Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2018

Senel Paz: Aardbei en chocola

door Hugo Van Hoecke

Toen Cuba nog gebeiteld zat in de starre orthodoxie van het Castro-communisme, eind vorige eeuw dus, was een verhaal publiceren rond homoseksualiteit allesbehalve evident. In de jaren zeventig en ook nadien nog werden homoseksuelen, en trouwens iedereen die geacht werd de obligate ideologie af te vallen, zwaar aangepakt; viel zulke opposanten al geen strafkamp ten deel dan werden ze monddood gemaakt in een of andere fabriek, verbannen naar de uiteinden van het eiland of, zoals later gebeurde, meegesmokkeld met de bootvluchtelingen van de grote uittocht naar de V.S. Schrijvers hoorden op straffe van gevangenis uitsluitend de hegeliaanse politieke concepten te illustreren waar de Revolutie achter stond.
 
Over die hachelijke periode is het dat Senel Paz in 1990, wanneer in Cuba eindelijk iets begint te bewegen, deze novelle publiceert, waarvoor hij vrijwel meteen de prestigieuze Juan Rulfo-prijs voor verhalen krijgt, en enkele jaren later, als het verhaal verfilmd wordt, aandacht wereldwijd. Paz is op dat gloriemoment een veertiger die in de lijn van de Revolutie is meegegroeid, daaraan zijn ontplooiing dankt (afkomstig uit een straatarme familie werd hij journalist dankzij een beurs van het regime) maar die zich ook gekneld voelt in het keurslijf door datzelfde regime opgelegd, zeker wanneer hij in zijn beroepssfeer de repressie aan den lijve ondervindt.
 
Het is in die context dat zijn novelle, onder de oorspronkelijke titel ‘De wolf, het bos en de nieuwe mens’, het licht ziet (de titel van de huidige vertaling is die van de succesfilm). Het verhaal gaat over twee mannen die een ongewone vriendschap onderhouden. De ene, David, is een rechtgeaard student, plichtsgetrouw aanhanger van de Revolutie, lid van de Jeugdbrigades, kortom de verpersoonlijking van de ‘Nieuwe Mens’ (u herkent daarin de auteur, neem ik aan). De andere heet Diego en lijkt diens tegenpool te zijn. Hij houdt van elitaire (maar verboden) literatuur, van exotisch eten en Chinees porselein, allemaal decadente aberraties volgens de Revolutie. Daar bovenop is hij gelovig en homoseksueel, de decadentie in het kwadraat. Maar anderzijds is Diego ook een groot kenner van de Cubaanse cultuur van vroeger en nu, tot dan toe onbekend terrein voor David, en dat wordt het raakpunt tussen beiden.
 
Zo leert Diego David voeling krijgen met de ‘vergeten’ want dissidente en bovendien homoseksuele Cubaanse auteur José Lezama Lima, wat in de geest van de jonge communist gensters slaat omtrent het primaatschap van kunst of ideologie. Heeft kunst een politieke functie, of gehoorzaamt ze haar eigen wetten : daar draait het uiteindelijk om. De uitkomst van de almaar acuter tegenstelling leest u zelf wel.
 
De publicatie van dit doelgericht verhaal en, meer nog, de release in 1993 van de film markeerden een ijkpunt in het Cubaanse politieke gebeuren. De scherpste
kantjes van de orthodoxie worden er sedertdien vlotter afgereden. En de literatuur kan weer wat vrijer ademen. Of hoe een gewaagde confrontatie finaal leidt tot meer humaniteit.
 
Achteraan volgt nog een verklarende woordenlijst. Een welgekomen aanvulling, want het verhaal is doorspekt met namen waar weinig lezers zich iets kunnen bij voorstellen. Maar jammer genoeg blijven die toelichtingen erg oppervlakkig. Mochten die meer ingekleurd zijn in de toenmalige context dan zou de lezer uit dit militante verhaal nog heel wat meer kunnen puren.
 
Senel Paz: Aardbei en chocola, Zirimiri Press 2018, 50 p. ISBN 9789490042134. Vertaling van Fresa y chocolate door Pieter Lamberts. Distributie EPO 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri