Dat Peter Swanborn het in zijn poëzie vooral moet
hebben van rake observaties en een suggestieve sfeerschepping, bleek al uit
zijn vorige bundels. Zowel Tot ook ik
verwaai als Het huis woont
in mij ormuleerden indringende gedachten over het geheugen en dementie, over de
manier waarop herinneringen ons maken tot wie wij vandaag zijn.
Met zijn jongste
bundel, Het wolkenreparatieatelier,
zoekt Swanborn deels een nieuwe thematiek op. Ditmaal richt de dichter zich
vooral op de buitenwereld. Met name de manier waarop de mens zich verhoudt tot
de natuur vormt de aanleiding voor een aantal fascinerende gedichten. Daartoe
observeert Swanborn vooral de manier waarop de natuur verschijnt in de
menselijke stedelijke omgeving, in plantsoenen, op gevels, in de tuin. De mens
verschijnt hier veelal als een destructieve of op zijn minst onbegrijpende
kracht: hij wiedt onkruid, verjaagt dieren, merkt de natuur vaak niet eens op.
Omgekeerd worden natuurelementen (planten, vogels, vlinders) geregeld
voorgesteld als volstrekt autonome wezens, die blijk geven van een niet te
stuiten vitale energie. Dat gebeurt onder meer via het gebruik van goedgekozen
personificaties en een beeldspraak die aan plant en dier menselijke
eigenschappen geeft. Swanborn houdt er daarbij van om de informatie als een
soort van raadsel te doseren, zodat de lezer pas na enige omcirkelende regels
te weten komt waarover het vers precies handelt.
Daarenboven betrekt die
creatieve beeldspraak mens en natuur voortdurend op elkaar. De oren van een
attente haas worden schotelantennes, bijen zijn machinaal bedrijvige kompels,
en omgekeerd worden menselijke rituelen ontmaskerd als ijdele gebaren die de
tijd en de slijtage niet in bedwang kunnen houden. Dat inzicht maakt van het
dichterlijke ik ook noodgedwongen een observator-buitenstaander, iemand die
enigszins verloren in de wereld rondloopt. Hier en daar worden in Het wolkenreparatieatelier ook verzen
opgenomen die handelen over de kindertijd en de poëzie, en die daardoor
aansluiten bij de eerdere bundels. In deze nieuwe context blijven ze uitstekend
resoneren, maar ze tonen tegelijk ook de marginale positie van het individu en
zijn bekommernissen. Daarnaast laten deze gedichten expliciet zien hoe de
dichter, ook bij zijn observaties van de omringende natuur, in feite zoekt naar
verwondering, naar een diepere loutere ervaring die aansluit bij de
epifaniegedachte van de modernisten. Die rijke en tegelijk consistentie
thematiek leidt in deze bundel alleszins tot een aantal boeiende gedichten.
Peter Swanborn: Het wolkenreparatieatelier, Podium, Amsterdam 2018, 56 p. ISBN 9789057599118.
Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan