Nederlands proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2018

Murat Işık: Wees onzichtbaar

door Hamide Dogan

Murat Işik debuteerde in 2012 met de roman Verloren grond die tien herdrukken beleefde, en met de indrukwekkende roman Wees onzichtbaar bewijst hij geen eendagsvlieg te zijn. Wees onzichtbaar is een ontwikkelingsroman over de jonge, gevoelige Metin die opgroeit in de Bijlmer van de jaren tachtig. Zowel de thuissituatie als de rauwe omgeving is zo onveilig dat het soms letterlijk overleven is.
 
De roman begint met de beschrijving van de gezinshereniging tussen de Turks-Koerdische Metin, zijn zus en moeder met de in Duitsland woonachtige vader Harun. Het is vooral uit eigenbelang dat Harun zijn gezin laat overkomen, omdat hij met een gezin eerder in aanmerking komt voor een woning. De werkloze Harun is een tirannieke, egocentrische man die niets voor elkaar krijgt en anderen de schuld geeft van zijn falen. Hij noemt zichzelf met trots communist, maar in de praktijk geeft hij hier enkel invulling aan door bij de vereniging van gelijkgestelden te vergaderen en af te geven op het kapitalistische systeem. Hij gokt, drinkt en heeft buitenechtelijke relaties. Het onvoorspelbare gedrag van zijn vader leert de kinderen al snel zich onzichtbaar te maken en zich aan te passen aan de omgeving, zowel thuis, op school als in de buurt.
 
Het gezin verhuist al snel naar Nederland. Ze betrekken een flat in de Amsterdamse Bijlmer, die het decor vormt voor de roman. Zodoende krijgen we een tijdsbeeld van de Bijlmer, die begon als een idealistisch project in de jaren zestig, met veel ruimte en groen voor de bewoners. Wanneer Metin zijn buurman, meneer Rolf, interviewt over de wijk voor een schoolopdracht vertelt deze over hoe er in het begin tegen de wijk werd aangekeken: ‘Ik ben in de Bijlmermeer gaan wonen omdat dit de mooiste en meest bijzondere woonwijk in Nederland zou gaan worden. Wonen in de Bijlmermeer zou als een droom zijn, zeiden ze. Een soort oase in Amsterdam. Ik kan me de woorden van burgemeester Van Hall nog goed herinneren. ‘De Bijlmermeer is het modernste en prettigste woonoord dat men zich kan denken.’ En in een folder waarin de Bijlmermeer werd aangeprezen stond dat het de mooiste en modernste hoogbouw ter wereld zou worden, een parkstad in het groen.’
 
Işık beschrijft de wijk van binnenuit en we zien zowel de botsingen als de vanzelfsprekendheid waarmee kinderen met verschillende achtergronden met elkaar omgaan. Ook geeft hij de insluipende verloedering van de wijk goed weer. De wijk wordt langzaam overgenomen door junks, drugsdealers en criminele bendes. Het verval uit zich van een mensendrol in de lift tot twee verslaafden die op klaarlichte dag op straat copuleren, als ‘stervende reptielen’. Ook komt de Bijlmerramp voorbij.
 
‘De flat werd verzwolgen door een woeste vuurzee van tientallen meters hoog en op de plek waar het vliegtuig zich in de flat had geboord, zat nu een gapend gat, alsof een sloopkogel van kosmische proporties er dwars doorheen was geslagen. Een grote menigte had zich achter de politieafzetting rondom de brandende flat verzameld. De mensen stonden rustig toe te kijken, sommigen kalm pratend, anderen rokend alsof het ging om een gecoördineerd geheel, een massaspektakel dat lang van tevoren was aangekondigd. […] En terwijl ik daar stond, te midden van de chaos en loeiende sirenes, verbaasde ik me erover hoe snel het surreële beeld wende, hoe snel de stank en geluiden die bij de brandende flat hoorden wenden. Er was een ramp gebeurd en zo zag dat eruit.’
 
Dit geldt eigenlijk ook voor het gehele boek. Zowel de situatie thuis als daarbuiten is vaak grimmig. Het gevaar ligt steeds op de loer, er gebeuren dramatische dingen, maar toch ben je niet geschok, omdat het went. Zo ziet het leven van een opgroeiend kind in continue verwarring eruit.

Metin gaat naar de middelbare school en valt als gekleurde jongen uit de Bijlmer buiten de groep en ook op het schoolplein moet hij zien te overleven. Langzaam kruipt hij uit zijn schulp, omdat onzichtbaar zijn niet meer werkt als overlevingsstrategie. Ook zijn moeder wordt sterker door te gaan werken en op haar werk een stevige positie te veroveren. Door de waardering van haar collega’s en het hieruit voortvloeiende zelfvertrouwen kan ze zich ontworstelen aan de onderdrukking van haar man. Wanneer Metin zijn vader buitenshuis betrapt met een andere vrouw laat hij het niet meer passeren en confronteert hij hem met de vraag waarom hij nog samen met zijn moeder is.
 
‘Wij zijn tot elkaar veroordeeld. Niemand zal dit volgens mij begrijpen, behalve je moeder en ik. We zijn veel te jong getrouwd. Dat waren nu eenmaal de omstandigheden van die tijd. We hadden niets van het land gezien, we hadden zelfs nog weinig van de stad gezien. Daarna zijn we samen opgegroeid, terwijl we twee keer naar een ander land zijn verhuisd, zonder geld, zonder opleiding en zonder de taal te spreken. Eigenlijk kan dat helemaal niet, het was onverantwoord, migreren is een trauma.’
 
Door dit gesprek en een paar momenten waarop zijn vader toch sympathiek uit de verf komt wordt het personage van Harun minder vlak.
 
Wees onzichtbaar is een lijvig boek, maar het is vlot geschreven en evenwichtig, en blijft tot het eind boeien. Murat Işık schrijft droog en nuchter waardoor het boek ondanks alle drama en ellende nooit pathetische of theatraal wordt. Pas na het lezen van het boek raak je overmand door diepe ontroering.
 
Murat Işık: Wees onzichtbaar, Ambo/Anthos, Amsterdam 2018, 596 p. ISBN 9789041422903. Distributie VBK België 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri