Na het succesrijke Een deken van sneeuw is
Craig Thompson terug met een tweede nog omvangrijkere graphic novel, Habibi.
Het resultaat van een jarenlang werkproces en de studie van de islamitische
cultuur, wat zijn tekenwerk verregaand heeft beïnvloed.
KVZ: Habibi is een overweldigende grafische ervaring die meandert als een rivier
en breed uitwaaiert als een rivierdelta. Hoe zou je het zelf beknopt
omschrijven?
CT: De titel gaat terug op het Arabische woord
Habibi dat staat voor geliefde of lieveling, zoals een moeder haar zoon of twee
geliefden elkaar zouden aanspreken. En dat is wat in dit boek centraal staat:
de ingewikkelde relatie tussen de twee kindslaven Dodola en Zam, die gaandeweg
evolueert van moeder-kind over brusters naar een soort geliefden. Daarover zijn
verschillende lagen aangebracht van hemel en hel. Ze leven in een landschap van
1001 nachten met oriëntalistische tropen als woestijnkaravanen, paleizen en
harems. Maar dan vermengd met de moderne problematiek van seksualiteit en
seksueel trauma; religie en de onderlinge band tussen de het joods,
christelijke en islamitische geloof; en vooral de watercrisis, vervuiling, de
bouw van waterdammen en de onevenwichtige verdeling van het waterbezit.
KVZ: Het boek werd gestructureerd op basis van een
magisch vierkant met negen vakken, waarbij elk teken staat voor een cijfer en
naar een thema refereert . Hoe werkt dat juist?
CT: Het magische vierkant is een soort mystieke
sudoku van drie bij drie, een Noord-Afrikaanse talisman die dateert van voor de
islam. Het heeft vooral een mathematische basis waarbij de Arabische tekens
staan voor cijfers die opgeteld in elk mogelijke richting dezelfde som geven.
Dit leek mij een goede structuur om het boek aan op te hangen met negen
hoofdstukken, waarbij elk hoofdstuk gebaseerd is op een Arabisch teken en de
thema’s die ermee verbonden zijn. Habibi
is mijn eerste fictie boek: ik was een beetje verlamd door de eindeloze
mogelijkheden van fictie en had moeite om alles aan elkaar te rijgen. Met het
magische vierkant had ik een vastgelegde structuur, een soort kooi waarbinnen
ik kon werken, een geraamte dat ik kon bekleden.
KVZ: Het boek begint met: ‘De eerste druppel inkt
viel van de pen./ En de druppel werd een rivier.’ Het lijkt wel of water, bloed
and inkt in Habibi samenvloeien tot
een gigantisch vloeibare metafoor dat het boek vorm geeft?
CT: Vloeibaarheid is een belangrijk gegeven in
mijn werk. Ik probeer het verhaal en de tekeningen een organisch, muzikaal
ritme te geven. Daarom haalde ik ook zoveel inspiratie uit de Arabische
kalligrafie, die je kan beschouwen als muziek voor de ogen. Maar het gaat net
zo goed om de verschillende vormen van energie die door ons leven stromen:
emotionele, seksuele, spirituele en creatieve. Deze energieën moeten
aangemoedigd worden om te stromen, maar ze kunnen geblokkeerd geraken door een
dam, door verstopping, door uitdroging. En ik was veel bezig met de vraag hoe
we die energieën weer kunnen laten stromen.
KVZ: Religie staat centraal in je werk, hier meer
bepaald de onderlinge relatie tussen het joodse, christelijke en islamitische
geloof?
CT: Het boek is generisch gegroeid uit 9/11 en de
groeiende islamfobie in de Verenigde Staten. Ik probeerde de islam te
doorgronden en raakte gefascineerd door haar schone kanten. Er zijn heel wat
overeenkomsten tussen islam en de christelijke gemeenschap waarin ik opgroeide.
Dezelfde religieuze wereld, dezelfde levenswijze, maar vooral dezelfde verhalen
die het geloof vorm geven. Ik las de koran voor de eerste keer en was onder de
indruk van de schoonheid van de poëzie en hoe het een tandem vormt met de
bijbel. Vandaar dat ik de overeenkomsten ben gaan exploreren tussen de drie
monotheïstische godsdiensten die alle teruggaan op Abraham. Zij het met
subtiele verschillen, maar ze stromen allen uit dezelfde bron.
