‘We gingen dus kijken hoe de boa zijn
zondagskip verzwolg. Op andere dagen had de boa honger. Dan kreeg hij alleen
dood vlees, of enkel zieke kippen. Maar op zondag was zijn kip springlevend,
omdat de mensen dat leuker vonden’.
Aan het woord is een
dertienjarig meisje uit Franse kolonie Indochina, dat één keer per week het
pension waarin ze verblijft, mag verlaten voor een uitje naar de Jardin Botanique.
Ze is dan in gezelschap van mademoiselle Barbet, de directrice, die er moet
voor zorgen dat meisjes uit de betere klasse in haar instituut een gedegen
opleiding krijgen tot eerbare vrouw van een koloniale machthebber. Het verhaal
speelt, zoals de eerste zin vermeldt, in 1928.
Om ook haar dochter aan zo'n
'fatsoenlijke' man te helpen betaalt de moeder van het meisje een kwart van
haar magere salaris aan het gereputeerde pension; een salaris dat, o schande,
verdient moet worden op het platteland, als lerares aan een inheemse school,
wat haar meteen diskwalificeert in diezelfde blanke samenleving.
Zo komt het dat, als
tijdens het weekend alle andere meisjes er mogen op uit trekken, het meisje
alleen blijft met de 75-jarige mademoiselle die haar, na de traditionele halte
bij de boa in de zoo, telkens bij zich roept voor een al even verwarrend
ritueel:
‘Ik ging terug naar de kamer van
Bardet. Daar vond ik haar altijd op dezelfde plek voor het raam, glimlachend,
in een roze onderjurk, de schouders bloot’.
Volgt dan de een tirade van de oudere vrouw over de vele
gemiste kansen in haar leven - omdat ze te laat het belang van mooie lingerie
had ingezien. Maar intussen is voor het jonge meisje die verspilde
maagdelijkheid 'overoud', het lichaam 'verteerd' en de geur van het alom
aanwezige anjerparfum misselijkmakend.
Bijna vanzelfsprekend gaat ze
beide gebeurtenissen met elkaar verbinden, waarbij het wreedaardige en
onvermijdelijke lot van de kip, die langzaam in het lichaam van de majestueuze
maar volop levende boa verdwijnt, een hoge mate van natuurlijkheid en
sensualiteit zal verkrijgen. Het tegendeel dus van het decadente en morbide
tafereel waarop ze nadien door Bardet wordt onthaald. Het ene als een
opwindende levensles, het andere als een vuige aanslag op haar innerlijke
wereld:
‘Zoals de kip werd verslonden
door de boa, zo werd Bardet verslonden en verteerd door spijt en deze twee
vormen van verslinden die elkaar regelmatig opvolgden kregen in mijn ogen een
nieuwe betekenis. Ik stond op het snijpunt van twee morele extremen’.
Een indringende
novelle van Marguerite Duras (1914-1996) uit de bundel Des journées entières dans les arbres (1954), maar voordien al
verschenen in het tijdschrift Les Temps Modernes
in 1947. De vertaling volgt de bewerkte versie uit 1954 en maakt meteen
duidelijk hoezeer hij in embryo alle thema's bevat die Duras tijdens haar
schrijversleven zouden bezig houden. De wreedheid die deel uitmaakt van alle
menselijke relaties, met name op seksueel vlak, de onmacht om er tegenin te
gaan, de onmogelijkheid ook voor het creëren van een balans of een vorm van
harmonie. Zoals veel van haar werk is ook dit vroege maar zonder meer
beklijvende verhaal autobiografisch geïnspireerd.
Marguerite Duras: De boa, Vleugels,
Bleiswijk 2018, 16 p. ISBN 9789078627463. Vertaling uit het Frans door Ilse
Barendregt
deze pagina printen of opslaan