‘Waarom, Zeno?’ drong de lerares aan. ‘Omdat
er onoverwinnelijke krachten zijn,’ antwoordde hij kil. ‘Krachten die veel
onherstelbaarder zijn dan een of ander onnozel, egoïstisch verlangen.’
Adele is zeventien
wanneer ze ontdekt dat ze zwanger is van een dochter, die ze Bianca zal noemen.
Door dat nieuwe leven is ze vertwijfeld over haar toekomst. Een leven met Manuel,
de vader van haar kind, is uitzichtloos, voor hem lonkt het blitse leven van de
dealer. Haar moeder, zus en een zo goed als afwezige vader willen dan weer dat
ze het kind ter adoptie afstaat en haar school afmaakt. Een tienermoeder heeft
immers geen schijn van kans in de buurt waar ze opgroeit, een verpauperde,
grauwe buitenwijk van Bologna die iedereen wil ontvluchten.
En dan is er nog Zeno, Manuels
beste vriend, de meest belezen en veelbelovende jongeman in haar wijk. Zeno
volgt Adele al jaren op afstand en hij laat haar opdraven als personage in de
roman die hij in het geniep aan het schrijven is. Zijn sterke, gedreven lerares
Dora koestert dan ook hoge verwachtingen voor hem, ze bestookt hem met
(boeken)tips en wil dat Zeno zijn horizonten verruimt in Parijs.
Het privéleven van
Dora wordt echter beheerst door een kinderwens die maar niet vervuld geraakt.
Dat hypothekeert de relatie met haar man, Fabio, die elders afleiding zoekt,
hoewel hij in tegenstelling tot zijn vrouw vrede kan nemen met een kinderloos
huwelijk. Dora haalt echter uit naar vrouwen in haar omgeving die blijkbaar
probleemloos zwanger worden, ook naar Adele die met Zeno op stap is. Net
wanneer Dora’s en Fabio’s relatie een dieptepunt bereikt, lijkt er zich toch
een kind aan te dienen.
Of dat kind dat van Adele
is, laat ik in het midden, maar ik geloof wel dat deze
meerstemmige vertelling over de zin van het moederschap en de (on)volmaaktheid
van het leven de lezer zal vervoeren. Silvia Avallone (geb. 1984, Biella) laat
de levens van personages uit verschillende sociale middens met elkaar
vervlechten en focust daarbij op die personages die in de marge van de
maatschappij leven, zoals Adele en Zeno, die opgroeien in de schaduw van de Vermicelli, twee troosteloze torenflats
in de periferie van Bologna die lijken op grote wormen.
Misschien zal de lezer zich af
en toe zal wel ergeren aan het feit dat de auteur nogal kwistig grossiert in
het citeren van klassiekers, gaande van Dostojevski’s De gebroeders Karamazov en Witte
nachten over Giovanni Verga’s I
Malavoglia tot Italo Svevo’s De
bekentenissen van Zeno, naar wiens hoofdpersonage Adele’s vriend vernoemd
werd. Lees je interviews met de auteur, dan begrijp je wellicht beter waarom ze
dat doet. Avallone is er namelijk van overtuigd dat boeken mensenlevens kunnen
veranderen, en wel ten goede. Cultuur kan marginaliteit opheffen. Misschien
moet je dat als lezer toch maar zelf nagaan…
Silvia Avallone: Levenslicht. De
Bezige Bij, Amsterdam 2018, 336 p. ISBN 9789403106502. Vertaling van Da dove la vita è perfetta door Manon
Smits. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan