In de openingsscène
komt een blinde ik-verteller aan het woord. Wie hij is, in welke omstandigheden
hij het zicht verloren heeft, zal pas later duidelijk worden gemaakt. Uit zijn
monoloog, gericht tot een zekere Martha, blijkt wel direct waarop Aerts zijn
roman geënt heeft: "Ik heb me vervolmaakt in het verzinnen. Ik bedenk een
leven voor mezelf. Wat jij waarheid en werkelijkheid noemt, roer ik allemaal
door elkaar." Vertezucht beweegt zich als roman voortdurend op die
grens tussen werkelijkheid en fictie.
"Een afspraak kan je leven veranderen": zo luidt de slotzin van de
roman, een zin die ook al in het eerste hoofdstuk wordt aangehaald. In het
Haute Coiffuresalon 'Mex en Martha' komen op een welbepaalde morgen vier mensen
samen die, gewild en
ongewild, met elkaar te maken zullen krijgen. Martha geeft de grote
mensenleider Henri, de eerste klant die morgen, zijn dagelijkse behandeling.
Matin, het vissenkind (zo genoemd door haar vader die als gigolo aan de kost
komt en haar als 'cadeau' heeft gekregen van een van zijn klanten) dat iets
komt bijverdienen in Martha's zaak, gaat nogal onhandig om met Lode, een
marinier die zijn haar gemillimeterd wil omdat hij enkele dagen later naar zee
vertrekt. Snel zal blijken hoe elk van de vier personages verwikkeld raakt in
een kluwen van onderlinge relaties. Martha blijkt de grote mensenleider nog van
vroeger te kennen. Wat ooit tot een echte verhouding had kunnen leiden tussen
beiden, beperkt zich nu tot een dagelijks bezoek aan het kapperssalon. Matin
wordt hopeloos verliefd op de marinier, die haar belooft haar overal op zijn
reizen in gedachten mee te nemen. Voor de grote mensenleider lijkt de marinier
dan weer de geschikte man om zijn droom van een onafhankelijke entiteit binnen
de hoofdstad waar te maken. In een magistraal beschreven scène evoceert Aerts
de waanzin van de machtsdroom waardoor de grote mensenleider zich laat leiden.
Als de marinier, die als een moderne Pythios het orakel van de macht moet verwoorden,
zich danig verslikt in zijn woorden en er alleen toe komt een reeks
wetenschappelijke benamingen uit de zeefauna en -flora uit te bazuinen, delft
de leider letterlijk en figuurlijk het onderspit. Zijn wraak komt hard aan: hij
verwondt de marinier zo erg dat hij voortaan blind door het leven moet.
In het tweede deel van de roman,
vijf jaar later gesitueerd, krijgen alle personages weer met elkaar te maken.
De grote mensenleider heeft zich in de stad aan de overkant, X/SS genaamd, tot
voorman van de radicale partij Excess opgeworpen. Zijn partij, die net niet
voldoende stemmen heeft gehaald om de absolute meerderheid te hebben, neemt nog
niet deel aan het bestuur, maar lang kan het niet meer duren. De verwijzing die
Aerts hier inbouwt, liegt er niet om: bewust heeft de leider, zo staat het er,
"voor het hol van de vijand gekozen: de bovenste verdieping van een
pakhuis in een achtergestelde buurt met veel migrantenvolk." En weer
loopt, net als bij zijn New Delphi, de hele zaak weer verkeerd af voor de grote
mensenleider: wat voor hem het feest van de overwinning had moeten worden,
wordt zijn totale afgang, wanneer hij door een groep volgelingen van de door
hem aan de kant gezette ondervoorzitter van de partij, wordt afgeranseld en lam
geslagen. En evengoed als in de vorige scène toont Aerts zich ook hier weer een
grootmeester in het ontmaskeren van de holle retoriek van machtswellustige
politici.
In het slotdeel laat Aerts vooral
de marinier aan het woord. Op een subtiele manier verbindt hij het verhaal van
de grote mensenleider aan dit van de marinier: waar het de Big
Brother-dimensies aannemende leider in de eerste plaats te doen was om
politieke macht, komt de marinier, die als blinde verteller zeelui de verhalen
moest brengen die zij verlangden te horen, tot het inzicht dat de last het
leven van anderen te leiden, door de verbeelding dit keer, ondraaglijk is:
"Zelfs ik heb behoefte aan een tikje waarheid." Hij gaat op zoek naar
Matin en samen werken ze de ultieme wraakneming op de mensenleider uit.
Jef Aerts profileert zich
met Vertezucht als een auteur die resoluut kiest voor het
soort roman waarmee de lezer niet in een handomdraai klaar is. Wie Vertezucht leest
als een politieke roman, ziet er een onomwonden afwijzing in van het extremisme
waarmee we thans te maken krijgen. En wie in X/SS de 'stad aan de stroom'
herkent, zal hoogstwaarschijnlijk niet teruggefloten worden door de auteur. Wie
Vertezucht dan weer leest als het liefdesverhaal rond Matin en haar marinier,
wordt onweerstaanbaar aangetrokken door die onverklaarbare drang waarmee ze
naar elkaar toegroeien. Wie ten slotte Vertezucht leest als een roman
waarin werkelijkheid en verbeelding elkaar voortdurend op de hielen zitten en
elkaar blijvend weerspiegelen, zal meteen ontdekken hoe ingenieus Aerts zijn
verhaal in elkaar heeft gepast.
Jef Aerts, Vertezucht, De Bezige
Bij, Amsterdam 2012, 166 p. ISBN 9789023471387. E-book
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswolf
deze pagina printen of opslaan