biedt de vertaling de lezer de beloofde inkijk in het leven en de gevoelswereld van de erg polyvalente d’Annunzio.
 
De in Pescara geboren schrijver begon namelijk al op erg jonge leeftijd te schrijven en werd al snel uitgeroepen tot een productief wonderkind dat studies niet leek nodig te hebben. Daarbovenop was hij erg ambitieus én had hij weinig scrupuleus. Zo liet d’Annunzio na de succesvolle publicatie van de door zijn vader gefinancierde gedichtenbundel Primo vere (1879, ‘Bij aanvang van de lente’) het nieuws verspreiden dat hij overleden was na de val van een paard, wat de naambekendheid van de jonge dichter alleen maar deed toenemen.
 
d’Annunzio zou nog meermaals van zich laten horen, niet alleen door verhalen over zijn decadente levensstijl en talloze relaties met vaak rijkere dames, maar misschien nog het meest door de politiek niet erkende, maar gedoogde bezetting van Fiume (1919-1921, nu Rijeka, Kroatië), de stad die volgens d’Annunzio aan Italië had moeten worden toegekend. d’Annunzio was nu eenmaal een overtuigde nationalist die aanschurkte bij zowel linkse anarchisten als rabiate fascisten (zonder evenwel de toenadering van het regime tot het nazisme goed te keuren), wat hem de titel van ‘Vate’ (Dichter des Vaderlands) opleverde.
 
Die titel heeft hij trouwens echt verzilverd toen hij zijn Vittoriale schonk aan de Italiaanse staat, een domein aan het Gardameer dat enigszins weifelt tussen attractiepark en museum ter zijner nagedachtenis. Zo worden in de verschillende gebouwen en de tuinen, die het domein rijk is, objecten van allerlei slag tentoongesteld, gaande van d’Annunzio’s uitgebreide garderobe en (schoenen)koffers, over brieven en kunstvoorwerpen, tot een mausoleum, een vliegtuigje en een torpedoboot.
 
Het is precies dat exhibitionisme dat een barrière kan vormen tussen d’Annunzio’s oeuvre en zijn lezer, maar dat is buiten Van der Haars vertaling gerekend. De schoonheid van de nacht, dat drie autobiografische teksten bundelt (‘Solus ad solam’, 1908; ‘Nocturne’, 1916; ‘Het geheime boek’, 1922), mag dan wel getuigen van d’Annunzio’s typische narcistische toon, de drie teksten tonen je d’Annunzio’s zoektocht naar een gezochte, esthetiserende taal. Hiervoor spreekt de auteur meerdere registers aan en heeft hij veel gevoel voor ritme (zowel in zijn proza als in zijn poëzie). In ‘Het geheime boek’ experimenteert d’Annunzio zelfs met een meer expressionistisch taalgebruik. In dat laatste werk schuwt hij niet langer vulgaire taal en vermengt hij het Italiaans met vreemde talen, zoals Engels en Frans. Sensualiteit en het instinctieve zijn nog steeds belangrijke topics, maar de ouder wordende d’Annunzio beseft dat hij niet langer die jonge, knappe dandy-held van weleer is en dat hij noodgedwongen in zijn eigen schaduw leeft.
 
Gabriele d’Annunzio: De schoonheid van de nacht, De Arbeiderspers, Amsterdam 2017, 480 p. ISBN 9789029512077. Vertaling van Solus ad solam ; Notturno ; Il libri segreto door Jan van der Haar. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri