Deze debuutroman van
de dichter Harry Vaandrager is een vreemd boek. Het bestaat uit een reeks
monologen die duidelijk onderling verbonden zijn, maar waarvan de relatie een
beetje ondoorzichtig blijkt. Al na de eerste paar bladzijden is het duidelijk
dat dit een sterke theatertekst zou kunnen zijn. Alleen is hij daarvoor veel te
lang. Door de verschillende monologen heen komt op geen enkel moment echt een
plot op gang. De taal is zeer theatraal en op het poëtische gericht, met
eindeloos veel zinnen van net één woord lang.
Dat wordt op den duur zeer
vermoeiend, maar het biedt de lezer ook geen narratief of stilistisch houvast.
Daar staat tegenover dat er een aantal sterke lyrische passages in het boek
staan, stukken waar de auteur overtuigend
met taal speelt, plooit en wrikt. Maar die passages gaan verloren in het teveel
aan tekst dat nooit weet wat het wil worden: monoloog, theater, roman,
experiment. Er zit bovendien een heel sterke neiging naar effect in het boek.
Veel harde taal (van boven de Moerdijk trouwens, dus niet altijd even
begrijpelijk voor Vlaamse lezers) die de invloed van Jan Cremer en Jan Wolkers
verraadt. Maar met weinig effect door de afmattende repetitiviteit.
De tekst wil ook duidelijk iets
hebben met Beckett, wat waarschijnlijk mee de spartaanse syntaxis verklaart.
Alleen wordt dat spartaanse kader ingevuld met een allesbehalve spartaanse
taalstroom die de potentiële kracht van haar eigen vorm ondermijnt. Het gaat
maar door. Halverwege het boek weet je nog steeds niet wie deze personages
zijn, wat hun bedoeling is, waar hun verhaal heen gaat en of je er iets om moet
geven. En soms gaat de metaforiek gewoon uit de bocht (‘Luister, ik ben geboren
na mijn dood. In de oester van volzinnen.’ Of: ‘Nu is mijn leven een lege
speelplaats’).
Kortom, ergens in deze overdaad aan verbrokkelde en gedesoriënteerde taal gaat
een sterke, mogelijk zelfs een zeer sterke theatertekst schuil. Maar de achterflap
wil dat het een roman is. En die is dus mislukt.
Harry Vaandrager:
Aan barrels, het balanseer, Gent, 2011, 177 p. ISBN 9789079202102. Distributie EPO
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2011
deze pagina printen of opslaan