KVZ: De islamitische kalligrafie en kunst kunnen
gezien worden als een belangrijk hoofdpersonage in je boek?
CT: Zeker. Daar komt de visuele brandstof vandaan.
De Arabische kalligrafie en kunst met hun specifieke design en patronen die
verregaand geëvolueerd zijn door het verbod op de visuele representatie van het
goddelijke. Die complexe, wervelende patronen met een grote dichtheid
communiceren abstracte gevoelens, mystiek en spiritualiteit veel beter dan
representatieve kunst dat zou kunnen. Het was een groot plezier om islam kunst
in het boek te verwerken. In feite is Habibi
een vermenging van religieuze en mystieke boeken met popcultuur en strips. Iets
dat groots en heilig is wordt zo ook iets grotesk en speels.
KVZ: In je boek worden islamitische mannen en
vrouwen grotendeels geportretteerd vanuit een negentiende-eeuwse
oriëntalistische traditie, zodat de meeste achtergrondpersonages stereotiep
afgebeeld worden als onwetend wreed of extreem sensueel?
CT: Ik wilde geen realistisch beeld schetsen van
de islam. Habibi is essentieel een sprookje, een fantasiewereld met
oriëntalistische elementen die ontleend zijn aan de vertellingen van 1001
nacht. In feite gaat het om een deconstructie van Arabian Nights waarbij de
stereotiepen gebruikt worden om er elementen van de hedendaagse samenleving aan
op te hangen. Ik had nooit het gevoel dat ik met islamitische personages
werkte, de invloeden komen uit verschillende tijdssegmenten en hebben een zeer
diverse geografische oorsprong en religieuze achtergrond. Behalve onder meer
Noord-Afrika, het Midden-Oosten en India, hebben grote delen betrekking op de
Verenigde Staten.
KVZ: Het centrale verhaal is meer dan een
liefdesverhaal, het is ook een verhaal van misbruik en verkrachting en het
moeizame proces om in het reine te komen met schuldgevoelens?
CT: Het is essentieel een liefdesverhaal, maar
tussen twee seksueel beschadigde personages. Centraal staat de vraag of deze
mensen een heelproces kunnen doormaken en of ze die heling bij elkaar kunnen
vinden. Ik heb altijd al een boek willen schrijven over seksuele trauma’s omdat
ze vaak voorkomen. De meeste mensen ervaren het, niet altijd in zijn extreme
vorm zoals bij verkrachting en mishandeling, maar vaak in subtielere vormen
zoals bij religieuze stigmatisering. Religie kan mensen zowel seksueel als
spiritueel castreren. Ik heb altijd al de behoefte gehad om die donkere wereld
te exploreren zowel voor mezelf [Thompson was in zijn jeugd een slachtoffer van
seksueel misbruik en religieuze stigmatisering] als voor de personages, om
uiteindelijk tot een heelproces te kunnen komen.
KVZ: Is het vooral om thema’s als kapitalisme en
ecologie te exploreren dat je in Habibi
een traditionele rurale gemeenschap plaatst tegenover een moderne
stadsomgeving?
CT: Jazeker, dat is een realiteit als gevolg van
globalisatie en wereldhandel. Er zijn regio’s waar mensen leven zoals honderd
jaar geleden, wat sterk contrasteert met de industriële expansie die door
commercialisering, uitbuiting van armoede en vervuiling vernietigende sporen
nalaat. Voor mij ontstaat rijkdom vooral door roofbouw op minder ontwikkelde
gebieden. In die zin ben ik een antikapitalist en ecologist. We kunnen niet
boven onze stand blijven leven, willen we een gezond, leefbaar milieu voor
iedereen.
Craig Thompson: Habibi, Oog & Blik / De
Bezig Bij Amsterdam, 2011, 655 p. : ill. ISBN 9789054923299. Vertaling van Habibi door Waldemar Noë. Distributie Pinceel Stripverspreiding
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2011
deze pagina printen of opslaan